Algemeen Belgisch Vlasverbond heeft eerste vrouwelijke directeur ooit: “Ons vlas is even Belgisch als bier, frieten en chocolade”

Veronique Standaert. © JC
Philippe Verhaest

Het Algemeen Belgisch Vlasverbond heeft sinds 1 juni een nieuwe directeur. Jan Sijnave gaat na zeven jaar met pensioen, Véronique Standaert neemt de fakkel over. De Egemse wordt de eerste vrouw die de meer dan 100 jaar oude organisatie zal leiden, al kent ze de sector erg goed. “We moeten van vlas een Belgische trots maken. Iedereen kent ons bier, onze frieten, de chocolade. Vlas past perfect in dat rijtje. Topkwaliteit op wereldniveau.”

Het Algemeen Belgisch Vlasverbond mag dan misschien de leeftijd van een eeuweling overschreden hebben, de instantie is anno 2022 springlevender dan ooit. In 2014 telde het ABV nog 86 leden, vorig jaar waren dat er voor het eerst sinds lang opnieuw meer dan honderd: 101 om exact te zijn. Daarvan zijn er om en bij de 45 ook effectief als vlasser aan de slag.

Dat uitgebreide ledenbestand heeft sinds 1 juni een nieuwe directeur: de Egemse Véronique Standaert (53) volgt Kortrijkzaan Jan Sijnave (65) op. Haar wittebroodsweken zijn ondertussen achter de rug. “Ik ben terecht gekomen in een wereld vol gepassioneerde ondernemers, met een prachtig product dat de laatste waren weer hip en trendy is geworden”, zegt ze. “Dat doet het beste voor de toekomst vermoeden.”

Lobbywerk

Véronique, die thuis nog een landbouwbedrijf van elf hectare met maïs, tarwe en gras runt, was jarenlang zelfstandig consulent in de dierenvoedingssector en kwam voor lijnzaad bij een pak vlasbedrijven over de vloer. “Een groot pluspunt”, omschrijft ze die ervaring. “Maar nu draag ik een ander petje: dat van directeur van het ABV. Daarom wil ik alle vlassers een bezoek brengen om elkaar nóg beter te leren kennen. Tegen de zomer van 2023 wil ik daarmee klaar zijn. Ik zie het zo: vroeger helikopterde ik boven de bedrijven, nu zal ik er met beide voeten in staan. Ik ben geland. En dat voelt goed.”

De vlassector omschrijft Véronique Standaert als een kleine, maar erg fijne familie. “Het is een prachtige nichewereld waar mensen vol passie aan het roer staan. Ze zijn preus op wat ze doen en voortbrengen. Vlassers hebben geen uren, ze zijn het 24/7. En als ze over hun vlas praten, zie je de ogen blinken.”

Als landbouwingenieur wil Véronique het landbouwmatige hoog in het vaandel dragen. “Maar ik wil ook werk maken van de verdere algemene erkenning van vlas. We moeten weer tot het basisareaal van de landbouwer behoren. Zoals die maïs, tarwe en aardappelen teelt, moet het ook een no brainer zijn om elk jaar vlas te zaaien. Er wacht me daar flink wat lobbywerk, maar de troeven zijn legio: er zijn geen meststoffen nodig, het is een waterarme teelt, zware landbouwwerktuigen kan je achterwege laten…”

Met het ABV wil Véronique een centraal aanspreekpunt worden. “De vlasser kan op ons rekenen. Onze deur staat altijd open. Vragen, voorstellen, suggesties, problemen: we zullen altijd luisteren en helpen.”

Belgische trots

De toekomst ziet Véronique hoopvol tegemoet. “Vlassers zijn ondernemers in de meest pure zin van het woord. Ze doen álles. Een vlasser promoot zijn gewas, hij moet het verkopen, hij verwerkt het, hij brengt de vele administratie in orde… Flexibiliteit en veerkracht zijn dé codewoorden. In het kwadraat, zelfs.”

Als deze ondernemers over hun vlas praten, zie je hun ogen blinken

“Ook het feit dat zo goed als alles van de vlasplant kan gebruikt worden, is een enorme troef. De interessante nevenstroom aan bijproducten: korte vezels, lemen. De nieuwe toepassingen blijven opduiken: leem als isolatie voor woningen, lijnzaadolie in de biochemie… Er is recent zelfs een cello uit vlas gebouwd. Nu wordt het zaak om dergelijke projecten een solide basis te geven en gangbaar te maken. We moeten van vlas een Belgische trots maken. Iedereen kent ons bier, onze frieten, de chocolade. Vlas past perfect in dat rijtje. Topkwaliteit op wereldniveau.”

Ook de uitdagingen zal de nieuwbakken directeur niet uit de weg gaan. “De klimaatverandering mogen we niet negeren. Al geldt dit voor de hele landbouwsector. Daarom moeten we, nog meer dan nu het geval is, inzetten op de ontwikkeling van nieuwe rassen die hitte- en droogteresistent zijn. Daarvoor zijn onze nauwe banden met de vele partners in de wetenschaps- en onderwijswereld van groot belang. Zo wordt precisielandbouw steeds belangrijker. Data driven wordt hét sleutelwoord. Ook in ’t vlas.”

Clichébeeld aanpakken

Het imago van de vlaswereld wil Véronique ook een nieuw elan geven. “Het is al een tijdje geen evidentie meer om de juiste mensen te vinden”, zegt ze. “De vlaswereld staat vaak achteraan de rij om mensen te rekruteren. Het clichébeeld van een fysiek erg zware en stofferige sector gaat al een hele poos niet meer op. Aan ons om dat te veranderen. De sector is erg aantrekkelijk: werken met een natuurlijk product bij een familiebedrijf om de hoek. Kan het mooier?”

Straks staat het seizoen voor de deur, een drukke zomer waarin de vlassers hun groeite oogsten en naar huis halen. “Ik kijk ernaar uit om de sfeer ter plekke op te snuiven”, aldus Véronique Standaert. “Dat heb ik de voorbije maanden trouwens ook al gedaan, want ik ben me al even aan het inwerken. Ik heb velden met wintervlas bekeken, ben tijdens het zaaien poolshoogte gaan nemen… Mijn bewondering voor de vlassers is erg groot. De zomer is de meest intensieve periode van het jaar voor hen. Dan werken ze haast de klok rond.”

“Ik ben vooral gelukkig dat een grote groep jonge vlassers klaarstaat. Zij moeten trots zijn op wat ze doen. De vlaswereld is een prachtige omgeving en heeft met recht en reden een fantastische toekomst voor zich. Ik kan hen alleen maar aanraden om alle kansen te grijpen en zo België verder te laten uitgroeien tot een van de meest toonaangevende regio’s voor deze mooie vezel.”