“Lawaai is een stille doder”: Manu Adriaens schrijft boek over… stilte

Auteur Manu Adriaens: “Constant blootgesteld worden aan herrie leidt tot stress, te hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, concentratiestoornissen en slaapproblemen.” © Johan Sabbe
Johan Sabbe

Een boek over stilte, dat verdient ruchtbaarheid. Zeker nu de Dag van de Stilte net achter de rug is en de sereniteit van 1 november ons tegemoet waait. Oud-Torhoutenaar Manu Adriaens (65), die momenteel in Oost-Vlaanderen woont, laat in zijn nieuwe worp Heerlijke helende stilte een zachte stem horen in een wereld vol lawaai. “Stilte is almaar zeldzamer aan het worden”, sakkert hij. “Dat is heel slecht nieuws, want lawaai tast ons welzijn aan.”

“Het kan bijna niet anders dan dat de stilte onder druk komt te staan”, vervolgt de schrijver. “In ongeveer 200 jaar tijd is de wereldbevolking verzevenvoudigd. En al die mensen brengen geluid voort. Met slijpschijven, bladblazers, autoalarmen, quads, knalpotten en dreunende muziekboxen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt, na luchtvervuiling, de overdaad aan omgevingsgeluid de grootste bedreiging voor onze gezondheid. Neem het van me aan: lawaai is een stille doder. Constant blootgesteld worden aan herrie leidt tot stress, te hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, concentratiestoornissen en slaapproblemen.”

Levenskunst en zingeving

Dat de auteur een grote minnaar van de stilte is, heeft te maken met zijn jeugd.

“Enerzijds ben ik opgegroeid in de rust van het vredige dorpje Wijnendale, dat deel uitmaakt van Torhout. Grote drukte heb ik er nooit ervaren. Anderzijds heb ik mijn zes jaar middelbaar onderwijs gevolgd aan het Sint-Janscollege in het Brabantse plaatsje Meldert. Samen met zoveel andere West-Vlamingen, onder wie de huidige bisschop Johan Bonny, vertoefde ik daar al die tijd in een zalige biotoop. Dat college lag namelijk te midden van een bos. Daar speelde zich de hoofdmoot van mijn jonge leven af, want we kwamen maar om de drie weken een weekend naar huis. Ik weet dat veel oud-schoolgenoten daar net als ik de blijvende liefde voor stilte hebben opgesnoven. Dat heeft bijvoorbeeld ook Piet Chielens, de vroegere coördinator van het In Flanders Fields Museum in Ieper, me ooit verteld.”

“Meditatie is het allerbeste cadeau dat ik mezelf ooit gegeven heb”

In zijn boek haalt Adriaens een anekdote aan in verband met Kamagurka, de Oostendse cartoonist die tegenwoordig zijn atelier in Wingene heeft. “Vele jaren geleden wijdde hij een aflevering van zijn radioprogramma Studio Kafka op Studio Brussel aan de stilte. Zo voerde hij in een sketch Napoleon op, die na de vraag van zijn vrouw waarom hij een bepaalde veldslag had verloren, gewoon een heel lange tijd zweeg. Paniek overal te lande bij de luisteraars: scheelde er misschien iets aan hun radiotoestel? Tja, het is zoals Kamagurka zegt: misschien is stilte wel een van de allerlaatste taboes in onze huidige samenleving.”

Manu schreef zijn boek voor iedereen die het belang van stilte inziet. Maar voor alle duidelijkheid: het gaat over veel meer dan alleen maar de afwezigheid van geluid. De auteur heeft het op lichtvoetige toon ook over levenskunst en zingeving, waarbij stilte in haar diverse verschijningsvormen een belangrijke rol speelt. Zo beschrijft hij onder meer hoe je het al wat stiller in jezelf kunt maken door aandachtig te ademen. Wat ons naadloos bij het mediteren brengt.

“Zelf mediteer ik al 15 jaar consequent één uur per dag”, zegt hij. “Meditatie omschrijf ik graag als het trainen van je geest tijdens windstilte, zodat je een bondgenoot hebt tijdens de stormen in je leven. Het is alleszins het allerbeste cadeau dat ik mezelf net voor mijn 50ste verjaardag gegeven heb. (lacht) Hadden ze mij dat al maar als tiener in dat Brabantse college geleerd!”

Gelukkig zijn er kloosters

Een van de favoriete bezigheden van de schrijver is fietsen. “Niet in groep, maar in m’n eentje. Als ik weer eens een lange fietstocht maak, is de stilte bij wijze van spreken mijn derde long. Maar die long breekt als ik merk hoe steeds meer fietsers een draadloze luidspreker met dreunende muziek met zich meesleuren. Vroeger droegen ze tenminste nog een koptelefoon om te luisteren, zodat ze alleen zichzelf lastigvielen met hun herrie. Nu moet iedereen er volgens hen blijkbaar deelgenoot van zijn.”

“We moeten leren wat meer onze mond te houden in plaats van er op los te tetteren”

“Dit weekend is het Allerheiligen en Allerzielen. Weet je wat ik een zegen vind in deze tijden van ontkerkelijking? Dat er nog kloosters bestaan! Neen, veel jong volk dat zich geroepen voelt om een volledig leven in afzondering door te brengen, lokken ze natuurlijk niet meer. Maar heel wat abdijen, ook in West-Vlaanderen, stellen tegenwoordig gastenkamers ter beschikking van het brede publiek. Daarmee voorzien ze blijkbaar in een grote behoefte. De rusteloze westerse mens kan er gedurende enige tijd op adem komen en in stilte ontsnappen aan de klauwen van de alledaagse hectiek.”

Geweld begint met decibels

In zijn boek citeert Manu heel wat bekende mensen. Onder hen de grote Nederlandse cabaretier Toon Hermans, intussen al bijna 25 jaar overleden. “Eén keer heb ik hem persoonlijk mogen ontmoeten en daar ben ik nog altijd dankbaar om. Een zachte, lieve man. Hij was ervan overtuigd dat allerlei soorten van geweld beginnen met een hoog gehalte aan decibels. Of heb je misschien ooit een fluisterende legercommandant gehoord? vroeg hij me in zijn typische stijl. Zijn theorie klopt wel degelijk: in een betoging zie je vaak stenen gooien onder opzwepende muziek, maar nooit op de klanken van een rustige Mozart-symfonie.”

Wat de mooiste quote in verband met stilte is die hij vermeldt? “Ach, mijn boek staat vol met prachtige citaten van bekende figuren. Laat ik, in deze tot bezinning stemmende periode rond Allerheiligen, maar even onze grote West-Vlaamse dichter Guido Gezelle aanhalen: Min de stilte in uw wezen. Min de stilte die bezielt. Zij die alle stilte vrezen, hebben nooit een hart gelezen, hebben nooit geknield. Mooi, toch?”

Meer onze mond houden

“Ik heb het in mijn boek over de noodzaak van stilte in ons hoofd. Als tegengewicht voor de prikkels waarmee de digitale media ons overspoelen. We staan eigenlijk constant aan, hé. Meerdere wetenschappelijke experimenten tonen aan hoe moeilijk het is om af te kicken van de ontelbare prikkels van bijvoorbeeld onze smartphone. Een kwartier rustig alleen zitten met de eigen gedachten is voor veel mensen al te hooggegrepen. Ze verlangen naar afleiding.”

“Als ik weer eens een lange fietstocht maak, is de stilte bij wijze van spreken mijn derde long”

“Ook moeten we leren wat meer onze mond te houden in plaats van er op los te tetteren. Ik hou van bevlogen sprekers met een rijke woordenschat, maar de stilte vind ik een toch nog grotere schat. De helft van alles wat gezegd wordt, hoeft helemaal niet gezegd te worden. Veel mensen ervaren kletsen als een ontspannende activiteit. Mag dat dan niet meer? Voor mijn part wel, maar praten zonder nadenken, is niet zo’n onschuldige bezigheid als ze op het eerste gezicht lijkt. Je raakt jezelf kwijt, omdat je ondergesneeuwd raakt door nietszeggende ruis. Met z’n allen zwijgen we te weinig, kramen te veel onzin uit, praten te veel naast elkaar.”

Lees meer over: