Onze Man ging mee op pad met de Ieperse muskusrattenvangers: “We merken een stijgende trend”

Wim Vandermeersch (links) en Jean-Pierre Pype bij hun nieuwe dienstvoertuig. © CLL
Christophe Lefebvre
Christophe Lefebvre Medewerker KW

Een gloednieuwe terreinwagen, een aantal vervaarlijk uitziende vallen en een paar hoogwaders om de voeten droog te houden. De muskusrattenvangers van Ieper houden iedere dag van het jaar een oogje in het zeil om zo de dreiging van de knaagdieren onder controle te houden. Onmisbaar binnen de werking van de gemeentelijke diensten, discreet en bijna onzichtbaar op het terrein. We trokken onze laarzen aan en gingen met hen op pad.

“Correctie, een muskusrat is geen rat in de puurste zin van het woord maar een woelrat en valt onder de categorie van pelsdieren!” Met Jean-Pierre Pype (59) en Wim Vandermeersch (42) beschikt Ieper over niet minder dan 30 jaar ervaring in de bestrijding van de knaagdieren. Op gebied van technische termen en beschrijvingen zijn beide vakmannen dan ook niet van een kleintje vervaart. “Bijna automatisch denken mensen dat alle ratten dezelfde zijn, maar er is een enorm verschil tussen de overbekende bruine rat en de muskusrat”, klinkt het verklarend. “De muskusrat is op zich eigenlijk onschadelijk voor de mens, want het zijn vegetariërs. Je gaat ze dan ook het vaakst terugvinden in en rond het water of rond landbouwvelden waar ze zich tegoed doen aan de gewassen die de boeren er hebben geplant.”

Gravers

Ongevaarlijk voor de mens en toch stevig inzetten op de bestrijding ervan, met zelfs zero tolerance die in de mond wordt genomen? Het lijkt een tegenstrijdigheid van formaat. “Ze zijn onschadelijk voor de mens, ongevaarlijk is weer iets compleet anders”, pikken ze meteen in. “Muskusratten zijn gravers en spenderen hun dagen met eten en tunnels graven. Ieper is een stad waar het water deel uitmaakt van het dagelijkse leven van zowat iedereen. Op een grondgebied van 13.000 hectare hebben we niet minder dan 250 kilometer aan waterwegen. Dat wil dus ook zeggen dat we ongeveer dubbel zoveel afstand aan dijken en wanden hebben. Daar kan het wel gevaarlijk worden, want eenmaal een muskusrat een compleet netwerk van ondergrondse gangen heeft gemaakt, kan het gebouw of de dijk erboven het plots begeven. Het is dus van belang dat we kort op de bal spelen en ingrijpen van zodra we weet hebben van hun aanwezigheid.”

Geen slapende vallen

Terwijl we een eerste halt houden en de twee specialisten hun waterdichte kledij aantrekken, polsen we even naar de aantallen die ze jaarlijks vangen. “Vorig jaar waren het er minder dan tien, maar we merken wel een stijgende trend”, klinkt het. “Er is een tijd geweest waar ze volledig verdwenen waren, maar helaas zijn ze helemaal terug. Als we er eentje over het hoofd zien, kunnen ze zich aan een rotvaart voortplanten en dan is het hek van de dam. Meer dan tien jaar geleden gebruikten we een allesvernietigend vergif, erg effectief maar ook erg schadelijk. De wetgeving werd aangepast en sindsdien mag er enkel nog gebruik gemaakt worden van meer humane methodes. Feit, we hanteren een nultolerantie maar het kan ook niet de bedoeling zijn dat we dieren nodeloos laten lijden.”

Jean-Pierre Pype op een plaats waar ze vermoeden een muskusrat aan te treffen.
Jean-Pierre Pype op een plaats waar ze vermoeden een muskusrat aan te treffen. © CLL

“Daarnaast werd de muskusrat dit jaar als pelsdier geklasseerd, waardoor we ook geen slapende vallen meer mogen gebruiken. Daarmee spreken we van vallen die we opzetten en waar we dan op regelmatige tijdstippen naar gaan kijken. Vandaag de dag mogen we enkel maar specifieke vallen zetten wanneer we de aanwezigheid van de muskusrat hebben kunnen vaststellen. Het is dus een kwestie van veel en streng te controleren, aangevuld met de ervaring die we ondertussen hebben opgebouwd. Recent heeft Vlaanderen ook werk gemaakt van een gedetailleerde opvolging. Dode muskusratten worden onderzocht op de aanwezigheid van de vossenlintworm, want die kunnen wel schadelijk zijn voor zowel mens als dier.”

Grensproblematiek

De wetgeving is streng, erg streng zelfs, en wordt door de mensen van de stedelijke diensten nauwlettend opgevolgd. Toch kon de herintrede van de muskusrat niet worden vermeden, een gevoelig onderwerp waarvoor vooral in de richting van onze zuiderburen wordt gekeken. “De regels zijn duidelijk: op minder dan één kilometer van de grens mogen we geen vallen plaatsen, zelfs al weten we dat er een populatie van muskusratten de kop zou opsteken.” De twee rattenvangers worden dan ook geconfronteerd met een situatie die eigen is aan de grensstreek. “Voor de wetgeving is de taalgrens ook een grens, maar vooral de grens met Frankrijk kan vaak een uitdaging zijn. Bij onze Franse collega’s is de wetgeving rond de aanpak van de muskusratten helemaal zo streng niet als hier. Wij zetten echt alles op alles om zo preventief mogelijk te werken en daar slagen we, ondanks de bijzondere situatie, erg goed in. In Frankrijk wordt er weinig tot niet preventief opgetreden en gaat men pas op pad wanneer er een enorm probleem wordt vastgesteld. Op die manier hebben muskusratten daar een vrij speelveld en de overstap naar België is zo gemaakt. Een rat heeft immers weinig boodschap aan grenzen en regels, ze trekken naar de plaatsen waar ze kunnen eten of slapen en liggen niet wakker van nationaliteiten.”

Ze vangen niet alleen muskusratten

Hoewel hun terreinwagen van de term ‘muskusrattenbestrijding’ werd voorzien, is het takenpakket van Jean-Pierre en Wim een pak uitgebreider dan alleen maar vallen plaatsen. Ieper zet als stad hard in op het aspect dier en natuur en de ervaring van beide heren is daarin onmisbaar geworden. “Ons takenpakket is erg gevarieerd en golft mee op de seizoenen”, vertelt Wim. “Muskusratten vormen een belangrijk onderdeel, maar van zodra het kittenseizoen opnieuw de kop opsteekt worden we ook daarvoor ingeschakeld. Van zodra mensen een melding maken van zwerfkatten of van een nest dat ergens wordt aangetroffen, worden wij op pad gestuurd. We gaan ze ophalen en zorgen er dan, samen met de dierenarts en het kattenasiel, voor dat ze worden gecontroleerd en gesteriliseerd.”

“Groenbeheer neemt ook een belangrijke plaats in in onze dagtaak. Zo zorgen we bijvoorbeeld voor de schapen die worden gebruikt om de stedelijke grasperkjes te onderhouden. Ze grazen het gras kort, waardoor we geen gebruik moeten maken van grasmachines of ander zwaar materiaal. Soms krijgen we ook wel eens bizarre oproepen. Een inwoner van Ieper belde bijvoorbeeld eens onze diensten op nadat een verdwaalde ree in zijn tuin terecht was gekomen. Het arme dier wist niet waar het heen moest en we zorgden voor een oplossing voor zowel de bewoner als de ree. Helaas hebben we ook frequent met minder aangename dingen te maken. Wanneer er dode dieren op het wegdek worden gesignaleerd, dan rukken we uit om het kadaver zo snel mogelijk te verwijderen.”