Geike Arnaert, prettig onwennig en verrassend ongeremd: “Het meisje is er uit. Vroeger wou ik onkwetsbaar zijn, nu kan ik beter om met aan de grond zitten”

Zangeres Geike Arnaert. © Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Heel erg verlegen, waarschuwde men mij. Een ijskoningin, las ik. Maar neen. Prettig onwennig, dat klopt wél. Een avond met Geike Arnaert, verrassend ongeremd, bracht zoveel meer inzichten. “Ik ben op mijn gemak”, legt ze uit. Dit wordt het verhaal van een meisje uit Westouter dat met haar stem de wereld veroverde, maar intussen wel al haar hele leven koorddanst, eeuwig zoekend. Volgende donderdag met Hooverphonic op het podium van ‘haar’ Dranouter, vandaag in jouw krant: een ontdooide Geike Arnaert. “Zuster Bernard was de liefste ter wereld. En dus wilde ik ook non worden.”

In haar tweede solo-album Lost in Time prijken nummers als Sea of Fools en Sirens call. En haar megahit met BLØF, Zoutelande.

… dan zitten we hier in het oude strandhuis

Wat je vertelt houdt me nuchter en warm

Boven m’n hoofd zie ik de grijze wolken

Ik ben blij dat je hier bent, blij dat je hier bent…

Geika Arnaert (41), de sirene van Westouter, heeft wat met de zee. Er jagen vandaag ook grijze wolken boven de Noordzee, vlak voor ons. En zitten we niet in een oud strandhuis, maar in een paleis, het Thermae Palace. We zijn ook blij dat ze hier is, vanop ons terras turend met haar diepblauwe ogen over het donkere water. Er hangt enige mystiek boven strand en zee, het is de perfecte setting voor een tocht door het leven van Geike Arnaert, al te lang een mysterie genoemd.

Ik kom nog steeds graag wandelen en uitwaaien aan zee, dat blijft een beetje thuiskomen

“Ik herinner me uit mijn kindertijd wel dagjes aan zee, met mijn zussen. Veelal in De Panne of Oostduinkerke, vanuit Westouter het makkelijkst. Spelen op het strand, verloren lopen… En later ben ik wel eens, na een lange nacht uitgaan, spontaan naar zee gereden, om er te verdrinken in de opgaande zon. (glimlacht) Ik heb trouwens ooit enkele maanden in Oostende op internaat gezeten. In het Atheneum, niet mijn ding. Het was wel de eerste keer dat ik in een stad verbleef, buiten Poperinge en Ieper. Mijn ouders wonen nog in Poperinge, ik kom er dus nog wel. En graag. Ik kom ook nog graag wandelen aan zee. Ondergaande zon, lege stranden, uitwaaien… in mijn cocon. In oktober, toen we voor Liefde voor Muziek een hele poos in Westende zaten, kon ik ook genieten van het licht ‘s avonds. Ik hou van die sferen. Hier terugkomen blijft toch thuiskomen. Absoluut.”

Thuis, dat was in haar jeugd in Westouter, met haar twee jongere zussen Kaatje en Anneke, en zuster Bernard (komt later). En in Poperinge, met haar jeugdliefde, de schrijver Thomas Blondeau die veel later, in 2010, met Donderhart een roman schreef over een vroegere liefde… die een succesvolle zangeres is geworden. Blondeau stierf enkele jaren later aan een hartslagaderbreuk, hij was pas 35 jaar. “We waren nog piepjong, toen we samen waren, maar Thomas is heel belangrijk geweest in mijn leven. Hij heeft mij heel veel geleerd, kwam uit een heel andere omgeving, heeft mij vooral aangezet om boeken te beginnen lezen. Het is een groot verlies geweest voor de hele omgeving van Thomas, inclusief mezelf, en voor de Nederlandstalige literatuur. Maar het voelt niet als mijn plaats om het erover te hebben.”

© Kris Van Exel

Eenmaal weg uit de Westhoek begon een zoektocht, nu al meer dan twintig jaar. Geike woonde in Gent, in Antwerpen, in de Ardennen, in Brussel, “op zoveel plaatsen… En wellicht is die zoektocht nog niet gedaan. (nadenkend) Het is geen karaktertrek, denk ik. Het is eerder: nog niet aangekomen. Maar dat zal meer met personen te maken hebben dan met de plaats.”

Maar er is toch al een grote stap gezet, Geike heeft een eigen plek gevonden. “Ik heb een appartementje gekocht in het Brusselse. Met een charmant tuintje, heerlijk. Nog zonder afwasmachine voorlopig (lacht). Helemaal van mezelf. Brussel is een heel fijne stad. En anoniemer voor mij, toch meer dan hier. En mijn zus Kaatje woont in hetzelfde gebouw, ook leuk. We zijn alle drie weggetrokken uit West-Vlaanderen, Anneke woont in Beersel. Ben ik een stadmens, zou ik nooit meer in Westouter kunnen wonen? Dat weet ik eigenlijk niet.”

© Kris Van exel Kris Van Exel

Deze week komt ze wel nog eens aanwaaien, donderdag is ze op de Zomersessie XL Dranouter met Hooverphonic nog eens koningin in eigen land, voor eigen volk. In 2003, toen Hooverphonic voor de eerste keer op het podium van het festival stond, zat haar overgrootmoeder Agnes, 86, ze woonde al 50 jaar op het dorpsplein van Dranouter, er op de eerste rij. Bijna twintig jaar later is het voor Geike nog steeds iets heel bijzonders en spannends. “Tuurlijk. Het is alweer de bedoeling om komende week bij de familie, bij mijn grootmoeder Nelly vooral, waar ik veel te weinig kom, langs te gaan, maar of dat zal lukken, weet ik niet. En voor het optreden zal ik zenuwachtiger zijn dan anders, wetend dat er veel mensen zullen zijn die ik ken.”

Hoor la Arnaert, herhaalde malen uitgeroepen tot beste zangeres van ons land en jarenlang getriomfeerd in de grootste concertzalen en op de grootste festivals ter wereld!

“En toch… Maar ik kijk er zeer naar uit. Goesting!”

***

Dat is al Dranouter, augustus 2021. Rewind, Westouter in de jaren 80. Huize Arnaert was muzikaal. Mama speelde accordeon en piano, papa was vooral een entertainer, de drie dochters Geike, Kaatje en Anneke vlogen al snel naar de muziekschool. Alleen Anneke is er later niet mee doorgegaan. Kaatje zingt ook, acteert en schrijft voor theater. En Geike is topzangeres geworden. Ze zong op haar zesde Sandra Kim, op haar negende Ingeborg – allebei ex-Eurosong, jawel. In de tuin, met de kinderen uit de buurt als publiek. En Geike bleef zingen: Madonna, Janet Jackson… Om als puber in de grunge te belanden. Niet dat ze rebels was, eerder een beetje ‘geniepig’. “Ik vond altijd wel een zijweggetje om mijn zin te krijgen.” De omschrijving van zanger Tom Helsen, veel later: “Geike is een pure, lieve vrouw, zonder enige kapsones. Maar ze weet wat ze wil.”

Het showelement aan Eurosong vind ik nog steeds even mooi. We zijn niet alleen muzikanten, we zijn ook entertainers

Topzangeres worden. We schrijven 1997. Geike, pas 17, legt in een achterafzaaltje in Linkebeek een auditie af bij Alex Callier, op zoek naar een zangeres voor zijn elektrogroep Hooverphonic. De start van een succesverhaal dat tot 2008 zou duren. Hooverphonic scoorde wereldhits als Mad About You, Vinegar & Salt, Eden, Jackie Cane… de zang van Geike was goud waard.

***

Intermezzo

Haar gouden stem: zoek maar eens Le Temps des Cerises op, haar wondermooi duetje met Bobbejaan Schoepen ter gelegenheid van de Lifetime Achievement Award die Schoepen in 2007 kreeg.

Quand vous en serez au temps des cerises

Si vous avez peur de chagrins d’amour (…)

(uit Le Temps des Cerises, Franse amoureus strijdlied uit 1866)

Ik zeg haar dat het lied het mooiste, het warmste, het tederste is wat ik van haar ken.

“Is het waar? Ik was er heel zenuwachtig voor. Ik besefte dat het voor die mens, die zoveel heeft betekend voor de Belgische muziek, een bijzonder moment was. Een mooie herinnering.”

***

Fast forward naar maart 2021, naar het VTM-programma Liefde voor Muziek met Geike als centrale gast. Tourist LeMC brengt daar zijn versie van Rope Dancer van Hooverphonic: Koorddanser.

© Kris Van Exel

Misschien ne slechte gok

maar althans mijn beslissing

geen groei zonder pijn, dat is evolutie

en dak ik de eerlijke en nooit de vlotste weg verkies

stap voor stap zie dat ge ni mist,

het leven is een circus, hoe zit dat met uw acrobatie

De tekst slaat op 2008, toen Geike in oktober, na lang twijfelen, Hooverphonic verliet en koos voor een solo-carrière.

Geike, terugkijkend: “Het was niet zozeer het leven van Hooverphonic, het touren, de vele hotelkamers… dat stak. Overal ter wereld spelen voor steeds weer een ander publiek vond ik net boeiend. En daardoor kon ik als zangeres vooruitgang maken. Dat afscheid… het was van alles wat, eigenlijk. De druk, de muzikale richting waarin we gingen en waar ik mij niet helemaal goed bij voelde. Maar vooral de verwachting die was gegroeid iemand te zijn die ik niet helemaal was. Ik was pas 17 toen ik bij de groep kwam, maar was intussen tien jaar ouder, het klopte niet meer. Ik had in mijn volwassen leven nooit echt andere wegen verkend. Ik moest dringend uitzoeken wie ik was buiten Hooverphonic. Er kwamen spanningen van. Niet onlogisch, als je zo dicht op elkaar leeft. Maar het waren geen slaande deuren. En het was niet zo dat Alex de boeman was en ik het slachtoffer, wat er wel eens van werd gemaakt.”

Callier maakte er zelf van: “Het is niet omdat iemand timide is, dat je er niet hard voor mag zijn.”

Ze knikt: “Dat is ook zo. Ik heb dat ook nodig. Ik heb wel gevoel nodig, maar fluwelen handschoenen maken mij zenuwachtig. Dat hoef ik ook niet.”¨

***

2008-2020, Geike op eigen benen. Met groeiende twijfels, ze stopte zelfs enige tijd met zingen.

“Ik twijfelde of ik nog wel wilde zangeres zijn. Ik geloofde er niet meer in. Ken ik mijn job… ? Bij mijn eerste solo-album twijfelde ik over elke stap. En voor mijn eerste solo-optreden was ik echt overdreven zenuwachtig. Bij Hooverphonic had ik een zekerheid achter mij: Alex leidde de band.”

Die twaalf jaar in een notedop: twee solo-albums, For the Beauty of Confusion en Lost in Time, met Spinvis de muziek voor de film Adem, met Tom Helsen de hit Home, met BLØF de megahit Zoutelande. En op het laatst volgde ze ook nog in Denemarken een opleiding om zanglerares te worden.

En toen was er Covid-19, we komen in 2020. En een maandenlange lockdown.

“Ik had het vooral in het begin van de eerste lockdown moeilijk. Ik zat intussen in een tournee met Joost Zweegers, we hadden al zo’n 15 optredens achter de rug. En toen viel alles stil. Heftig. Het sijpelde maar traag binnen bij mij. En niemand die wist hoe lang het zou duren. Het maakte mij allemaal heel ongerust. Ik woonde toen in de Ardennen, zag mensen met een mondkapje in hun camionette zitten, ik vond het allemaal zo onwezenlijk. Ik dacht zelfs even: moet ik niet helpen in de zorgsector? Vroeger was de sociale sector ook een optie voor mij. Wie kan nu zeggen: ik word zangeres? Ik vond die lockdown in elk geval confronterend. In die zin dat ik blijkbaar toch mensen nodig had. Nooit gedacht dat ik hen zo zou missen. Ik was blij met het online contact met mijn klas in Denemarken. Maar mijn situatie viel makkelijk te relativeren. Er waren zoveel mensen die moesten afscheid nemen van dierbaren zonder afscheid te kunnen nemen, daartegenover stelden mij zieleroerselen maar weinig voor.”

En toen kwam dat telefoontje met Alex Callier. Zij: ik zit in het televisieprogramma Liefde voor Muziek. Mogen liedjes van Hooverphonic in het programma ? Hij: natuurlijk. En ook, lachend: We nemen trouwens Mad about you opnieuw op, misschien kan jij…? Begin november 2020 was Geike terug.

Geike: “We zijn niet in ruzie uit mekaar gegaan, we wisten dat we nog konden samenwerken. Ik kon alleen maar dankbaar zijn dat die mogelijkheid er kwam. (nadenkend) Ik was blij verrast. Dat het leven dat kan brengen. Ik vind dat mooi. Dat mijn trots of die van Alex en Raymond ons niet tegenhielden. Ik was uiteindelijk vertrokken met de idee: Hooverphonic is een afgesloten hoofdstuk. Zo evident was de terugkeer toch niet. Maar ik ben een zangeres die haar ei kwijt wil en dat de wereld wil laten horen. Maar je moet dan ook wel gehoord kunnen worden, je komt al snel, voor je het weet, in een vele kleinere niche terecht. Dan is Hooverphonic van een andere orde. Maar ik blijf wel nog mijn eigen ding doen. Ik blijf nog koorddansen.” (glimlacht)

© Kris Van Exel

Maar, mag dat luidop gezegd worden, dat ze nu, terug bij dezelfde groep waar ze zich op haar 27ste niet meer bij thuisvoelde, weer gelukkiger lijkt?

Ik denk dat mijn ouders zich wel eens zorgen maken: wanneer vindt Geike stabiliteit?

“Absoluut! Maar ik was ook niet ongelukkig. Maar ik ben wel iemand die diep kan duiken. En dan kan ik dat beter laten voorbij gaan. Daar is aan gewerkt, op momenten dat het dan weer goed gaat, leren relativeren. (peinzend) Ik kan nu makkelijker de realiteit negeren. De realiteit van onze wereld die er vandaag niet mooi uitziet. Ik heb toch dat gevoel. Maar dat klinkt al te zwaarmoedig. Ik loop de laatste maanden echt wel vrolijk rond. Waar ik mij dan weer een beetje schuldig over voel. Maar het maakt me wel blij dat ik weer mijn muziek naar een publiek kan brengen. En ik sta nu ook anders in de groep. Ik zie nu weer meer de menselijkheid van Alex dan zijn strengheid. We zijn allemaal kwetsbaar, dat is duidelijk. Maar we zijn nog steeds niet getrouwd, als het niet lukt, kunnen we weg. Maar ik geloof niet dat dit zal gebeuren. We zijn volwassen, we hebben alle drie onze mogelijkheden ontdekt: we maken elkaar sterker. En we kennen elkaar door en door.”

***

Le temps des cerises… Er volgde al meteen een kers op de taart van de hereniging. Het Eurovisiesongfestival, Rotterdam, 2021. Belgische inzending: The Wrong Place van Hooverphonic. Met Geike Arnaert. Belgium eindigde teleurstellend 19de. Met The Wrong Place záten we ook op de verkeerde plaats, evalueerde Callier achteraf.

Geike: “Maar toch heb ik er ontzettend van genoten. Ik vond het prachtig. Ondanks alle heisa en het circus errond, ondanks de 19de plaats, ondanks de choquerende drie punten van het publiek. Dat is maar wat het is voor mij. Natuurlijk kan muziek nooit competitief zijn, is een liedjescompetitie per definitie onzinnig. Daarom vind ik het zo jammer dat het evenement eigenlijk niet langer Eurovisiesongfestival heet, maar Eurovision Song Contest. Want dat festival, het showelement, vind ik wel nog steeds even mooi. Ik vertrok ook van daaruit. We zijn niet alleen muzikanten, we zijn ook entertainers. Ik vond trouwens Maneskin met hun rocknummer in het Italiaans best een interessante winnaar. Al was de Franse inzending meer mijn ding.”

***

We zijn alweer twee maanden later. Dranouter 2021 is vlakbij, de release van het nieuwe album van Hooverphonic volgt, een tournee ook. Geike is helemaal terug. Maar anders.

“Toen ik een paar jaar geleden besloot om opnieuw te zingen, had ik een voornemen: mij niet langer laten beïnvloeden door hoe men mij zag. Mijn bekendheid had ik, sinds ik begon met Hooverphonic, nooit goed kunnen plaatsen”

Weer die omzichtigheid. Er waren altijd veel twijfels in haar leven. “In de muziek en privé. Ik heb vaak tijd nodig.”

Maar de grootste twijfels zitten misschien nog in het hoofdstuk Geike en de liefde. “Ik weet niets over de liefde”, liet ze laatst nog noteren. Vandaag klinkt al even mysterieus: “Daar moeten we het niet over hebben.”

Dat hoofdstuk, Geike en de liefde, is maar één lijntje. Terug naar Geike Arnaert, de zangeres en de toekomst. Ze geeft nu dus ook zangles. Maar vraag haar niet voor The Voice.

“Daar zou ik niet in passen. Mensen coachen wel, maar hen afschrijven… neen… Ik wil liever het allerbeste uit mezelf proberen te halen. Dat ik in Denemarken een opleiding voor zanglerares volgde, en nog volg, heeft daar ook mee te maken. Ik heb ook het gevoel dat ik sinds mijn vertrek sterker ben geworden. Het meisje is er uit, zeg maar. Vroeger wilde ik … onkwetsbaar zijn, nu kan ik goed om met aan de grond zitten.”

Kan ze zoveel beter om met zichzelf. En ze wil nog zoveel. Een muzikaal theaterproject met haar zus Kaatje bijvoorbeeld. “Ik ben met beide zussen even close, en Kaatje en ik zijn in onze chaos zeer gelijkaardig. Mijn zussen kunnen mij ook heel goed doen relativeren. Als ik dan dacht dat iedereen naar mij keek, zeiden zij ‘wie je bent, wat je voelt… daar zijn de mensen niet mee bezig’.

Tiens, ze speelde vroeger zo graag toneel op school maar zei recent nog dat ze bij het zingen nooit emoties kan spelen. Maar zoals ze figureert in de clips van Hooverphonic en de allure waarmee ze poseert, daar spreekt talent voor drama uit.

“Bedoel je nu dat er een actrice in mij zou moeten schuilen? Ik neem die emoties voorlopig mee op het podium, maar ja, ik heb wel al gespeeld met de gedachte. Ik heb ook al hedendaagse danslessen gevolgd, want ik kan helemaal niet dansen. Maar theater, dansen, zingen, dat komt eigenlijk allemaal op hetzelfde neer. Emoties.”

Ze vindt Meryl Streep geweldig. En dichter bij ons Els Dottermans. En Veerle Baetens. Van de zo mooie countryfilm The Broken Circle Breakdown.

“Ik heb na twintig minuten afgehaakt. Ik was er kapot van, ik kon echt niet verder kijken. Ik moet daarvoor opletten. Hoog sensitief, jaja…”

Hoog gevoelig, dat is intussen duidelijk. Het kan geen toeval zijn dat op haar lijstje ‘nog te lezen’ Herman Hesse’s De Steppewolf staat. Over het dualisme in elk menselijk wezen en hoe je pas gelukkig kan worden als je weet wat ongelukkig zijn is.

“Dat boek staat al lang klaar, ik had het moeten meenemen naar Rotterdam, voor tijdens de quarantaine. Maar het is er niet van gekomen, het staat nog steeds op dezelfde plek. Er zijn eigenlijk geen excuses voor. Maar momenteel worstel ik nog steeds met een tekst van een song van de nieuwe plaat die ik maar niet onder de knie krijg. En volgende week start de productierepetities. Ik weet niet hoe het komt. Ik weet wel dat ik soms een publiek nodig heb. Ik heb wel behoefte aan schoonheid en kunst. Aan een boek, een bezoek aan een museum, een theatervoorstelling. Maar ik ben de laatste maanden ook veel weg geweest. Meer dan vóór de lockdowns eigenlijk. Opnieuw mensen gaan opzoeken, iets gaan eten.”

Maar ze is nu, misschien meer dan ooit, weer de zangeres die ze wilde worden.

“Als kind wil je enkel in die droomwereld van de videoclips, de danspasjes en het applaus. Maar eenmaal de twaalf voorbij, wilde ik alleen nog maar een zangeres worden. Ik besef dan ook hoeveel geluk ik heb met muziek te kunnen bezig zijn. Met de optredens die er aan komen met Hooverphonic, het nieuwe album, het soloproject waar ik mee bezig ben, in februari beginnen die optredens. ..Ik ga komende maanden heel hard werken. Al weet ik intussen wel: als ik geen zangeres meer zou zijn, overleef ik dat ook wel. Ik kan met weinig verder. Al heb ik geen idee wat ik zou doen. Of waar ik zou terechtkomen.”Alvast niet meer in een klooster.

(lacht) “Dat weet je ook? Ik heb als kind wel eens in het ziekenhuis gelegen, en de hoofdverpleegster, zuster Bernard, was de liefste vrouw die ik ooit ben tegengekomen. En dus wilde ik net zoals zij ook non worden. Maar ik heb me later wel weer laten ontdopen. Na mijn bezoek aan een expositie in Brussel ‘God(en), een handleiding’ en een lezing van filosoof Jean Paul Van Bendegem over het hiernamaals. Ik was katholiek opgevoed, had vol overgave mijn communies gevierd. Maar dat word je natuurlijk als kind opgedrongen. En dan was er ook de zaak-Vangheluwe, ik was daar heel kwaad over. Ik heb daar nachten van wakker gelegen.”

Het typeert Geike. Maar, dat wilden we nog vragen, de Geike die in Liefde voor Muziek zowaar een polonaise trok bij Willy Sommers’ versie van Zoutelande, dat was zo on-Geike!

(lacht) “Ik heb vooraf ook enkele dagen nodig gehad om mij op mijn gemak te voelen, hoor. Maar het waren allemaal fantastische mensen, we zijn enige tijd geleden zelfs nog eens samen gekomen. Zou ik dat vroeger nooit hebben gedaan? Neen. Maar dan uit een soort misplaatste gêne. Dat is zo typisch Vlaams. West-Vlaams eigenlijk. Doe maar normaal. En dat blijft hangen. Maar door de jaren heen heb ik er toch minder last van. Emoties en vrolijkheid mogen nu ook meer dan vroeger, denk ik. Wie vroeger naar Studio Brussel luisterde, mocht niet naar Donna luisteren, zoiets. Ik hoop dat ik vanavond niet te vaak te zwaarmoedig klonk? (lacht) Hou het maar bij prettig onwennig. Ik ben prettig en ik ben onwennig. Mijn emoties hou ik liever voor het podium, uit een soort zelfbescherming. Maar dan werd wel eens van verlegenheid arrogantie gemaakt.”

© Kris Van Exel

Dat is toch uitgeklaard. Maar het zoekende blijft in haar.

“Ik blijf onrustig. (glimlachend) Ik denk dat mijn ouders zich wel eens zorgen maken: wanneer vindt Geike stabiliteit? Vanaf je veertig moet je je leven serieus nemen, zeker? Maar het is ok. Of ik zonder die onrust een even goede zangeres zou zijn? Dat is een goede vraag. Of zou ik wel de verantwoordelijkheid voor een gezinsleven, voor kinderen aankunnen? Ik weet het eigenlijk niet. Je hebt vrouwen als Axelle Red en Ann Pierlé die het zonder die onrust aankunnen. Maar ik zou wel ooit eens ergens willen landen. (nadenkend) Een vaste omgeving zou wel helpen, denk ik. Ik vind het momenteel bijzonder leuke tijden, met alles wat ik doe, maar mijn relatie mag niet lijden onder mijn muziekbestaan.”

Dat volstaat, over de liefde. En het volstaat ook, een stukje binnenkant van Geike Arnaert. We hadden nog wel de vijf traditionele eindvraagjes, voor bij het ontbijt. Maar Geike had me zonder het te beseffen gewaarschuwd: “Ik doe wel dagelijks voor mijn stem mijn ademhalingsoefeningen, maar niet zo gedisciplineerd elke ochtend om 9 uur…” En ik moest vertrekken. Ze belde lief om zich te verontschuldigen. Het is haar helemaal vergeven.