Dertig jaar geleden zag het allereerste Kasteelbier het licht in de toenmalige brouwerij in Ingelmunster en in datzelfde jaar deed ook huidig ceo Xavier Vanhonsebrouck zijn intrede. Drie decennia later is er een absolute topbrouwerij in Izegem neergepoot en zijn de Kasteelbieren uitgegroeid tot een mondiaal begrip. Wij laten de man in drie sleutelmomenten op zijn carrière terugblikken.
1991: een sleuteljaar
“1991 was een allesbepalend jaar voor onze brouwerij”, zegt Xavier (54), de vijfde generatie die aan het roer staat. “Eigenlijk is het eenvoudig: zonder Kasteelbier zaten we nu niet in het Bierkasteel, zoals we onze moderne brouwerij ook noemen. Ik had er begin jaren negentig net drie jaar bij Heineken in Frankrijk op zitten, waar ik een pak commerciële ervaring had opgedaan. Mijn vader Luc, de geestelijke vader van Kasteelbier, vroeg me om terug te keren.”
“Ik zag meteen het potentieel van het toen nog volledig nieuwe bier. Eind jaren tachtig waren de abdij- en trappistenbieren enorm populair en mijn vader wou in de voetsporen van de paters van Westvleteren treden. Enkele jaren eerder had hij met zijn broer Marc het kasteel van Ingelmunster gekocht en daar wilde hij iets mee doen. Aanvankelijk bestond enkel de donkere versie in flessen van 75 centiliter die je uitsluitend aan de kasteelpoort kon kopen.”
In Ingelmunster zaten we aan ons plafond. Zonder verhuis zou ik de laatste generatie geweest zijn
“In 1991 ben ik Kasteelbier beginnen commercialiseren. Belangrijk, want toen bestond 80 procent van onze omzet uit de verkoop van het St-Louisgamma, een verzadigde markt met erg veel concurrentie. Ik kreeg per bak 2,50 euro marketingbudget, daarmee moest ik de klus klaren. Maar het is me gelukt, daar ben ik enorm trots op. Met Kasteelbier creëerden we trouwens een nieuw segment, iets wat ons geen windeieren gelegd heeft. Dertig jaar geleden bedroeg het jaarlijkse brouwvolume 60.000 hectoliter, nu is dat 145.000.”
Nu zijn de verschillende Kasteelbieren in een zeventigtal landen te verkrijgen. “Frankrijk is ons belangrijkste exportland, gevolgd door Nederland en Rusland als een stevige derde. Maar even opmerkelijk is het verhaal in Israël. Een land dat je niet meteen met zware bieren associeert, maar we hebben er een grote afzetmarkt gerealiseerd.”
Zelf zet Xavier het liefst de Cuvée du Chateau aan de lippen, een complex bier van 11 procent. “Elke keer opnieuw genieten”, zegt hij. “Wat mij betreft, kan onze Cuvée zijn voet zelfs naast enkele topwijnen zetten.”
2001: van K8 naar Kasteel Rouge
Twintig jaar geleden werd de voorloper van de Kasteel Rouge, met voorsprong het populairste bier uit de Vanhonsebrouckstal, in het leven geroepen. “Met de K8 – uit te spreken op zijn Frans – wilden we de jeugd bereiken. Toen was die verslingerd aan de Bacardi Breezers van deze wereld, wij wilden een antwoord daarop bieden. Het resultaat was een zoet bier van 8 procent, op basis van onze Kasteel Donker en verrijkt met kersen.”
“De verkoop in eigen land liep meteen als een trein en onze Amerikaanse importeur wilde het bier ook in de States introduceren. Alleen de naam bekte niet zo goed, vond hij. Dankzij die man vond de omdoping naar Kasteel Rouge plaats. Nu is de Rouge goed voor 40 procent van onze totale productie en net als met het eerste Kasteelbier wisten we ook nu weer een nieuwe bierstijl neer te zetten. In die mate zelfs dat tal van collega-brouwers in onze voetsporen getreden zijn. Daar ben ik oprecht preus op. Als ze je kopiëren, weet je dat je goed bezig bent. En neem het van mij aan: het origineel is nog altijd het beste bier”, knipoogt hij.
Vandaag rollen er jaarlijks 17,5 miljoen flesjes Kasteel Rouge van de band om wereldwijd de weg naar de bierfanaat te vinden.
2016: verhuizing naar Izegem
Vijf jaar geleden zette Xavier Vanhonsebrouck een absoluut huzarenstukje neer. Voor het eerst in meer dan honderd jaar werd er een volledig nieuwe brouwerij gebouwd en volgde er een delokalisatie. “Een verhuizing was broodnodig”, stelt hij. “Onze brouwerij in het dorpscentrum van Ingelmunster was organisch gegroeid, maar we zaten er aan ons plafond.”
Een nieuwe thuis vond Xavier een goeie kilometer verderop, net over de grens met de Izegemse deelgemeente Emelgem. Op de site van een voormalige meubelfabriek werd een nagelnieuwe brouwerij neergepoot die vandaag hét uithangbord van de brouwerij is. “Ingelmunster verlaten, gebeurde niet met de glimlach”, geeft Xavier toe. “Onze brouwerij werd er groot, maar verder groeien was onmogelijk geworden. Zonder een verhuizing zou ik de laatste generatie geweest zijn, daar ben ik van overtuigd. Nu hebben we een schitterende toekomst voor ons. Eigenlijk is het eenvoudig: het Bierkasteel is onze verzekering voor de komende honderd jaar.”
Met het bouwproject ging een investering van 45 miljoen euro gepaard en sinds 2016 werd opnieuw 15 miljoen euro besteed aan onder andere een nieuwe blikkenlijn en etiketteermachine. “We blijven investeren”, benadrukt de ceo. “Straks plaatsen we extra tanks en we zien ons brouwvolume en omzet jaar na jaar stijgen. Dit jaar zullen we afklokken op een groei van 16 procent in vergelijking met 2019, voor 2022 ligt het doel op plus 12 tot 15 procent.”
Naast een state of the art-brouwerij herbergt het Bierkasteel ook een horecazaak en feestlocatie. “Tijdens het coronajaar 2020 moesten we liefst 42 trouwfeesten afgelasten. Dat bewijst dat we hier de juiste weg zijn ingeslagen. We willen meer zijn dan een brouwerij, zoveel is duidelijk.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier