Vraag een Diksmuideling naar admiraal Ronarc’h en hij verwijst je naar de gelijknamige straat of het monument in het stadspark. Maar wie was deze historische figuur? Waaruit bestond zijn rol tijdens WOI? Je leest het in zijn oorlogsherinneringen, voor het eerst in het Nederlands vertaald door André Gysel.
Al meer dan een kwarteeuw werkt oud-leerkracht André Gysel, die ook gidst in het Museum aan de IJzer, aan een boek. Daarvoor gebruikt hij dagboeken en ooggetuigenverslagen van personen die de Eerste Wereldoorlog meemaakten. Eerder beschreef André Gysel al de ervaringen van soldaten, een verpleegster en een kloosterzuster.
In 1921 publiceerde admiraal Ronarc’h zijn oorlogsherinneringen in ‘Souvenirs de Guerre’. 95 jaar later verschijnt daarvan een eerste Nederlandse vertaling van admiraal Ronarc’h van een brigade Bretoense marinefuseliers die eind 1914 het belegerde Diksmuide probeerden te verdedigen tegen een Duitse overmacht.
“Ik begon me voor het werk van Ronarc’h te interesseren toen ik bezig was met de vertaling van het boek ‘Nieuport’, waarin de Belgische commandant Robert Thys een ooggetuigenverslag geeft over de voorbereiding van de onderwaterzetting van de IJzervlakte“, legt André uit. “Thys had namelijk drie prominenten bereid gevonden om een voorwoord te schrijven bij zijn boek, waar admiraal Pierre-Alexis Ronarc’h een van was. Dat intrigeerde me, want ik kon me niet inbeelden wat Ronarc’h, die ik altijd met Diksmuide associeerde, met Nieuwpoort te maken had.”
Overzichtelijk maken
Heel veel, zou naderhand blijken. Ronarc’h was bij het uitbreken van de oorlog contre-amiral of schout-bij-nacht. Pas in november 1915 werd hij bevorderd tot admiraal en chef van de Franse vloot in Duinkerke. Om Ronarc’hs ‘Souvenirs de Guerre’ voor een modern publiek vlot leesbaar te maken, moest André de nodige structuur aanbrengen.
“De admiraal schreef zijn relaas in de eerste plaats als een verantwoording aan het vaderland, niet als een bestseller. De tekst telt een slordige driehonderd pagina’s en is in één ruk geschreven. Die Dat heb ik overzichtelijker gemaakt door de tekst te verdelen in achttien hoofdstukken“, licht de vertaler toe.
“De admiraal kreeg in februari 1915 de sectoren Nieuwpoort en Sint-Joris onder zijn bevel”
Voor de marinefuseliers in de Westhoek kwamen, hadden ze er al een heel parcours op zitten. “Samengesteld uit 6.500 jonge kerels, van wie het merendeel nog nooit een geweer van dichtbij had gezien, verzamelde admiraal Ronarc’h zijn brigade in augustus 1914 in Parijs. Bij het begin van de oorlog vervulden zij politietaken in de hoofdstad.”
“Het waren de Parijzenaars die hen de spotnaam ‘les demoiselles au pompon rouge’ gaven, naar hun typische hoofddeksel. Hun vuurdoop kregen de marinefuseliers bij Melle en Gontrode in Oost-Vlaanderen. Vanaf 15 oktober 1914 werden ze bij Diksmuide ingezet, tot de stad op 10 november viel”, vertelt André.
Drinkbaar water
De admiraal kreeg in februari 1915 de sectoren Nieuwpoort en Sint-Joris onder zijn bevel. Daarop begon Ronarc’h meteen een uitgebreide studie van de waterwegen en het sluizensystemen in de IJzermonding. Hij wist er zelfs drinkbaar water te winnen uit de zandbodem. “Zo konden zijn troepen blijven genieten van fris drinkwater en zouden ze niet in de verleiding komen om bij de plaatselijke bevolking hun dorst te lessen met bier en sterke drank”, lacht André.
Illustraties vond André Gysel bij foto’s gemaakt door Jean Ronarc’h, de neef van de admiraal. De fotoalbums werden jaren geleden gedigitaliseerd op de marinebasis van Lorient, maar die technologie stond toen nog in de kinderschoenen, waardoor de afbeeldingen met hun lage resolutie eigenlijk niet geschikt waren voor publicatie. “Dankzij de inspanningen van een bekwame grafiste werd dat verholpen. Jammer genoeg zijn de oorspronkelijke foto’s spoorloos verdwenen. Waar ze heen zijn, blijft een open vraag”, besluit André.
(TVDW/Foto TVDW)
Info: Het boek ‘Herinneringen aan de Grote Oorlog van viceadmiraal Pierre Ronarc’h. De marinefuseliers aan het IJzerfront 1914-1915’ van André Gysel verscheen bij Uitgeverij De Schorre en kost 25 euro. Het is verkrijgbaar in de shops van het Museum aan de IJzer in Diksmuide, het In Flanders Fields Museum in Ieper en het bezoekerscentrum Westfront Nieuwpoort.
Eerste Wereldoorlog
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier