Christine werd blind geboren, maar zet zich al 20 jaar in als vrijwilliger: “Ik heb altijd al voor mensen willen zorgen”
Ze weet misschien niet hoe de kleur rood of haar waterkoker eruit ziet, maar dat houdt Christine Van Royen niet tegen om een zinvol en druk leven te leiden. Haar droom was om verpleegster te worden, maar door haar aangeboren blindheid bleek dit onmogelijk te zijn. Als vrijwilliger aan de slag in een woonzorgcentrum daarentegen? Dat doet Christine al 20 jaar lang.
“Mijn ouders waren drager van een aandoening waardoor mijn twee oudere zussen en ikzelf volledig bind zijn geboren. Mijn broers bleven ervan gespaard”, begint Christine Van Royen (67) uit Brugge haar verhaal. Buiten enkele felle lichtschakeringen en een vage schaduw ziet Christine niets.
Als kind werd ze op internaat in Brussel gestuurd, naar een speciale school voor blinden en slechtzienden. “Dat was een van de grootste nadelen aan mijn beperking. In die tijd stonden de nonnen nog aan het roer en mochten we zeker niet elke week eens naar huis. Je maakt daar wel vrienden, maar toch miste ik mijn familie enorm. Dat is gewoon niet tof hé, beperking of niet.”
Rebels
Toen ze ouder werd mocht ze wel vaker een weekendje naar huis, maar ook daar botste ze af en toe op de gevolgen van haar beperking: “Tja, ik kon niet altijd met alles meedoen. Op een bepaald moment kregen mijn leeftijdsgenoten dan ook liefjes, maar zeker in die tijd was dat voor iemand met een beperking niet zo evident. Dan telt je intelligentie of persoonlijkheid plots veel minder, enkel het feit dat je blind bent. Maar al bij al viel dat eigenlijk wel mee hoor”, glimlacht Christine.
Mijn zussen legden zich neer bij hun beperking, ik verzette mij ertegen
Thuis waren natuurlijk ook haar twee zussen die met dezelfde uitdagingen kampten, dat zorgde voor voor- en nadelen. “Met mijn oudste zus kon ik na een tijd wel goed praten over mijn zorgen en frustraties. Ook heb ik op cultureel vlak veel beleefd door hen, er was namelijk een groot leeftijdsverschil en ze brachten mij in aanraking met bijvoorbeeld muziek en poëzie die eigenlijk niet voor mijn leeftijdscategorie bestemd was. Daar ben ik hen echt dankbaar voor.
“Anderzijds had ik een volledig ander karakter dan mijn zussen. Zij legden zich snel neer bij het feit dat bepaalde dingen moeilijker waren, ik wou net de uitdaging aangaan. Zei mijn moeder dat ik nooit alleen mocht koken, dan deed ik het toch wanneer ze het huis uit waren. Kleine dingen misschien, maar ik was de rebel. Mijn broers waren echt mijn bondgenoten. Zij lieten mij met plezier mijn gang gaan en hielden intussen een oogje in het zeil.”
Verrijking
Na haar jaren op een aparte school was Christine klaar om de wijde wereld in te trekken. Ze volgde een voorbereidingstraject voor het hoger onderwijs, ging op kot en begon aan de opleiding kinesitherapie. Helaas slaagde ze hier niet in. In de paramedische sector werken, was altijd al haar droom geweest. Het liefst als verpleegster, maar dat was helaas onmogelijk. Ze vond een job als telefoniste bij een bank in Brugge. “Niet mijn eerste keuze, maar ik was blij dat ik thuis weg kon. Op kot had ik al van de vrijheid geproefd, ik wilde die niet meer afgeven. Toch was ik het na enkele jaren beu. Ik trok naar Leuven om sociale studies te volgen, die ik dit keer wél tot een goed einde bracht, maar vond geen job. Toen stond ik voor een keuze: depressief worden of als vrijwilliger ergens aan de slag gaan. Heel snel daarna ben ik begonnen in een woonzorgcentrum in Roeselare, en daar ben ik 20 jaar gebleven.”
De afstand deerde haar niet, Christine heeft ons openbaar vervoer helemaal onder de knie. Ze fungeerde als luisterend oor voor de bewoners. “Ik noem het babbelbezoekjes”, lacht Christine.
Ik heb leren afscheid nemen van mensen waar je een band mee hebt opgebouwd
“Bij mensen die door omstandigheden extra aandacht nodig hebben, niet veel bezoek krijgen of nog maar net nieuw zijn. Het vaste personeel heeft daar tegenwoordig gewoon geen tijd meer voor. Ik zong ook samen met hen, bracht dan al eens een cd met hun favoriete muziek mee. Op momenten was ik ook de schakel tussen de zorgkundigen en de bewoners, tegen mij waren ze soms eerlijker over hun noden dan tegen het personeel. Na een tijdje ken je sommigen ook goed hé, maar ooit moet je er toch afscheid van nemen. Dat leren loslaten, heb ik daar écht geleerd.”
Druk leven
Nu ze een dagje ouder wordt, wou ze liever dichtbij huis haar engagement verderzetten. Binnenkort gaat ze opnieuw aan de slag in een woonzorgcentrum, nu in Brugge zelf. Naast haar vrijwilligerswerk houdt Christine er een heel druk leven op na. Tot haar eigen spijt is er nooit een gezin met man en kinderen in Christines leven gekomen, maar eenzaam is ze allerminst.
Samen met vrienden gaat ze op restaurant, doet ze culturele uitstapjes naar theatervoorstellingen en musea, zingt ze in een koor en gaat ze af en toe shoppen. Daarnaast is ze ook babbelbuddy voor een Brugs project en zit ze in de adviesraad van de stad voor mensen met een handicap. Ook het huishouden doen en lezen staat dagelijks op haar to-dolijstje.
Ik heb mijn professionele droom misschien niet kunnen waarmaken, maar dit is wel een mooie compensatie
Maar vrijwilliger zijn, dat doet ze het allerliefst. “Ik ben van plan dit nog heel lang te doen. Meer nog: ik raad iedereen aan om het ook uit te proberen, ook wie een beperking heeft. Net daarom kun je je vaak beter inleven in de noden van hulpbehoevenden. Ga langs bij je zorginstellingen in je buurt en bied je hulp aan. Het is een verrijking voor je leven. Ik heb mijn professionele droom misschien niet kunnen waarmaken, maar dit is wel een mooie compensatie. Ik doe nu wat ik al altijd wou: werken met en zorgen voor ouderen. Je krijgt er zoveel dankbaarheid voor terug.”
Wil je zelf ook helpen als vrijwilliger in Brugge? Neem dan contact op met de Vrijwilligerscentrale
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier