Voorlopig overal weinig volk in de stembureaus: geen opkomstplicht meer
Wat ook de uitslagen worden, de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober zullen een aparte vermelding in de geschiedenisboeken krijgen. Voor het eerst sinds de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht in 1892 is er in de Vlaamse contreien geen opkomstplicht meer. Wie vandaag liever in de zetel, op de koersfiets of op café zit, hoeft dus helemaal niet naar het stemhokje. “Een enorme dienst voor de democratie” of “een historische vergissing”?
Ruim drie jaar geleden, net voor het zomerreces van 2021, stemde het Vlaams Parlement een decreet waarin een aantal innovaties voor de lokale verkiezingen werd doorgevoerd. Een van de meest opvallende was de afschaffing van de opkomstplicht. Nergens in de wereld bestaat die al langer dan in België. De afschaffing was vooral een pronkstuk voor de liberalen, die er al voor ijverden sinds de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt in de jaren negentig.
Achter de maatregel schuilt het idee dat de kiezer vrij moet zijn en dat het aan de politieke partijen is om mensen te motiveren om te gaan stemmen. Het zou het politieke debat nieuw leven inblazen. “Elke partij zal de democratie op zich moeten verdedigen en uitleggen waarom stemmen belangrijk is. De kiezer zal niet gaan stemmen omdat hij verplicht wordt, maar omdat hij dat wil”, verdedigde toenmalig minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers de ingreep.
Niet iedereen was overtuigd. Coalitiepartner CD&V, van oudsher sterk verankerd op het lokale niveau, sloot slechts schoorvoetend de meerderheidsrangen. De oppositie stemde tegen. En ook vanuit de academische wereld was er protest. In een opvallend opiniestuk in de aanloop naar de stemming vroegen meer dan twintig docenten politieke wetenschappen om “een historische vergissing” te vermijden.
Foert-stemmen
De politicologen wezen erop dat vooral mensen met een lager opleidingsniveau en een minder gunstige socio-economische positie thuisblijven. “Als men de stem van die mensen liever niet meer wil horen, dan zou men dat eerlijk moeten zeggen”. Dat de afschaffing tot minder “foert”-stemmen zou leiden en extremisme zou afvlakken, weerlegden ze eveneens. In de buurlanden geldt er geen opkomstplicht en ogen de verkiezingsresultaten niet spectaculair anders.
Behalve in België geldt in de Europese Unie momenteel enkel een vorm van stemplicht in Luxemburg, Griekenland en Bulgarije. Die laatste lidstaat voerde de maatregel in 2016 in. Tegen de achtergrond van politieke instabiliteit en wijdverspreide corruptie hoopte de Bulgaarse regering zo de afkalvende opkomst te stutten en de legitimiteit van de democratische instellingen te versterken, maar bij gebrek aan sancties is de opkomst sindsdien enkel maar verder gekelderd.
Ook in België hoeven thuisblijvers geen sanctie te vrezen. Bij de verkiezingen van juni gaven al meer dan één miljoen mensen verstek. Dat is zo’n 12,5 procent van alle kiezers. Gaat die groep afhakers verder toenemen nu de verplichting voor het lokale niveau ook wettelijk is afgeschaft? Een recente studie van onderzoeksbureau Indiville suggereerde dat 74 procent van de Vlamingen op 13 oktober zeker naar de stembus gaat, 2 procent zeker niet. Een kwart van de kiezers zou twijfelen.
Voorlopig vrij kalm
Voorlopig is het in heel wat stembureaus in West-Vlaanderen bijzonder kalm. Waar mensen anders bij de opening van de stemlokalen rijen dik staan kom je op dit moment vlug aan de beurt om te stemmen.
Geen wachtrijen in Torhout aan de stemlokalen bijvoorbeeld. Het is er opvallend rustig. Een voorzitter van een stembureau signaleert dat amper 25% van de kiezers al is komen opdagen. Dat is erg weinig voorlopig.
Gemeenteraadsverkiezingen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier