“We beschouwen onszelf als een Vlaamse haven”: Duinkerkse haven mikt steeds meer op West-Vlaamse investeerders

Daniel Deschodt, algemeen directeur van de Grand Port Maritime de Dunkerque. “We zijn de economische long voor de brede regio. En daar valt ook een deel van jullie land onder.” © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Een van dé exponenten van de economische ontwikkeling van Noord-Frankrijk is de Grand Port Maritime de Dunkerque. Vandaag hebben een negental West-Vlaamse bedrijven een vestiging in de havenstad en dat aantal mag voor directeur Daniel Deschodt zeker verder aangroeien. “België, en zeker West-Vlaanderen, zien we als familie. We beschouwen Duinkerke dan ook als een Vlaamse haven.”

De haven van Duinkerke draagt een lange geschiedenis met zich mee. In de elfde eeuw, toen de regio nog onder het graafschap Vlaanderen viel, rees er een kleine vissershaven uit de grond.

Vandaag is de Grand Port Maritime de Dunkerque de derde grootste haven van Frankrijk – na Marseille en Le Havre – en beslaat die liefst zevenduizend hectare, verdeeld over tien gemeenten.

“Wij zijn het ideale platform voor de productie en verdeling van goederen over Europa”, stelt algemeen directeur Daniel Deschodt (56). “We liggen pal aan de Noordzee, de drukste zeeweg van de wereld. De circa driehonderd bedrijven die hier actief zijn, creëren een jaarlijkse toegevoegde waarde van 3,9 miljard euro. In totaal verschaft onze haven (on)rechtstreeks werk aan 30.000 mensen.”

Goed sociaal klimaat

Dat steeds meer (West-)Vlaamse bedrijven de haven weten liggen, is volgens Deschodt de logica zelve. “We hebben dezelfde ingesteldheid. Net als West-Vlamingen zijn we harde werkers en hebben we dezelfde kijk op zakendoen.”

“België, en zeker West-Vlaanderen, zien we als familie” – Daniel Deschodt, directeur Grand Port Maritime de Dunkerque

“Daarnaast is er hier nog ruimte zat én we hebben geografisch gezien een perfecte ligging. Dichtbij het Verenigd Koninkrijk en perfect ontsloten richting de rest van Europa, zowel via de weg, over het spoor als op het water. Ook het sociaal klimaat is hier optimaal.”

De Belgische bedrijven die in Duinkerke neerstrijken, zijn dus meer dan welkom. “België, en zeker West-Vlaanderen, zien we als familie”, gaat Daniel Deschodt verder.

© JOKE COUVREUR

“We beschouwen Duinkerke niet enkel als een Franse haven, maar evenzeer als een Vlaamse. We zijn de economische long voor de brede regio rondom ons. En daar valt ook een deel van jullie land onder. De Belgische bedrijven die hier opereren, zijn onze perfecte ambassadeurs.”

En die leveren alvast goed werk, want de laatste jaren is de concrete interesse in de Duinkerkse haven vanuit onze contreien alleen maar toegenomen. “Onze haven wordt door jullie ondernemers als het ware herontdekt. En dat is alleen maar bevorderlijk voor de werkgelegenheid. Neem nu de nieuwe site van Clarebout Potatoes, daar zullen straks enkele honderden mensen aan de slag kunnen.”

Veel gelijkenissen

Dat Voka West-Vlaanderen bedrijven mee op weg zet in Noord-Frankrijk, juicht Deschodt toe. “We lijken veel meer op elkaar dan we denken. We kunnen elkaar alleen maar verder versterken en van elkaar leren.”

De komende jaren wil Duinkerke nog meer de Belgische kaart trekken. Tegen 2030 zal de haven 130 hectare extra voor logistieke activiteiten en 160 hectare voor industrie ter beschikking hebben. “Die mogen zeker ook door mensen van bij jullie ingevuld worden. Vanuit Duinkerke kunnen zij de hele wereld bedienen.”

Clarebout Potatoes: “Duinkerke is een logische keuze”

Clarebout Potatoes heeft sinds eind vorig jaar de site in Duinkerke al deels in gebruik genomen. Dit najaar moet een tweede productielijn in gebruik genomen worden. Er worden diepvriesfrieten en aardappelvlokken gemaakt. “Vandaag zijn er al 320 mensen actief, eind dit jaar zullen er meer dan 400 medewerkers aan de slag zijn”, zegt communicatieverantwoordelijke Raphaël Tassart.

“Duinkerke was een voor de hand liggende keuze. Er worden veel aardappelen geteeld, daarom wilden we een productie-eenheid dichtbij de velden. Zo beperken we ook het transport over de weg. We vinden er ook gekwalificeerde mensen en dankzij de haven kunnen we wereldwijd op een duurzame manier exporteren.”