Op de Mercator met Hans Dewitte van kleinVerhaal: “Wij zetten kleine verhalen op een groot podium”

Hans Dewitte: “Met kleinVerhaal willen we de polarisering in de samenleving tegengaan.” © Davy Coghe
Hannes Hosten

Vier uitverkochte zalen zien zaterdag op het Filmfestival de première van Hazegras, een film van en met wijkbewoners. Het is maar één van de wondermooie projecten van de sociaal-artistieke werkplaats kleinVerhaal. Ook het Koor van het Westerkwartier of de zomerse wijkfeesten Quartiers d’O, om er maar enkele te noemen, komen mede uit de koker van kleinVerhaal. “Het is niet altijd een sprookje. Maar vaak slagen we erin om halve mirakels waar te maken”, zegt coördinator Hans Dewitte (58).

Hans Dewitte komt per bakfiets vanuit de binnenstad tot aan de Mercator gereden. Met dikke jas, trui en sjaal, want ook al schijnt de zon, het is winters koud. We installeren ons en genieten van de warmte van Hans’ verhaal. De warmte die kleinVerhaal de voorbije tien jaar ook al bracht naar de Oostendse wijken.

Waar komt kleinVerhaal eigenlijk vandaan?

“Wij startten in 2002 in Brugge. Ik was toen al een tijd bezig met jeugdtheater, een maat maakte muziek, en nog een vriend was bezig met film. We richtten samen een soort collectief op. Na een tijdje kregen we de kans om een wijkproject te doen in Brugge Sint-Pïeters. Voordien deden we altijd audities, maar in die wijk moesten we voor het eerst aan de slag met iedereen die zich aanmeldde. We kwamen in een andere wereld terecht. We amuseerden ons kapot en besloten altijd die weg op te gaan.”

Maar dat was dus in Brugge?

“Onze uitvalsbasis was Brugge, maar eigenlijk waren we niet gebonden aan een locatie. We kenden een nomadisch bestaan: we streken ergens neer, als aliens, en zetten een sociaal-artistiek project in gang. We werkten in Rijsel, Molenbeek, Zwankendamme, Oostende… Allemaal plaatsen waar een maatschappelijke nood bestond, waar we dachten een antwoord te kunnen bieden vanuit de kunsten en waar het lokale beleid mee wilde investeren. Maar na tien jaar rondreizen wou Vlaanderen ons niet meer subsidiëren. Doordat we rondtrokken, wisten ze nooit waar we zaten. Bovendien pasten we niet in een artistiek vakje: de ene keer maakten we film, de andere keer werkten we rond muziek of architectuur. We hebben daar zwaar tegen geprotesteerd, maar niets hielp. Toen besloten we toch door te gaan, maar zonder geld.”

En jullie verhuisden naar Oostende.

“Om in het subsidiekader te passen, kozen we twee disciplines: muziek en film. Beide zijn makkelijk verplaatsbaar en bij film is er ook het voordeel dat je de mensen kan capteren op hun best. Als ze een mindere dag hebben, speel je de scène gewoon later eens opnieuw. En we moesten dus een vaste uitvalsbasis hebben, en die zijn we gaan zoeken. In twee steden vonden we een maatschappelijke cocktail die voor ons interessant was: Brussel en Oostende, vanwege het grootstedelijke DNA dat beide steden kenmerkt, de mix van culturen en achtergronden die je niet overal vindt. Het beleid en de andere culturele spelers in Oostende waren erg enthousiast over onze mogelijke komst en bereid tot samenwerking. Nog meer dan in Brussel, en daarom is het Oostende geworden. Zelf heb ik mijn boeltje gepakt en ben naar hier verhuisd, met het hele gezin. In Oostende voelden we direct een match. De Oostendenaars hebben het hart op de juiste plaats en zijn heel oprecht. Als iets hen niet aanstaat, dan zal je het horen.”

Je bent dus Oostendenaar geworden?

“Dat mag je nooit zeggen (lacht), maar het blijft de ambitie. Een aangespoelde blijf je. Maar je kan wel twijfel doen ontstaan.”

Wat is het doel van kleinVerhaal?

“Wij brengen niet de grote heroïsche verhalen, maar de kleine verhalen van gewone mensen. Kwalitatief minstens even mooi als de grote verhalen, maar verscholen in de plooien van het leven. Zo willen wij kunsten ontsluiten voor iedereen. Wij zetten kleine verhalen op een groot podium. In Vlaanderen is onze werkvorm een niche, maar wereldwijd is het een heel grote beweging. Community arts vind je in Rotterdam of Rome, maar ook in Nicaragua of in de Bronx van New York. Bij elke productie willen wij uit elke laag van de bevolking iemand betrekken. Zo hopen wij de polarisering in de maatschappij tegen te gaan. Door samen te werken gaan mensen elkaars perspectief verstaan.”

Als je een oproep lanceert, lukt het dan om daarop mensen uit alle lagen van de bevolking af te doen komen?

“Maar zo doen we het niet. We huren een leegstand pand in het hart van de wijk – zo hoeft de eigenaar ook geen leegstandstaks meer te betalen. Minstens twee mensen trekken van daaruit een half jaar lang door de wijk, en spreken mensen aan. Zo komen we allerhande mensen tegen, zowel uit de hoogste als uit de laagste klassen. Een penthousebewoner gaat ook om pistolets op zondag, hé. Al blijft het permanent zoeken. We horen de verhalen uit de wijk en hangen een muur vol met feitjes, urban legends, bruikbare tips. Daarin zoeken we een rode draad, waarmee we een verhaal maken dat we op een vergadering aan de mensen voorleggen. En daarover gaan we dan in dialoog. Zo komen onze projecten tot stand, maar alles bij elkaar gaat daar wel twee jaar over.”

Worden jullie intussen ook weer ondersteund?

“Stapje voor stapje bouwden we dat weer op: eerst door projecten in te dienen voor subsidie, maar sinds 2017 zijn we weer structureel erkend. En krijgen we middelen van Vlaanderen en van de stad Oostende. En we halen ook middelen uit ticketverkoop.”

Wat wordt jullie volgende project?

“We willen onze beide disciplines, muziek en film, samensmeden tot één kroonjuweel: opera. Iets wat elitair heet te zijn, maar ook daar willen we onze vlag planten. Een opera over de uitdagingen van deze tijd, waarmee we de samenleving inspiratie willen geven. De voorbereidingen zijn gestart, in september beginnen de ateliers, en in 2026 willen we een tour door Vlaanderen houden, uiteraard te beginnen in Oostende. Ik kijk er al naar uit. Het kost allemaal veel energie, maar je krijgt er zoveel voor terug. Het is intens, maar heerlijk.”

Bio

Privé: geboren in Varsenare op 4 maart 1965. Getrouwd met An Fonteyne, nieuw samengesteld gezin met zes kinderen en vijf kleinkinderen. Komt uit Brugge, maar woont al zo’n tien jaar in het Westerkwartier.

Opleiding en loopbaan: onderwijzer. Was leerkracht en in zijn vrije tijd actief in het jeugdtheater. In 2002 mede-oprichter van sociaal-artistieke werkplaats kleinVerhaal en werkt er sindsdien ook. kleinVerhaal vestigde zich in 2013 in Oostende.

Vrije tijd: speelt gitaar, ook in een bandje.