“Ik ging slapen met de gedachte: ‘morgen staat Diksmuide onder water’”: burgemeester Lies Laridon blikt terug één jaar na de wateroverlast in de Westhoek

Het bezoek van de koning en de minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden blijft Lies Laridon bij. © Belga
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Het scheelde vorig jaar maar een paar uur extra regen of het centrum en de industriezone van Diksmuide stonden onder water. Voor burgemeester Lies Laridon waren het hectische en stresserende dagen, maar een jaar later maakt ze zich sterk dat haar stad en omgeving beter gewapend zijn tegen nieuwe waterbommen.

Ongeziene hoeveelheden neerslag zorgden er medio november 2023 voor dat het waterpeil van de IJzer recordhoogtes bereikte, met enorme overstromingen en veel wateroverlast in het IJzerbekken als gevolg. Ook in Diksmuide stond het water letterlijk en figuurlijk aan de lippen, ook voor burgemeester Lies Laridon. “Van die periode is de nacht van 15 op 16 november me het meest bijgebleven”, zegt Lies Laridon.

“Toen ben ik gaan slapen met de gedachte: als ik morgenochtend wakker word, staat het centrum van Diksmuide onder water. Het was het moment waarop de vijzels (waterschroeven, red.) aan Heernisse, die het regenwater uit de riolering in de IJzer pompen, dreigden te blokkeren omdat de top van de vijzel in het water kwam te staan door het hoge peil van de IJzer. Er zijn toen noodpompen aangeleverd die stand-by stonden voor het geval die vijzels zouden uitvallen. Gelukkig heeft het dan die nacht minder geregend dan voorspeld.”

Solidariteit

Het zijn echter niet alleen negatieve herinneringen die de uittredende burgemeester van Diksmuide en kersverse gedeputeerde voor de Provincie West-Vlaanderen aan de noodsituatie overhield. “Ook het bezoek van de koning en de minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden aan het provinciaal coördinatiecomité in het stadhuis en het rampgebied blijft me bij. Het is een vorm van solidariteit met de bevolking en de hulpverleners die de koning en de minister toen toonden”, gaat Lies Laridon verder.

Uiteindelijk werden grote calamiteiten vermeden, hoewel de situatie ter hoogte van het industrieterrein Heernisse en de aansluitende woonwijk Sint-Sebastiaan op een bepaald heel alarmerend was. Mocht die industriezone onderlopen, dan waren de gevolgen niet te overzien. “Vooral voor productiebedrijven en bedrijven met grote voorraden die op de grond staan, zou dat erg geweest zijn. Andere bedrijven die bijvoorbeeld puin verzamelen zouden problemen gehad hebben met aan- en afvoer, maar zouden minder blijvende schade gehad hebben”, nuanceert Lies Laridon.

“Ik deed wat ik moest doen: dichtbij de mensen staan ‘met de botten aan’. Je bent burgemeester in goede en kwade dagen”

Achteraf bekeken kan ze weinig zaken bedenken die ze nu anders zou doen. “Ik denk dat ik deed wat ik moest doen. De provinciale coördinatiecomités volgen én dichtbij de mensen staan ‘met de botten aan’. Je bent burgemeester in goede en kwade dagen”, klinkt het. “We hebben natuurlijk wel lessen getrokken. Bijvoorbeeld dat permanent onderhoud van waterlopen belangrijk is en dat daar op alle beleidsniveaus jaarlijks de nodige budgetten aan besteed moeten worden.”

Taskforce

De Vlaamse regering besliste op 17 november om een taskforce Weerbare Westhoek samen te stellen, die op een maand tijd een advies moest geven over hoe het waterbeheer duurzaam en veilig verder aangepakt moet worden in de Westhoek en specifiek rond het IJzerbekken. De taskforce kwam drie keer samen in Diksmuide. In haar eindrapport stelde de taskforce een 70-tal maatregelen op korte termijn voor, gaande van nieuwe overstromingsgebieden en nieuwe dijken aanleggen tot een betere samenwerking met Frankrijk.

De wateroverlast ter hoogte van De Blankaart op 13 november 2023.
De wateroverlast ter hoogte van De Blankaart op 13 november 2023. © Belga

“De versterking van de winterdijk is deels op grondgebied Diksmuide”, zegt Lies Laridon. “Op de IJzer tussen Roesbrugge en Nieuwpoort – dus ook in Diksmuide – worden de lokale ondieptes weggewerkt via de techniek van slibslepen. Daarna start op de IJzer het onderzoek naar de eventuele aanwezigheid van explosieven of vervuiling. In 2025 wordt de IJzer overal terug naar minimum 2,20 meter diepte gebracht. Ook de opschaling van de capaciteit van de vijzels aan Heernisse en de Cardijnlaan is belangrijk voor Diksmuide.”

In juni opende het nieuwe houten fiets- en wandelpad langs de IJzerdijk dat onder de Hoge Brug loopt, maar critici vrezen dat die pontons een extra belemmering zouden zijn bij hoge waterstanden zoals vorig jaar. “Dat klopt niet, omdat de palen op de bestaande oevers geplaatst zijn. Het is niet zo dat de IJzer erdoor smaller wordt. Bovendien was het pad onder de brug er al. Het is niet zo dat het pad daar verbreed werd. Ik denk dat we qua noodplanning juist nog beter voorbereid zijn mochten er in de toekomst nog eens zulke grote hoeveelheden neerslag vallen”, besluit Lies Laridon.

Brandweercommandant: “Samenwerking tussen diensten was ongezien”

Kapitein Filip Vandenberghe van Brandweer Diksmuide blikt met tevredenheid en voldoening terug op de historische overstromingen van vorig jaar. Hij heeft vooral positieve herinneringen aan de goede samenwerking tussen de verschillende diensten. Minder positief was de stapel administratief werk dat op hem lag te wachten na de ramp. “Daar ben ik wel in het rood gegaan”, zegt de brandweercommandant.

Precies een jaar geleden was het alle hens aan dek voor brandweer Westhoek. Hoewel de situatie ongezien was, blikt commandant Filip Vandenberghe van Brandweer Diksmuide met veel voldoening terug op die periode. “We hebben toch eenaantal mensen kunnen vrijwaren voor wateroverlast, enerzijds door zandzakken te leveren en anderzijds door de assistentie te leveren bij de aanleg van dijken”, zegt Filip Vandenberghe. “Ook de samenwerking tussen alle disciplines en diensten was nooit gezien. We kregen hulp uit gans Vlaanderen, zelfs van brandweerzones uit Antwerpen. Als ik daaraan terugdenk heb ik het gevoel dat het geheel van hulpverlening goed verlopen is. We hebben ook massaal veel dankwoorden gehad van burgers en ook bij de manschappen was er achteraf veel dankbaarheid dat ze hun steentje hebben kunnen bijdragen.”

Niettemin moesten alle brandweerlui stevig uit hun pijp komen om de vele oproepen aan te kunnen. Brandweer Westhoek heeft het voordeel dat we met enorm veel vrijwilligers werken. Het is de grootste vrijwilligerszone van het land. Wij hadden daardoor een grote slagkracht. We hebben periodes gehad waarbij we 400 mensen in één keer konden inzetten”, vervolgt Filip Vandenberghe. “We zijn toch vrij diep in het rood gegaan. Dat is iets wat we willen monitoren in de toekomst als dat nog eens voorvalt. Er zijn personen, onder wie ikzelf, die in die veertien dagen 160 uur gepresteerd hebben. En dat is van het goede teveel. Mijn dagdagelijks werk, administratief dan, bleef liggen en dat ben ik pas te boven nadat ik wat gerust had. Dan zit je bijna een maand achter.”

Voor de rest zou de kapitein weinig anders gedaan hebben. “Op een crisis ben je nooit voorbereid, maar wij hadden toch enkele plannen die klaarblijkelijk gewerkt hebben. Het werken in sectoren is daar een voorbeeld van. We hebben daar een aangenaam gevoel bij. Of we nu beter gewapend zijn? Ik vrees dat daar geen betere aanpak mogelijk is. De brandweer treedt op als het eigenlijk al te laat is. We zien dat de klimaatsverandering sterker uitgesproken zal winnen tegen over ons. Er moeten structurele maatregelen genomen worden om het water te beheersen in onze contreien. Fluviale overstromingen, daar kan je je niet tegen wapenen. Mocht het water nog tien centimeter gewassen hebben, dan hadden we andere scenario’s: dan stond een deel van Diksmuide onder water”, besluit Filip Vandenberghe.