“Als burgemeester zal ik zeggen: geen vreemdelingen meer”: Vlaams Belang-lijsttrekker doet krasse uitspraken

Als hij burgemeester wordt, wil hij een migrantenstop in Houthulst. Dat zegt Jackie Vercamer, de kersverse lijsttrekker van Vlaams Belang in de meest rechtse gemeente van onze provincie. Hoe hij dat zal realiseren, is minder duidelijk. De 74-jarige elektricien op rust doet nog andere krasse en hallucinante uitspraken in dit interview. Dit is een zo letterlijk mogelijke weergave. Trumpiaans of niet: aan de kiezer om te oordelen…

Het is een chique dreef, die Kasteeldreef in Houthulst. Allemaal riante woningen aan de rand van het bekende Vrijbos, een overblijfsel van het historische Woud van Houthulst dat ooit 4.000 hectare groot was. In de tuin van Jackie Vercamer wappert de Vlaamse Leeuwvlag. De man staat ons op te wachten aan zijn poort. Dat hij hier al 32 jaar woont, zegt hij. “In elke woning is al ingebroken, behalve in de mijne. Met dank aan onze honden.” Het is in deze gemeente dat Vlaams Belang bij de nationale verkiezingen van juni bijna 40 procent van de stemmen behaalde.

Dat hij zenuwachtig is voor dit gesprek, fluistert hij me vervolgens toe. “Al heel de dag. Ik ben dit allemaal niet gewoon. Ik ga eerlijk zijn: ik heb het een beetje onderschat. (plots overtuigd) Maar we gaan niet opgeven. Dat woord staat niet in mijn woordenboek. Ik ben een Vlaams Blokker van het eerste uur. Dat waren tijden. (lacht) Misschien zijn ze nu zelfs te braaf geworden.” Zijn vrouw pikt in: “Dat laatste moet je misschien niet opschrijven.” Vercamer opnieuw: “Maar ik ben geen racist. Dat wil ik erbij zeggen.”

Waarom laat een 74-jarige elektricien op rust zich overtuigen om zijn vuurdoop te maken in de politiek?

“Ik heb me niet laten overtuigen. Ik ben hier zelf mee begonnen. Eén jaar geleden, nog vóór de nationale verkiezingen dus. Omdat ik toen al wist dat we veel kiezers zouden hebben. Dat bleek ook in juni. Daarom heb ik deze afdeling opgestart. Ik doe het voor mijn kinderen en kleinkinderen. Omdat ik nog weinig toekomst voor hen zie. Mag ik eerlijk zijn? De vreemdelingen krijgen voorrang hier op onze mensen. Dat is gewoon zo. Pas op: ik heb niets tegen de vreemdelingen die werken.”

Dat is voor straks. Waarom nu pas deze afdeling en niet, pakweg, twintig jaar geleden?

“Omdat ik met andere dingen bezig was. Ik heb gewerkt tot mijn 56ste. Ik heb ook gekoerst tot ik 32 jaar was. Daarna ben ik in Houthulst voetbaltrainer geweest. Ik heb ook zelf voetbal gespeeld tot ik 62 jaar was. Dus ik had nooit tijd om echt met politiek bezig te zijn. Nu wel. Dat is mijn karakter. Onlangs is er hier gevochten in de Kerkstraat. Een zwarte man die een mes bovenhaalde. Hij bleek 22 messen in huis te hebben. De dag nadien was hij weer vrij. (feller) Wij zouden dat eens moeten durven! (benadrukt) Maar zet er alstublieft bij dat ik geen racist ben.”

(Lees verder onder het kaderstukje)

U heb dat nu al meermaals benadrukt. Krijgt u dikwijls die stempel?

“Ja. Heel dikwijls. Maar zoveel mensen zijn het moe. De vrouwen voelen zich niet meer veilig hier op straat. Zo kan het niet meer verder. Je zou eens moeten weten hoeveel aanmoedigingen ik al heb gekregen. Jij moet het doen, Jackie, zeggen de mensen. Daarom doe ik het. Voor het eigen volk. Omdat de mensen bang zijn geworden. Er zijn te veel vreemdelingen aan het komen.”

Wat zeggen uw vrouw en kinderen van uw keuze?

“Mijn vrouw staat er helemaal achter. Twee van de drie kinderen ook. Dat zijn echte Vlaams Belangers. Eén niet. Ik zeg het zoals het is. (stil) Soms hebben we daar discussies over. Maar dan zeg ik: ik doe het voor jullie.”

U zegt dat vreemdelingen hier voorrang krijgen. Kan u dat ook aantonen?

“Ja. De sociale woningen bijvoorbeeld. Voor onze mensen is er geen plek, maar de week nadien zit daar een vreemdeling in. Dat is de politiek hier in Houthulst.”

Dat gaat toch weerlegd worden door het OCMW? Volgens de wet moeten nieuwkomers aan dezelfde voorwaarden voldoen als Belgen.

“Neen. Niets van. Mag ik een ander voorbeeld geven? Ik heb 42 jaar gewrocht. Elektriek. Ik heb alles gegeven. (windt zich op) Zij komen hier toe en krijgen 1.250 euro. Ze krijgen kinderopvang gratis en voor niets. Als mijn kinderen hun kinderen naar de opvang willen brengen, dan moeten ze daarvoor betalen. De vreemdelingen krijgen altijd voorrang.”

Dénkt u al deze dingen of weet u dat zeker? Volgens mij kan dat niet kloppen.

“Ik weet dat zeker. Ik hoor dat ook van andere mensen van hier. Die vreemde gaan naar het OCMW en ze krijgen alles wat ze vragen. Een fiets, een telefoon. Gratis en voor niets. Onze mensen zouden dat eens moeten proberen.”

Dus als een nieuwkomer hier naar het OCMW gaat, krijgt hij alles wat hij wil. Met alle respect: maar deze beweringen lijken mij te gek voor woorden. U weet dat wij het OCMW om een wederwoord zullen vragen? (Zie reactie onderaan, red.)

“Doe dat maar. Ik kan er een boek over schrijven. Als zij een fiets willen, moeten ze niet naar het OCMW gaan, maar naar een fietsenwinkel.”

U zegt dat er te veel ‘vreemdelingen’ komen. Het aantal niet-Europese inwoners ligt hier met 1,8 procent bij het laagste van het land.

“Er zijn er veel meer, hoor. (feller) Ga maar eens kijken in de Kerkstraat. Of naar de appartementen. Het zijn allemaal vreemden die daar wonen. Ik wil je niet leugenachtig maken, maar ik denk niet dat je cijfers kloppen.”

Dat zijn de officiële cijfers. Als u aan de macht komt, gaat u dan verhinderen dat er nog nieuwkomers naar Houthulst komen?

(resoluut) “Ja. Dat ga ik proberen. Het zijn onze mensen die mogen beslissen of er hier nog vreemdelingen toekomen of niet.”

Hoe zou u dat tegenhouden?

“Je kan als burgemeester zeggen: gene meer. Dan komen er gene meer. En dat zal ik zeggen. Wie hier is, mag hier blijven. Maar ze moeten zich gedragen naar ons, naar de bevolking van Houthulst. (even stil) Maar dat is niet alles. Het is ook tijd voor meer blauw op straat. Er moet meer controle komen en het moet strenger. Het is toch niet normaal dat de mensen niet meer naar de sporthal durven te gaan? Als burgemeester kan je aan de politie zeggen: pak ze op! Er is zoveel dat ik zou willen veranderen. Ouderen die geld willen afhalen, waar kunnen zij nog terecht? Ze moeten dikwijls kilometers ver wandelen.”

“Ik ben een Vlaams Blokker van het eerste uur. Dat waren tijden. Misschien zijn ze nu zelfs te braaf geworden”

Is dat niet vaak de onderliggende frustratie van mensen? Dat ze zich verlaten voelen, dat alles verdwijnt?

“Dat is zeker zo. De bank die verdwijnt, de bussen die niet meer rijden. Er is veel eenzaamheid, hoor.”

Zou u dan niet beter uw pijlen richten op de banken en de bussen in plaats van de nieuwkomers?

“Dat is dan weer politiek, hè. Ik ga het zeggen zoals het is: de vreemdelingen moeten onze wetten volgen. Kerstdag mag niet genoemd worden. Sint-Maarten mag niet meer genoemd worden. Zij zijn hier de wetten aan het stellen.”

We hadden het over de bank en de bus. Dat deze wegtrekken, is toch niet de schuld van nieuwkomers?

“Daar heb je een punt. Als onze kinderen naar Diksmuide naar school moeten, moeten ze eerst een kilometer te voet. Dat heeft inderdaad niets met de vreemdelingen te maken.Contrarie, een vreemde die hier werkt: chapeau! Ik ben geen racist, hè. Maar mag ik nog eens een voorbeeld geven? Ik ben met mijn kleindochter naar het rijexamen gegaan. Twee maanden had ik met haar rondgereden. Om kort te zijn: ze werd gebuisd. Ik schrok, want ik vond dat ze het goed gedaan had. (maakt zich kwaad) Maar wat zien we daarna gebeuren? Een vrouw met een hoofddoek die er wél door is. Ik heb me toen echt moeten inhouden.”

Is het niet denkbaar dat die vrouw een beter examen had afgelegd?

“Zeker niet. Ik heb haar van de parking zien rijden. Ik ben snel mijn auto aan de kant gaan zetten.”

Het is dringend tijd om over iets anders te praten. Bent u opgegroeid in een politiek nest?

“Neen. In een gewoon gezin. Vijf kinderen. Mijn moeder is altijd huisvrouw geweest en mijn vader ging werken in de Walen. Hij was metser. Hij ging werken, kocht zich een huis en een auto. Wie zou dat vandaag nog kunnen? (feller) Daarom doe ik dit.”

Hoe kijkt u naar het imago van Houthulst als marginale gemeente vol drugs en criminaliteit?

“Dat is verleden tijd. Vroeger was dat zo. Veertig, vijftig jaar geleden. Toen waren er veel zware gasten. (op dreef) Als ik met mijn vader op café ging, schrokken wij niet dat er gevochten werd. Ik heb dat allemaal meegemaakt. Als mijn vader en anderen nog zouden leven, het zou geen waar zijn wat we vandaag meemaken. Zij zouden zeggen: ga maar terug van waar je gekomen bent. (zwijgt even) Vandaag zijn wij een rustige en mooie gemeente geworden. Drugs is wel een probleem. Daarom wil ik meer blauw op straat.”

“N-VA zou willen samenwerken. De burgemeester niet. Hij is altijd maar bezig over Tom Van Grieken dit en dat”

Is uw kandidatenlijst helemaal klaar?

“Ja, nu wel. Het was moeilijk, ik ga daar niet voor liegen. Maar het is gelukt.”

In het hoofdkwartier in Brussel is men bang dat er ‘foute figuren’ op de lokale lijsten zullen staan. Kan dat vermeden worden?

“Iedereen wordt goed gescreend, hoor. Er mag niemand op de lijst staan die een strafregister heeft. Dat is ons gezegd. Plus: ik ken iedereen persoonlijk.”

Wanneer zal u tevreden zijn op 13 oktober?

“Als we vier zetels behalen. Ik wil niet te hoog mikken. Anders kan je ook diep vallen.”

Zou u niet graag de eerste Vlaams Belang-burgemeester van het land worden?

“O jawel. Dat is zeker mijn droom. Als je koerst, koers je ook niet om de laatste te worden, hè. Je doet mee om te winnen. Ook in de politiek. Ik zou heel graag burgemeester worden, maar ik ga mijn taal nooit aanpassen. En ik ga ook opkomen voor de boeren. Geen boeren, geen eten. Ga je dat zeker opschrijven? Wij halen veel stemmen van de boeren, omdat wij een groot hart hebben voor hen.”

Is het denkbaar dat er een andere partij met u samenwerkt?

“Ik denk dat wel. De burgemeester niet (Jeroen Vandromme, CD&V, red). Hij is altijd maar bezig over Tom Van Grieken dit en dat. Omdat Van Grieken blijkbaar iets over de homo’s zou gezegd hebben. Ik vind dat maar belachelijk dat hij daarom niet met mij wil samenwerken. Ik ben Van Grieken niet. Wie homo is, kan daar niets aan doen. Maar N-VA zou wel willen samenwerken – zij zitten ook in de oppositie.”