Na véél regen komt eindelijk zonneschijn: redt zomerweer de oogst?

“De seizoenen zijn niet meer voorspelbaar”, zucht landbouwer Stijn Dewulf uit Ledegem. © Jan Stragier
Philippe Verhaest

Een volledig uitgeregend voorjaar en een nog nattere maand juli hebben onze landbouwers al een pak kopzorgen bezorgd. Nu de zomer eindelijk in het land is, koesteren ze de stille hoop dat warmer en vooral droger weer nog een en ander kan goedmaken. Maar wat betekent dit voor het dagelijkse werk op de hoeve? En wat met de prijzen? Wij legden ons oor te luister bij de sector.

“Ik heb mijn kalender voor dit jaar in de kast moeten stoppen. Op 19 oktober 2023 is het beginnen regenen en eigenlijk is het niet meer opgehouden. Bijna letterlijk. Neem het van mij aan: evident werken was het allesbehalve.”

Aan het woord is Stijn Dewulf (38), derde generatie landbouwer in Ledegem. Naast melkvee doet hij ook aan akkerbouw en verbouwt hij gras(kruiden), maïs, granen, wintergerst en -tarwe en winterkoolzaad als veevoeder en aardappelen, ajuinen, wortelen en suikerbieten voor de grote groenteverwerkende bedrijven in de regio.

“Vorig jaar kon ik door de overvloedige regenval onze wortelen en een deel van de aardappelen niet oogsten. Die hebben we moeten in de grond frezen. En de wintertarwe hebben we gewoon niet kunnen zaaien.” Dezelfde teneur afgelopen voorjaar. “Toen hebben we alles tot twee maanden later moeten zaaien of planten. En zo schuift ook de rest van je planning op. Bepaalde gewassen zullen tot dertig procent minder opbrengen, waardoor ik dan weer meer veevoeder zal moeten inkopen.”

“De komende weken zullen bepalen hoe de gewassen zich verder zullen ontwikkelen” – landbouwer Stijn Dewulf

Het rustige zomerweer is dan ook welkom, klinkt het. “Al mag het ook weer niet té lang droog zijn, want dan krijgen onze gewassen droogtestress. Het huidige weertype is perfect: overdag relatief hoge temperaturen, afgewisseld met af en toe een bui. En die vallen best ‘s nachts, zodat we kunnen doorwerken. En we hopen dat dit ook komend najaar het geval zal zijn. Dan staat onder andere de aardappel- en maïsoogst op het programma en is de grond best niet té waterverzadigd.”

“Een langer groeiseizoen kan veel compenseren, maar hoe later op het jaar, hoe groter de risico’s op moeilijker oogsten. Het mag ook niet té warm worden, want dan zorgt de combinatie van een hoge vochtigheidsgraad met hitte voor schimmelziektes. Dit is nu bijvoorbeeld in de aardappelteelt een item.”

Cruciale weken

De komende weken worden cruciaal, stelt Stijn. “Die zullen bepalen hoe de gewassen zich verder ontwikkelen. En kunnen we nog enigszins op schema blijven. Ik moet in elk geval op een totaal andere manier werken dan mijn (groot)ouders. In hun tijd waren de seizoenen nog ietwat voorspelbaar. Dat is nu niet meer het geval.”

Bart Dochy, Ledegems burgemeester en Vlaams parlementslid voor CD&V, knikt. Als landbouwer verbouwt hij momenteel vlas, bieten, maïs en aardappelen en wordt hij met dezelfde uitdagingen als Stijn geconfronteerd.

Vlaams parlementslid en landbouw Bart Dochy, samen met Stijn Dewulf.
Vlaams parlementslid en landbouw Bart Dochy, samen met Stijn Dewulf. © Jan Stragier

“Het weer hebben we niet in de hand, maar onze overheden blijven de boeren maar regels opleggen. Tegen 1 september moeten bepaalde vanggewassen (groenbemestingsgewas dat na hoofdgewas geteeld wordt om uitspoeling meststoffen tegen te gaan, red.) gezaaid zijn, maar daarvoor moet je eerst je hoofdgewas kunnen oogsten. Die strakke deadlines zorgen voor extra stress.”

“De toekomstige Vlaamse regering moet naar de landbouwers luisteren en goeie afspraken maken. Een boer moet zich flexibel kunnen opstellen. Geef hem ook die ruimte” – Bart Dochy, landbouwer en Vlaams parlementsid

Dochy pleit ervoor dat de toekomstige Vlaamse regering rekening houdt met de praktijk. “In casu: de landbouwers. Zij staan elke dag in het veld en voelen als eersten de gevolgen van de klimaatverandering. Lúister naar hen, maak goeie afspraken. Een boer moet zich flexibel kunnen opstellen. Wel: geef hem ook die ruimte en verantwoordelijkheid. Niemand die beter de dynamiek tussen natuur en akker kent en die ook perfect in harmonie kan brengen.”

Aanpassen noodzakelijk

Ook de aardappeltelers kijken met argusogen naar welk weer het najaar brengt. “Door de overvloedige regen tijdens de lente zijn er tot eind juni aardappelen gepoot”, zegt Christophe Vermeulen, ceo van aardappelhandels- en verwerkersorganisatie Belgapom. “Normaal gezien moet dat eind april of ten laatste begin mei achter de rug zijn. Dat betekent dat ook het rooiseizoen opschuift: van midden september naar half oktober tot begin november.”

© Jan Stragier

“De aardappelen groeien momenteel goed, maar we hopen écht dat het weer straks meezit. Als de akkers er kletsnat bijliggen, wordt het net zoals vorig jaar moeilijk rooien. In 2023 moesten we zeven tot tien procent van de totale opbrengst op de velden achterlaten. Als dat straks opnieuw zo is, komt de verwerkende sector in de problemen. Want dan is er onvoldoende toevoer.”

Vermeulen stelt dat we stilaan rekening moeten houden met extreme weersituaties. “De afgelopen vijf jaar werden we met de regelmaat van de klok geconfronteerd met lange periodes waarbij het weer geblokkeerd zat. Met lange droogte of extreme regenval tot gevolg. We hebben geen andere keuze dan ons aan te passen. We moeten op zoek naar nieuwe aardappelrassen en nieuwe poot- en rooitechnieken. Dit geldt trouwens voor de volledige landbouwsector.”

Veiling ziet groenteprijzen ‘normaliseren’

De Roeselaarse REO Veiling leeft mee op het ritme van de landbouwers. “Die hebben er inderdaad geen makkelijk voorjaar opzitten”, zegt directeur Filip Vanaken. “We werden geconfronteerd met een dalende aanvoer, een direct gevolg van de kletsnatte weersomstandigheden. Maar de omzet lag wel hoger, door de stijgende prijzen.”

“”Nu lijkt de natuur zich opnieuw te herstellen. We zijn in een volstrekt normale Belgische zomer beland, met mooie temperaturen en af en toe wat neerslag. Want het moet blijven regenen om de gewassen te laten groeien. Tegelijk is het fingers crossed dat we een relatief droog najaar tegemoet gaan, zodat het oogsten vlot verloopt.”

“”Momenteel lijken de prijzen zich te normaliseren, zonder grote schommelingen. Maar het weer heeft niemand in de hand. En laat dát nu net de factor zijn die heel veel bepaalt in onze sector. Samen met het veilinggegeven, want we blijven afhankelijk van wat de markt verlangt.”

Ook wijnbouwers leven op hoop

Ook de West-Vlaamse wijnbouwers kreunden onder het barslechte, en vooral kletsnatte weer. Maar er is hoop, zegt Martin Bacquaert van Entre-Deux-Monts in Heuvelland. “Het weer heeft ons stevig uitgedaagd. We kregen hagelbuien over ons heen, moesten vriestemperaturen sorteren en de overvloedige regen bezorgde ook ons kopzorgen. Met andere woorden: het was niet evident, want de ziektedruk op onze wijnranken was vaak hoog.”

Het drogere weer wordt dan ook met open armen ontvangen. “Al zal de pluk met twee tot drie weken opgeschoven worden: van begin september naar het einde van de maand.”

Over de kwaliteit van de druiven is het te vroeg om uitspraken te doen, klinkt het. “Daarvoor zijn de komende weken cruciaal. We duimen voor hoge temperaturen en weinig neerslag, zodat het suikergehalte van onze druiven kan stijgen. Het seizoen 2024 is allesbehalve verloren.”