N-VA gaf het meeste uit aan verkiezingscampagne in Oostende, Björn Pannecoucke werd schepen met slechts 154,83 euro aan verkiezingsuitgaven
In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen wordt het campagnebudget van politieke partijen en hun kandidaten beperkt tijdens de sperperiode. De uitgaven werden nu bekend gemaakt. In Oostende gaf N-VA de meeste centen uit om de kiezer te overtuigen. Eén toekomstige schepen deed het dan weer met een heel beperkt budget.
In de maanden en weken vooraleer we naar de stembus trekken worden we traditioneel overspoeld met filmpjes op sociale media, affiches in het straatbeeld en folders in onze brievenbus. Elke partij heeft zo zijn eigen strategie om kiezers te overtuigen. De kosten die daarbij gemaakt worden moeten weliswaar beperkt blijven tot een maximum. Dat bedrag is berekend op het aantal kiezers. Voor Oostende mag een lijst maximum 60.335,60 euro uitgeven. Dat is gebaseerd op 54.363 ingeschreven kiezers. Kandidaten mochten dan weer maximum 4.130,89 euro uitgeven aan persoonlijk promotiemateriaal.
In Oostende heeft N-VA het meeste uitgegeven om kiezers aan te spreken. Met een bedrag van 60.082,11 euro komen ze zelfs aardig in de buurt van het maximumbedrag. Van de kandidaten heeft lijsttrekker Charlotte Verkeyn het meeste uitgegeven. Zij gaf 3.403,54 euro uit aan campagnemiddelen, gevolgd door Maxim Donck die hier 2.907,85 euro voor over had. De volgende in de lijst doen het met een pak minder centen. Zo gaf Sandra Demuynck, die in december de eed mag afleggen als schepen, 560,32 euro uit. Er is volgens Charlotte Verkeyn een duidelijke reden waarom de N-VA het hoogste bedrag neertelde tijdens de sperperiode. “Wij werden geconfronteerd met bijzondere omstandigheden omdat Björn Anseeuw niet meer zou opkomen. We zijn daardoor later dan gewoonlijk begonnen met het voorbereidend werk, waardoor we al in de sperperiode zaten toen onze campagne op gang werd getrokken”, licht Verkeyn toe.
Elke maand storten
De middelen voor de campagne komt onder meer van de kandidaten zelf. “Wij hebben binnen onze partij een afspraak dat de mandatarissen elke maand een bedrag storten aan de partij. Dat bedrag wordt opgespaard om te gebruiken voor een nieuwe campagne. Elke kandidaat mag daarnaast ook zelf bepalen om extra geld uit te geven aan zijn of haar persoonlijke campagne.” Opvallend genoeg werd er in Oostende vooral nog ingezet op de traditionele drukwerken. “Dat is ons ook opgevallen en het stemt tot nadenken of we de focus in de toekomst niet meer moeten verleggen naar digitale campagnemiddelen. Het beeld blijft echter bij veel kandidaten dat je moet zorgen voor zichtbaarheid in het straatbeeld.”
Trots op Oostende volgt in het lijstje met 58.029,67 euro aan campagnemiddelen. Vooruit Plus, de grote winnaar van de verkiezingen gaf een pak minder geld uit en klokte af op 43.816,69 euro. De kandidaten bovenaan de lijst gaven het meeste centen uit. John Crombez klokt af op een budget van 3.946,61 euro. Daarnaast hadden ook ondernemers Alain Delanghe met 4.071,98 euro en Fabrice Goffin met 4.099,03 euro veel geld over om campagne te voeren. Ook Niko Geldhof gaf 3.959 euro uit.
Rode draad
Vooruit Plus trok bewust de wijken in. “Dichtbij de inwoners is onze rode draad. We bekijken hoe dat het efficiënts kan en welke middelen we daarvoor nodig hebben. In het verlengde daarvan volgt dan het zorgen voor herkenning in het straatbeeld en op sociale media”, licht John Crombez toe. “Wat wij doen, is luisteren naar de inwoners in de wijken. Dat blijft onze focus én inderdaad, dat kost in se geen geld. Om onze huisbezoeken te ondersteunen was er onder andere de kandidatenfolder en de uitnodigingen voor onze wijkbijeenkomsten en daar gaat het grootste deel van onze uitgaven dan ook naartoe. Als afsluiter van onze ronde in de wijken hoort ook de Townhall-meeting met alle kandidaten bij.”
De middelen voor de campagne komen van de Oostendse Vooruit-afdeling, van de kandidaten zelf en Vooruit Nationaal deed ook een bijdrage voor de centrumsteden. De individuele kandidaten beslissen zelf of ze extra geld neertellen voor hun campagne. “Vooruit Oostende voorzag een basispakket aan campagnemateriaal van maximaal 300 euro per kandidaat. Zo kon elke kandidaat zijn/haar campagne zelf in elkaar puzzelen, binnen de campagnelijn en huisstijl. Sommige kandidaten kiezen bewust voor wat minder. Wat kandidaten meer willen uitgeven, betalen ze zelf rekening houdend met wat wettelijk mag en in overleg met de campagnemanager.”
Steun
Björn Pannecoucke is de nieuw verkozen schepen die het minst heeft uitgegeven om kiezers te overtuigen. Hij gaf slechts 154,83 euro aan verkiezingsuitgaven. “Ik had eigenlijk ook niet meegedaan om schepen te worden. Ik wilde vooral John en de groep steunen. Ik ben daarnaast allergisch voor allerlei papiertjes in de bus en gesponsorde berichten op sociale media. Ik zag daar weinig nut in en geloof er niet in. De mensen die mij kennen weten waarom ik mee deed. Als je dichtbij de mensen staat, is dat veel meer waard dan veel geld uitgeven.” Hij had enkel de affiches uit het basispakket en vijf tuinborden geplaatst. Daarnaast heb ik wel wat kaartjes uitgedeeld. “Ik denk dat onze sterkte vooral was dat we als groep veel mensen konden overtuigen om op ons te stemmen. Dat zie je ook aan het resultaat waarbij 18 kandidaten meer dan 1000 stemmen haalden.”
Dat Björn nu schepen wordt, was niet de bedoeling, maar hij is wel gemotiveerd om de uitdaging aan te gaan. “Toen het gevraagd werd, moest ik er wel een nachtje over slapen. Ik wilde het thuis ook zeker bespreken met mijn gezin want de impact op hen is toch ook groot. De schepenambt was een verrassing, maar ik ben wel fier en gemotiveerd om me op deze manier in te zetten voor de zorg.”
De andere partijen deden het overigens met een pak minder middelen. Vlaams Belang gaf een budget van 19.654,31 euro in aan verkiezingsuitgaven, PVDA had een budget van 9.543,12 euro en de O mens gaf 1.720,63 uit.
Gemeenteraadsverkiezingen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier