Oscar Verhoest (102) uit Oostende zong liedjes voor de bezetter

Redactie KW

Oscar was twee jaar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak en het kroostrijk landbouwersgezin Verhoest bevond zich ongewild en onverwacht in de frontstreek.

De verste herinneringen van de kwieke eeuweling situeren zich in de Groote Oorlog: “Ik was nog een erg klein manneke en zong liedjes voor de bezetter tot in de Kommandantur toe. Af en toe kreeg ik een stukje chocolade toegestopt. In ons dorp kwamen de Duitsers uitrusten omdat het ietwat buiten het bommengeweld lag.”

Bijna zot

Maar in 1917 was het toch prijs: “We waren zowat nog de enige bewoners in Vladslo en naast onze hoeve stond de molen van Depuydt, een ideaal doelwit. Toen viel er een bom juist naast de gevel van ons huis. Ik was buiten en werd onder een vracht aarde begraven, maar wonder boven wonder bleek niemand van ons gezin gewond.”

Maar de Duitsers stuurden het kroostrijke gezin toch weg naar het rustiger Limburg. “Drie dagen lang hebben we in een beestenwagen gezeten tot we in Gingelom bij Sint-Truiden aankwamen. We kregen onderdak in een groot herenhuis waar nog twee bejaarde mensen woonden. De vrouw daar werd bijna zot toen wij daar met z’n tienen neerstreken.”

(ML)

Lees hierover ook in Krant van West-Vlaanderen, editie De Zeewacht