Bert Janssens schittert in De Ideale Wereld: “Ik was niet zo’n goeie klankman. Acteren gaat me beter af”

Bert vertolkte ei zo na de Sheriff in Chantal: “Toen bleek dat ik de rol niet te pakken had, heeft dat wel wat gestekt. Maar Dries Heyneman doet dat wel supergoed.” © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Fans van ‘De Ideale Wereld’ kennen hem al jaren, en ook in fictiereeksen zagen we hem al een paar keer opduiken. Het scheelde overigens geen haar of hij speelde de rol van de Sheriff in ‘Chantal’. Hoe dan ook is het een kwestie van tijd vooraleer heel Vlaanderen Bert Janssens in de armen sluit. En dat terwijl hij een paar jaar geleden nog klankman was bij Ketnet-series. “Acteren was nooit het plan, nee. Maar ik heb wel ontdekt dat ik het heel graag doe.”

Zachtaardig. Lief. Grappig. Muzikaal. Keigoeie acteur. Stop de klok. Als we De Slimste Mens-gewijs eens rondhoren bij Woestijnvis, zijn dit letterlijk de woorden die gelinkt worden aan Bert Janssens, sinds een kleine zeven jaar vaste waarde bij het satirisch praatprogramma De Ideale Wereld (DIW).

Bert Janssens, met roots in Gistel, begon bij DIW als schrijver en dook gaandeweg steeds vaker op in sketches, waarbij hij ook geniaal grappige personages bedacht als drillrapper Killboy Sweet, charmezanger Roland en inspecteur Pappers. Sinds een tijdje is hij ook sidekick van het programma. Wanneer we polsen of zijn ambities vier meter verder in de studio liggen als presentator, begint hij ongemakkelijk heen en weer te schuifelen. Want hij heeft het gevoel dat hij meer dan ooit op zijn plek zit en is vooral hard bezig om de kansen die hij vandaag krijgt, zo goed mogelijk te doen slagen.

Hoe ben je hier eigenlijk terechtgekomen?

“Ik was aan het werk als klankman en stond op sets van fictiereeksen als De regel van 3S en Buck (te zien op Ketnet, red.). Maar ik was eigenlijk niet zo goed, mijn perche (microfoonhengel, red.) hing al eens in beeld. (grijnst) Op een gegeven moment zag ik iets passeren van De Ideale Wereld. Ik was fan van het programma en had het gevoel dat het wel iets voor mij zou zijn. Dus stuurde ik iets in.”

Met welke ingesteldheid ben je toen gestart?

“Redelijk onbezonnen eigenlijk. Je mag ook geen schrik hebben van mensen naar wie je opkijkt of om shit in de groep te gooien. Het is maar als je dúrft dingen maken, dat je beter wordt in wat je doet.”

Wilde je toen al acteren?

“Dat was nooit de bedoeling, of ik had het niet per se verwacht. Maar de realiteit is dat ze bij DIW à la minute acteurs nodig hebben. Als je dan hier rondloopt, hebben ze je al eens vast. (lacht) Het was nooit het plan, nee. Maar ik heb zo wel ontdekt dat ik het heel graag doe.”

Je job lijkt me wel eentje waar je je moet voor smijten.

“Sowieso. Gasten die hier voor de eerste keer spelen, vragen soms tips en dan geven we altijd mee dat ze zich zo veel mogelijk moeten smijten. Je moet je gêne achterlaten, dat levert nog altijd het grappigste op.”

Schiet er nog veel gêne over bij jou?

“Heel weinig. Het kan heel gênant zijn, ja. Enfin, het is niet dat ik de politiek inga of op een plek ga komen waar dat erg is. Ik kan nog altijd mezelf aankijken in de spiegel. Ik denk niet dat ik ooit ga moeten verantwoorden waarom ik in een pamper op tafel lag.”

Bert Janssens: “Als je vraagt wat mijn grootste passie is, dan zal het wellicht muziek zijn.”
Bert Janssens: “Als je vraagt wat mijn grootste passie is, dan zal het wellicht muziek zijn.” © Christophe De Muynck

Er staan ook nog altijd filmpjes online van jou als drummer bij Skag Sessions…

“Ah, ik heb dat onlangs ook nog gezien. Best confronterend.”

Je stond godbetert op dezelfde affiche als SX in de finale van Westtalent in 2009. Zat dat muzikale er altijd al in?

“Toch wel. Al van jongs af aan speelde ik in bandjes. Als je vraagt wat mijn grootste passie is, dan zal het wellicht muziek zijn. Al lijkt dat misschien niet zo, omdat ik er niet zo hard mee bezig ben. Recent hebben we wel na vier jaar pauze de draad weer opgepikt met Alpha Whale. We zijn zelfs aan nieuwe nummers aan het werken.”

Kom je überhaupt uit een creatief nest?

“Mijn pa is gepensioneerde flik bij de scheepvaartpolitie, mijn mama was bibliothecaresse.”

Dat klinkt streng.

“Ah nee, mijn pa was een heel atypische flik. Heel sociaal geëngageerd ook, hij speelt regelmatig toneel bij amateurgezelschappen. Mijn mama is dan weer heel spontaan en grappig. Zij is diegene die de observaties maakt en altijd uitpakt met geweldige mopjes. Ik heb voor de rest nog twee broers en een zus. De ene werkt bij Wegen & Verkeer, de ander bij het ACV en mijn zus is opvoedster in een internaat.”

Dan heb jij wellicht de meest spannende verhalen op een familiefeest?

(lacht) “Eigenlijk niet, want er gebeuren veel interessantere dingen in de echte wereld. Ik kan al eens vertellen dat ik die of die BV heb ontmoet en dat het wel plezant was, maar zij hebben veel meer verhalen te vertellen.”

Wat is het moeilijkste aan je job?

“Ik vind schrijven niet makkelijk. We zitten met enkele heel getalenteerde schrijvers en ik voel dat het niet honderd procent mijn ding is. Het acteren heeft me nooit veel moeite gekost. (denkt na) Maar het moeilijkste is misschien wel de druk. Je moet constant presteren. Het moet snel en goed zijn. Maar door hier al zo lang te werken heb ik wel genoeg zelfvertrouwen en bevestiging gekregen. Het is heel anders dan in het begin, wanneer je schrik hebt om je job kwijt te spelen na een minder moment.”

Je zit in een competitieve sector, met dagelijkse deadlines, tijdsdruk en het moét dan ook nog eens grappig zijn. Zoiets klinkt als een aanslag op je zelfvertrouwen.

“Eigenlijk wel. Ah, fuck. (lacht) Nee, ik heb het geluk dat ik iets heb gevonden waarin ik me goed voel. Niet dat je elke dag applaus of complimenten krijgt, maar je krijgt wel meteen feedback. Wat anders is als je meewerkt aan een programma en het verschijnt pas na drie maanden op antenne. We hebben hier elke dag de opportuniteit om trots te zijn op wat we doen. En ja, je kan op je bek gaan. Maar de dag erna begin je weer helemaal opnieuw.”

Is dat iets dat je makkelijk kan loslaten?

“Oppervlakkig gezien wel. Maar ik merk aan mezelf en mijn systeem dat ik dat pas volledig loslaat als het seizoen afgelopen is. Dan merk ik dat ik weer wat beter slaap. Het is dubbel, je zit de hele tijd in een soort stresssituatie dat je een paar maanden moet volhouden en tegelijkertijd voel ik me hier helemaal niet onveilig.”

Je stond ook al op sets van fictieseries, van ‘Nonkels’ tot ‘Dansaertvlamingen’. Is dat een groot verschil met sketches?

“Sketches draaien is veel vluchtiger. Omdat je weet wat er van je verwacht wordt, zit het er vaak snel op. Op een grote set komt er veel meer bij kijken, er staat daar al snel tien keer zoveel volk op de set. Onlangs had ik een draaidag voor een Nederlandse reeks, Elixir. Ik had me in verschillende castingbureaus ingeschreven en eentje bleek achteraf een Nederlands bureau te zijn. Ze zochten iemand die de rol van journalist op zich wilde nemen. Bij DIW moet ik soms vier pagina’s tekst in één shot krijgen, en dat lukt. Op die Nederlandse set had ik drie lijntjes tekst, maar wel twintig figuranten in mijn rug. Dat was dus wel een ander verhaal. Zoiets zet je weer meer op scherp.”

Bert over De Ideale Wereld: “Het moeilijkste is misschien wel de druk. Je moet constant presteren. Het moet snel en goed zijn.”
Bert over De Ideale Wereld: “Het moeilijkste is misschien wel de druk. Je moet constant presteren. Het moet snel en goed zijn.” © Christophe De Muynck

Zijn er bepaalde rollen die je nog ambieert?

“Niet specifiek. Ik kijk heel graag naar fictie en ik heb ontdekt dat ik het leuk vind en ook wel goed kan. Dus ik heb zeker ambitie. Ik wil héél graag vaker acteren. En niet noodzakelijk een komisch personage.”

Ik heb me laten wijsmaken dat je bijna de Sheriff had vertolkt in ‘Chantal’.

“Dat klopt. Het heeft niet veel gescheeld.”

Zuur?

“Goh, toen bleek dat ik de rol niet te pakken had, heeft dat wel wat gestekt. Maar Dries (Heyneman, red.) doet dat wel supergoed. Het beetje verdriet dat ik had, is al lang gepasseerd. Ik zat in het eerste seizoen van Nonkels en straks ook heel kort in het tweede.”

Als je zo’n rol misloopt en meer wil acteren, komt er dan geen druk bij kijken? Anders gezegd: blijft er dan nog genoeg zelfvertrouwen over?

“Het zou machtig zijn als ze mij regelmatig zouden bellen, dat wil ik ook graag. Ik ben overtuigd dat het ook niet altijd aan mijn kunnen ligt. Pas ik in een rol? Denken ze aan mij op het juiste moment? Ik ben daar wel geduldig in. Dat heb ik intussen geleerd: het kan snel gaan, maar het kan ook lang duren. Eigenlijk ben ik vandaag al betaald acteur, terwijl ik er niet voor gestudeerd heb. Ik kan hier elke dag spelen. Op dat vlak zit ik in een luxepositie. En ja, ik wil meer. Maar ik ben ook geduldig en content met wat ik heb. Ik denk dat ik genoeg in mijn leven en carrière heb om niet te moeten wanhopen.”

En zelf schrijven, zit dat erin?

“Ik voel wel dat ik meer een speler dan een schrijver ben. Ik zou niet honderd procent de drijvende kracht kunnen of willen zijn. Maar ik broed wel op iets met collega Willem (Leyssens, red.). Misschien maken we er deze zomer wel werk van.”

‘Killboy Sweet: The Movie’?

(lacht) “Sommige dingen laat je maar beter voor wat ze zijn. Willem schrijft voor DIW niet alleen dialogen maar bedenkt en schrijft ook sketches. Hij heeft een fantastische pen. Dat is iemand die geweldig goed verhalen kan vertellen, iemand naar wie ik ook opkijk.”

Heb je trouwens een bepaald favoriet personage om te spelen?

“Roland is wel geestig. Dat is echt een debiel. Het is geen uitgepuurd personage, maar eerder oppervlakkig. Een loser die alles heel serieus wil uitleggen. Killboy Sweet is ook zo iemand. In elk goed personage dat ik speel, zit er wel een loser verborgen. Het coole aan inspecteur Pappers is dat het eigenlijk een persiflage is op een rol die ik heel graag zou willen spelen, in een donkere flikkenserie à la The Bridge. Ik denk ook wel dat mijn persoonlijkheid daartoe zou lenen.”

Heb je dan geen schrik dat regisseurs of schrijvers dat niet in je zullen zien?

“Dat risico bestaat, ja. Maar ik heb geen schrik om mij te verbranden. Nog eens: veel acteurs dromen van wat ik elke dag mag doen. Die arrogantie heb ik wel, dat ik wéét dat ik ook zoiets kan spelen. Dat de kijker daar ook voorbij kan kijken. Kijk maar naar wat Jelle De Beule deed in De Dag. Het is misschien wat moeilijker als komisch acteur, maar niet onmogelijk.”

Met wie zou je graag nog eens op de set willen staan?

“Ik was wel onder de indruk van Pommelien Thijs in Knokke Off. Ze deed dat heel goed. Naar iemand als Geert Van Rampelberg kijk ik ook heel hard op.”

En wie mag er altijd langskomen als gast in DIW?

“Sam Gooris. Hij is onbevangen grappig en de liefste BV die ik ooit ontmoet heb. Ik hou van mensen die weinig remmingen hebben of niet bang zijn om hun gedacht te zeggen.”

Over DIW gesproken, zit er een wereldverbeteraar in jou?

“Misschien toen ik jonger was. Ik wilde graag dat iedereen het goed heeft. Ik denk wel dat ik het hart op de juiste plek heb en ben wel solidair, maar mezelf een wereldverbeteraar noemen, is net een stap te ver, denk ik.” (lacht)

Lees meer over: