Beroepsmuzikant Peter Bultink laakt Oostendse bouwpromotoren

Redactie KW

Beroepsmuzikant Peter Bultink slaagt er maar niet in om zijn geboortestad definitief in te wisselen voor Brussel.

Peter Bultink oogstte veel succes in binnen- en buitenland. “In 2004 richtte ik samen met een Argentijnse pianist het Orchestre du Mouvement Perpétuel (OMP) op. We brachten een mix van elektronica en klassieke piano in een Franse stijl. Onze definitieve doorbraak kwam er toen we in dat jaar de Biennale de la Chanson Française wonnen. Het betekende een enorme boost voor onze boekingen. Van 2005 tot 2007hadden we elk jaar vijftig optredens alleen al in Frankrijk. Verder trokken we ook volle zalen in Griekenland, Zwitserland en Canada”, zegt de muzikant.

Na het succes van OMP ging Peter solo. “Nooit echt sant in eigen land? Daar heb ik mij nooit aan gestoord. Laat mij hier maar leven in de schaduw. Een tijdje geleden speelde ik in een Brussels café toen er plots een dame naar mij stapte. Ze zei dat ze speciaal van Montpellier naar Brussel kwam om mij aan het werk te zien. Ongelofelijk”, lacht Peter.

Grote tournee in de steigers

“Momenteel leg ik de laatste hand aan een nieuw album dat in het voorjaar moet verschijnen. Net als bij mijn vorige opnames werk ik bijna integraal met een entourage uit Frankrijk voor mijn management en boekingen. Als beroepsmuzikant geef ik ook les in Brussel. Verschillende nationaliteiten zorgen voor een smeltkroes van indrukken en inspiratiebronnen”, gaat Peter verder.

“Ik werk samen met cineaste Ellen Babeliowsky voor een video bij een van mijn nieuwe nummers. De clip speelt zich grotendeels ‘s nachts af. Dan kom ik helemaal tot mijn recht. Het is de eerste keer dat ik een clip van dat kaliber op de wereld zal loslaten. Een grote tournee langs Franse festivals en culturele centra staat in de steigers voor 2015”, stelt Peter.

De muzikant groeide op in de Konterdam. “Dat was toen nog een echte arbeiderswijk. Dat tekent je voor de rest van je leven. Vanuit die underdogpositie voel ik me een toerist over de hele wereld. Ik hou ook enorm van meertaligheid. Als ik in een stad leef met slechts één taal, dan voel ik me claustrofobisch”, klinkt het.

Nood aan jong bloed

“Ik kom zo veel mogelijk naar Oostende. Het is en blijft mijn enige thuishaven. Ik heb die afwisseling met het drukke stadscentrum van Brussel nodig. Ik draag de stad in mien herte, zoals Lucy Loes altijd zong. Als je van de zee bent, dan kan je dat gevoel niet wegstoppen. Ik kom altijd naar Oostende om me te herbronnen. Het contact met de zee is voor mij een vorm van meditatie. Oostende blijft een fotogenieke stad, zeker in de buurt van de vismijn. Wat ze allemaal van plan zijn op de Oosteroever is wraakroepend. Die nieuwe site met appartementen zal de buurt grondig teisteren. Ik volg het reilen en zeilen van mijn thuisstad op de voet. De Oosteroever is een stukje authentiek Oostende waar ik heel veel kwam als kind. Ik ben voor openbare en publieke ruimtes. Bouwpromotoren privatiseren de stad. Daarom sta ik op mijn achterste poten als ik hoor wat de toekomstplannen zijn in de Vuurtorenwijk. Eigenlijk zouden alle Oostendenaars heel kwaad moeten zijn. De stad heeft nood aan jong bloed”, besluit Peter.

(MF)