Bruggeling Guido Dagraed, vijfde generatie van West-Vlaamse foorreizigers op de Meifoor : “Met mijn tweeling staat de zesde generatie al klaar”

Bruggeling Guido Dagraed: “Mijn familie van West-Vlaamse foorreizigers gaat terug tot de 18de eeuw.” © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Op vrijdag 28 april opent de Meifoor in Brugge. Eén van de foorreizigers op deze kermis is Bruggeling Guido Dagraed, die al veertig jaar het lunapark ‘Showland’ uitbaat. Hij is de vijfde generatie in een familie van forains. Een portret.

“Weet je waarom mijn familienaam ‘Dagraed’ is?”, vraagt Guido Dagraed (59). “Mijn voorvader Nicolaas werd op 6 december bij het krieken van de dag te vondeling gelegd in Aartrijke. Het jaartal ken ik niet, maar het was in het midden van de 18de eeuw. En zijn voornaam dankt hij natuurlijk aan de feestdag van Sinterklaas.”

Blauw bloed

“Er werd gezegd dat onze familie van adel was, al heb ik nog geen blauw bloed door mijn aderen zien stromen. Nicolaas zou de vrucht zijn van een geheime relatie tussen een plaatselijk baron en zijn meid. De vondeling werd geadopteerd door paardenhandelaars die op markten en kermissen actief waren. De voorouders langs mijn moeders zijde waren goochelaars.”

Piepermanège

“Ik maak deel uit van een van de oudste families van West-Vlaamse foorreizigers. De opeenvolgende generaties in mijn familie waren allemaal forains. In een boek over de geschiedenis van de Meifoor staan foto’s uit 1900 van bootjes die als schommel gebruikt werden.”

“Mijn overgrootvader stond daarmee op de Markt in Brugge. En mijn grootvader was de eigenaar van de ‘Loch Ness’: de rups of piepermanège. Jonge koppeltjes profiteerden van het doek dat over de snel draaiende rups gespannen werd om elkaar in het donker te kussen…”

Tweeling

“Zelf ben ik in Merchtem geboren, maar ik beschouw mij als een volbloed Bruggeling. Ik ben hier opgegroeid en heb les gevolgd aan de Schippersschool langs de Komvest. Jaren heb ik in woonwagens rondgetrokken, maar sedert de geboorte van onze tweeling Shari en Jissy 27 jaar geleden woon ik in Sint-Michiels.”

“Ik huur in de Velodroomstraat de hangar van Marc Prosec (83), hij stond decennialang met een frietkot op de kermissen. Zelf beperk ik mij tegenwoordig tot de West- en de Oost-Vlaamse kermissen.”

“Mijn ouders hebben elkaar leren kennen op de kermis van Merchtem, waar ze elk een attractie hadden: mama Sophia Vanderelst een schietkraam, papa de ‘Loch Ness’. Mijn moeder was toevallig ook hoogzwanger, toen het weer kermis was in Merchtem!”

Passie

“Ook ik heb mijn vrouw Veronique Uyttenhove ontmoet op de kermis. Haar ouders hadden een kledingzaak in Ardooie. Mijn vader had toen een attractie met autoscooters. Veronique zat met haar arm in de plaaster, ik hielp haar in een auto kruipen. Van het een kwam het ander….”

“Waarom ik zelf foorreiziger ben? Het is een passie, ‘t zit in mijn bloed. Na mijn studies aan de Schippersschool heb ik nooit overwogen om een ander beroep te kiezen. ‘t Is een aparte manier van leven, met weekendwerk. Ik ben erin geboren, van kleins af assisteerde ik mijn ouders. Vanaf mijn achttiende had ik een eigen kraam: lunapark ‘Showland’, dat ik nu ruim veertig jaar uitbaat!”

Magie

“De wereld van de kermissen is enorm geëvolueerd, door de technologie. Vele attracties worden nu digitaal gestuurd. Maar de magie van de kermis is nooit verdwenen. Er werd beweerd dat de jongeren pretparken of computerspelletjes zouden verkiezen. Niets is minder waar, zeker de Meifoor blijft populair.”

“Zelfs bij economische crisissen. Hoe slechter de omstandigheden in de wereld – door oorlog of rampen – hoe beter de kermissen draaien. De mensen hebben ontspanning nodig om hun miserie eventjes te vergeten. Dat bieden de kermissen!”

“Mijn lunapark ‘Showland’ is trendgevoelig, ik hou een beetje Studio 100 en populaire films in het oog, om het aanbod van pluchen beestjes aan te passen aan de nieuwste hypes. Momenteel zijn Stitch en Pumba ‘hot’, maar ook Winnie The Pooh blijft fel gegeerd. Je kunt je niet inbeelden hoe meisjes stralen, als hun liefje met de grijpkraan van een van onze automaten zo’n pluchen diertje bemachtigd heeft.”

Bestaanszekerheid

“Ik ben bestuurslid van het Vrij Nationaal Syndicaat der Foorreizigers, dat mijn grootvader Kamiel Dagraed indertijd mee opgericht heeft, en lid van het Brugs kermiscomité. Met de stad Brugge onderhouden we goede contacten, samen hebben we voor en duurzamer Meifoor gezorgd met de uitbreiding van het aantal elektriciteitskasten. Vroeger moesten hier tien groepen generatoren draaien.”

“Ik ben ook verheugd dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen om vijfjaarlijkse contracten met de gemeenten af te sluiten. Dat geeft foorreizigers bestaanszekerheid: dank zij die langdurige contracten kunnen we bij de banken aankloppen voor leningen, als we willen investeren in de vernieuwing van onze attracties.”

Opvolging

“Bij mij is de opvolging verzekerd: de zesde generatie staat klaar. Mijn dochters, de tweeling Shari en Jessy, die ooit te zien waren in de tv-serie ‘Komen Eten’, helpen mij nu al en willen foorreizigers blijven. Mijn zoon Sonny (33) niet: die is professioneel kickbokser”, besluit Guido Dagraed, die met zijn gezin de wintermaanden overbrugt door het uitbaten van een ijsschaatspiste in Waregem.

Wie is Guido Dagraed?

Geboren op 26 februari 1964 in Merchtem. Woont al 27 jaar in Sint-Michiels. Gehuwd met Veronique Uyttenhove. Papa van Sonny en de tweeling Shari en Jessy.

Carrière

Geboren en getogen op de kermissen. Baat sinds zijn achttiende het lunapark ‘Showland’ uit, waarmee hij vele kermissen afdweilt. Het seizoen start met het carnaval in Aalst, nadien volgen kermissen in Halle, Kortrijk, Brugge, Roeselare, Izegem, Ieper en Eernegem. Tijdens de winter runt hij een ijsschaatspiste in Waregem.

Hobby’s

Kickboksen en zwemmen.