Cris Wolf timmert volop aan solocarrière

© TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Cris Wolf kon in de jaren 80 met de band Lord of the Flies al even van het muzikale succes proeven. Zijn honger was toch nog niet gestild. Pas vanaf zijn veertigste durfde hij het aan om zelf te zingen, door een gebrek aan zelfvertrouwen na pesterijen op school. Ondertussen is dat zelfvertrouwen er volop.

De videoclip van Here We Go, het nieuwste nummer van Cris Wolf, vind je nu op Youtube. Het is de opvolger van Only for a day, een nummer dat in november 2018 uitkwam. Met de twee nummers hoopt Cris, geboren als Chris Dewulf, zijn muzikale carrière nieuw leven in te blazen. “Muziek is altijd een hobby geweest”, zegt Cris. “Aanvankelijk speelde ik alleen keyboards. Pas sinds mijn veertigste begon ik ook zelf te zingen. Door pesterijen op school wilde ik mezelf wegcijferen. Er waren ook al zangers in de groepjes waarin ik speelde. Toen ik mijn mond open deed, was er jaloezie, want ik zing op hoog niveau. Dan breken ze je af en kruip je weer in je doosje. Die pesterijen zijn iets dat nog altijd leeft bij mij. Er is wel een voordeel: je wordt een vechter en komt op tegen onrecht.”

In de jaren tachtig hadden jouw bands nogal wat succes in de streek?

“Vooral Lord of the Flies was bekend in Ieper. Het was op een bepaald moment redelijk zot. Ik heb cassettebandjes liggen waarop je de muziek niet kan horen door de gillende fans. Het was vergelijkbaar met de Clouseau-gekte die toen woedde. Maar voor alle duidelijkheid: de meisjes schreeuwden vooral voor onze zanger, niet voor mij. Dat was ook heel plaatselijk. In Langemark was er maar tien man, maar in Ieper speelden we concerten voor 1.000 à 2.000 toeschouwers. In de stadsschouwburg moesten we optreden in het voorprogramma van De Kreuners. Het gegil was zo luid dat ze het konden horen in hun lounge. Ben Crabbé kwam zelfs naar beneden om te zien wat er aan de hand was.”

Uiteindelijk ben je nu ook een solocarrière begonnen?

“Het was niet eens mijn idee om solo te gaan. Mijn ouders waren 50 jaar getrouwd en gaven een feestje waarbij iemand geboekt was om te komen zingen. Die persoon kwam echter niet opdagen. Zo begon ik daar een paar liedjes te zingen. En dat viel mee.”

Zijn die twee nummertjes je enige solowerk voorlopig?

“Inderdaad. Er waren plannen om een album op te nemen, maar door de coronacrisis gaat dat voorlopig niet door. Er is een overeenkomst met twee platenfirma’s: een voor de Benelux en een voor Wallonië en Frankrijk. Mijn muziek doet het goed in het Franstalig gedeelte, maar eigenlijk over heel de wereld. Mijn vorige liedje werd vorige zomer op de radio gedraaid in 50 landen, tot in Zuid-Amerika, Canada en zelfs Australië.”

Hoe ver sta je met het album?

“De nummers zijn klaar en ik was klaar om ze in te zingen, maar met dat virus ga ik voorlopig de studio niet in. Het zou een goeie zomer zijn, want er was ook al een optreden geboekt in een voetbalstadion in Bordeaux voor 30.000 man samen met een bekende Franse band die alleen voor de artiesten speelt . Dat is jammer genoeg allemaal in het water gevallen. Nu heb ik twintig nummers klaar, maar eigenlijk had ik al veel meer nummers moeten hebben. Ik ben begin de jaren 2000 tegen de 500 nummers kwijtgespeeld. Door een storm was er waterinsijpeling in mijn repetitiekot. Dan had ik alle moed verloren.”

Kun je leven van de muziek?

“Nee, maar ik heb geen luxe nodig. Is het niets, dan hebben we tenminste geprobeerd. 2020 had mijn jaar van de doorbraak moeten zijn, maar dat wordt niets door de crisis. Het is pijnlijk, maar er is niets aan te doen.”

Waarover gaan je nummers?

“Over de liefde. Mijn muziek is voor mij een uitlaatklep, net als mijn commentaar op sociale media.”

Ik zag inderdaad dat je vrij actief bent op Facebook?

“Ik ben een rustig persoon, al kom ik misschien anders over op sociale media. Het is meer een noodkreet. Ik kan niet tegen onrecht. Dan pen ik dat neer. Dat kan soms cru overkomen, maar het is de waarheid. En dan ben ik het kwijt. Het is een afweersysteem en zo ben ik wel gelukkig in mijn leven.”

Zou je als Ieperling graag eens willen zingen onder de Menenpoort?

“Waarom niet? Zoals Ozark Henry Heroes zong van David Bowie. Ik zou dat ook kunnen. Ik ben ook niet echt bekend in Vlaanderen, veel meer internationaal. Ik zou nog steeds niet kunnen zeggen wat voor soort muziek ik speel. Het is moeilijk in een vakje te stoppen en dat wil ik ook niet.”

Je houdt er ook een speciale look op na.

“Ja, maar mocht ik geen artiest zijn, dan zou ik net dezelfde doen. Het is al van kleins af dat ik anders ben dan de anderen en dat voelt raar aan omdat je tegen de massa inloopt. Dat extravagante in mij was ook de reden waarom ik gepest werd in school, maar zo ben ik nu eenmaal.”