Het ene festival moet het faillissement aanvragen, het andere slaat een jaartje over of trekt er gewoon de stekker uit. Komende zomer mogen we al zeker vier afspraken van onze festivalkalender schrappen. Wat is er aan de hand in de eens zo bloeiende sector?
De West-Vlaamse festivalkalender zal straks wat schraler ogen dan we gewoon zijn. Het Oostendse W-Festival en Buikrock in Deerlijk zijn failliet verklaard, het Kortemarkse dancefestival Dreambeats wil na een tiende en allerlaatste editie eind juni afscheid nemen, Melkrock in Tielt last een pauze van onbepaalde duur in en Labadoux in Ingelmunster wil pas in 2026 een nieuwe en fel aangepaste versie aan het publiek serveren.
Geen van bovenvermelde evenementen was, om het plastisch uit te drukken, aan het doodbloeden. Stuk voor stuk kunnen ze terugvallen op een trouw publiek en hadden ze voorbije jaren, soms zelfs decennia, hun strepen in het wereldje meer dan verdiend. Feit is dat het voor kleine(re) festivals steeds lastiger wordt om het hoofd boven water te houden.
Financiële kopzorgen
Bij het tweedaagse Buikrock gaf het financiële aspect de doorslag. Vorig jaar werd de vijfde editie al overgeslagen, nu is het afscheid definitief. Aan de basis ligt een technisch probleem tijdens de uitgave in 2022, toen heel wat elektronische betalingen op de festivalweide niet op de rekening van de organisatie zijn terechtgekomen. “Met een enorme en niet te dempen financiële put tot gevolg”, aldus curator Yves François.
W-Festival wijst dan weer naar de blijvende impact van de coronacrisis en het faillissement van hun ticketprovider in 2022. Ook Melkrock heeft het over aanhoudende financiële en logistieke druk, naast een tanende opkomst.
“De kosten zijn sinds de coronacrisis fors gestegen” – Frederik Roelant, co-organisator Moen Feest
“Het financiële aspect is duidelijk de hoofdreden”, zeggen Frederik Roelant en Katrien Vermeire in koor, respectievelijk co-organisator van het populaire Moen Feest, en zaakvoerder van het audiovisueel productiebedrijf John & Jane, dat 27 procent van haar omzet uit de festivalwereld haalt.
“De kosten zijn sinds de coronacrisis fors gestegen”, stelt Frederik. “De gages van artiesten, geluid en licht, de herbruikbare bekers, security… Ook de regelgeving neemt alleen maar toe.”
“Ook wij, met jaarlijks 15.000 bezoekers een van de grotere kleine festivals, moeten goed naar het bord kijken. Een affiche samenstellen kost handenvol geld, maar dan is het hopen dat de ticketverkoop goed loopt.”
Verzadigde markt
Een visie die Katrien beaamt. “Onze personeels- en materiaalkosten zijn door de inflatie fors gestegen en we hebben geen andere keuze dan die door te rekenen. Iets wat de organisatoren op hun beurt ook moeten doen. En dan heb je zoiets als prijselasticiteit: hoeveel is een consument bereid te betalen voor een product? In dit geval: een ervaring. Bovendien is Vlaanderen op vlak van festivals verzadigd.”
“Kleinere festivals zijn erg waardevol. Het zijn springplanken voor veelbelovend talent onder artiesten, organisatoren en meewerkende bedrijven” – Katrien Vermeire, John & Jane
Al drukken beiden wel op het belang van kleinere festivals. “Vijf van onze huidige zes headliners stonden het voorbije jaar in het Sportpaleis”, stelt Frederik. “Bij ons kan je ze veel dichter bij huis aan het werk zien en gewoon te voet of per fiets langskomen. En er is het ook het sociale gegeven: festivals als het onze zijn ontmoetingsplaatsen, dragen bij aan de cohesie van een hele regio.”
“Ze zijn ook springplanken voor veelbelovend talent”, vult Katrien aan. “Zowel onder artiesten, organisatoren als meewerkende bedrijven. Al vrees ik dat we de komende jaren jammer genoeg nog kleinere festivals zullen zien sneuvelen. Iedereen wil een Tomorrowland of Rock Werchter onder zijn of haar kerktoren. Dat kost geld.”
Een voorspelling die Frederik van Moen Feest nuanceert. “Conculega’s zien stoppen, is nooit leuk. Maar er worden elk jaar ook enkele nieuwe initiatieven geboren.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier