REPORTAGE. Onderzoek moord in kasteel Carpentier in Wingene na precies 2 jaar zit muurvast

Kasteel Carpentier in Wingene. © BELGA
Redactie KW

Vrijdag is het precies twee jaar geleden dat Wingene werd geconfronteerd met een van de spraakmakendste moordzaken in ons land. Het onderzoek in deze intrigerende moord op ‘kasteelheer’ Stijn Saelens sleept al twee jaar aan en zit op vandaag muurvast.

Van de vijf verdachten, die achter de tralies vlogen, zit nog een in de cel. Wie stond Stijn Saelens naar het leven, en vooral waarom? Vele vragen blijven open.

Kogelhuls en sleepspoor

Dinsdag 31 januari 2012 neemt huisarts en Saelens’s vrouw Elisabeth Gyselbrecht (34) pauze om te kijken hoe haar man het stelt. Vastgoedmakelaar Stijn Saelens (34) blijft die dag thuis op het kasteel Carpentier in de bossen van Wingene om aan zijn ecologisch boek te werken. De kasteelbewoner is nergens aan te treffen. Elisabeth Gyselbrecht vindt in de inkomhal een kogelhuls, veel bloed en een sleepspoor naar buiten.

Nanny

Voor politie en gerecht is er meer aan de hand dan een onrustwekkende verdwijning. De Brugse ervaren onderzoeksrechter Paul Gevaert en zijn team gaan meteen aan de slag en steken hun licht op bij de familie. Al snel komen ze te weten dat de Ruiseleedse dorpsdokter André Gyselbrecht het niet langer begrepen heeft op zijn schoonzoon Stijn Saelens. Het zit vader Gyselbrecht dwars dat Stijn Saelens het ‘gekke’ plan heeft om met vrouw en hun drie kindjes een nieuw bestaan in een ecologische sekte in Australië op te bouwen.

De huisarts en de schoonzoon hebben ook al geredetwist over diens verlieslatende vastgoedprojecten. En bovenal, dr. Gyselbrecht aanvaardt het incestueuze gedrag van uit Kortrijk afkomstige Saelens niet. In juli 2011 had de buitenlandse nanny Stijn Saelens betrapt tijdens een ‘intiem’ moment met zijn dochtertje.

Tsjetsjenen

De familievete en de pedofiliezaak ontaarden in een kluwen van geweld, mysterie, intriges en onderwereld. André Gyselbrecht en zijn zoon Peter (32) worden opgepakt, maar na 48 uur weer vrijgelaten. Drie dagen na de moord worden ze weer van hun vrijheid beroofd. De speurders ontdekken dat vader en zoon kort voor de moord telefonisch contact hadden met de beruchte onderwereldfiguur Pierre Serry (63). Deze crimineel uit Aalter was ooit een patiënt van dr. Gyselbrecht, later een huisvriend en sponsor van de voetbalclub De Groene Leeuwen in Ruiselede, waarvan de huisarts voorzitter was. Ook Pierre Serry vliegt achter de tralies.

Het onderzoek lijkt in een stroomversnelling te geraken. De speurders zetten de tanden in het scenario dat dr. Gyselbrecht zijn ‘gekke schoonzoon’ op andere gedachten wil brengen en vriend Pierre Serry inschakelt. Die weet wel hoe zulke zaken aan te pakken. Even duiken een paar Tsjetsjenen op, die volgens de informatie van de lokale politie door Serry zijn gecontacteerd om een klus op kasteel Carpentier te klaren. Het onderzoek in die richting loopt echter op sisser af.

Pakjesmannen

Er komt een nieuwe doorbraak wanneer eindelijk op 17 februari het stoffelijke overschot van Stijn Saelens wordt opgegraven in het bos van Maria-Aalter, uitgerekend op een lap privégrond en vlakbij de jachtchalet van jawel, Pierre Serry. Uit de lijkschouwing blijkt dat Stijn Saelens een kogel in de rechterlong kreeg en stikte in zijn eigen bloed. De Brugse speurders weten de puzzel te maken. André Gyselbrecht wou zijn schoonzoon enkel “een lesje geven”. Hormonenkoning en cocaïnesmokkelaar Pierre Serry wordt de tussenpersoon, die in het milieu de geschikte uitvoerders ronselde. Allicht begrepen die mannen de opdracht niet goed. De afranseling liep uit de hand.

Zeker twee huurdoders melden zich als pakjesmannen met een smoesje op het kasteel. Een man alleen zou trouwens het lijk niet kunnen dumpen in het bos. André Gyselbrecht en zoon Peter blijven in de cel tot dinsdag 4 september. De kamer van inbeschuldigingstelling in Gent laat beiden vrij onder voorwaarden. Vader en zoon hoeven niet langer achter de tralies ‘in het belang van het onderzoek’. Ondertussen duiken nog meer duistere figuren op. Als daar is drugsbaron Tinus van Wesenbeeck uit Eindhoven, die de twee uitvoerders zou hebben geleverd. De louche autohandelaar Johnny Vanlingen uit Leopoldburg wordt beschouwd als de leverancier van de terreinwagen om het lijk te vervoeren.

DNA-sporen

Buiten alle verwachtingen wordt André Gyselbrecht op donderdag 14 februari 2013 weer opgepakt en in de cel in Ieper opgesloten. Want het onderzoek neemt een verrassende wending. Er zijn interessante DNA-sporen aangetroffen, onder meer in de inkomhal van het kasteel, maar ook in de jachtchalet. Speurders vinden ze op de kledij en het kartonnen pakje, waarin het moordwapen stak, die de huurdoders achterlieten. Het sporenmateriaal leidt het Brugse gerecht naar de onderwereldfiguur Antoon van Bommel in Eindhoven. Hij wordt beschouwd als een van de killers. Maar o ramp, van Bommel is vier maanden na de moord bezweken aan kanker. Het hele onderzoek gaat terug naar af.

Paul Gevaert wordt met een wrakingsverzoek van mr. Johan Platteau, de Antwerpse advocaat van André Gyselbrecht, van het onderzoek gehaald en vervangen door Koen Wittouck. De speurtocht naar de ware toedracht blijft een jojo. Begin juni menen de speurders met Evert D.C., uitbater van een growshop in Sluis, de tweede huurdoder te strikken. Diens DNA matcht echter niet met de genetische sporen in het kasteel en de boschalet.

Assisenproces

De keiharde realiteit is dat het Brugse parket twee jaar na de moord niet veel verder staat en zich vast rijdt. Het dossier is verre van rond. Peter Gyselbrecht, die inmiddels helemaal buiten schot lijkt, Van Wesenbeeck, Van Lingen en sinds 4 januari van dit jaar dokter André Gyselbrecht zijn bij gebrek aan doorslaggevende bewijzen vrijgekomen. Enkel Pierre Serry blijft in de cel achter. De speurders weten nog altijd niet wat er precies gebeurde. Er wordt van uit gegaan dat de volle waarheid pas tijdens een assisenproces naar boven komt.

Naar verluidt wil het Brugse parket daar dringend werk van maken en hoopt in het najaar het (moord)dossier voor het assisenhof te laten behandelen. Enkel André Gyselbrecht en Pierre Serry zouden worden gedagvaard. Eerstgenoemde houdt zich aan de versie dat ‘rare snuiter’ Saelens enkel “een lesje moest krijgen” en niet weet wat voor en na diens gewelddadige dood gebeurde. De tweede hult zich in een stilzwijgen. Als onderwereldfiguur geldt voor hem slechts een wet, die van de omerta. De vraag is überhaupt: was het wel moord?

(JPT)