Op het proces over de Kasteelmoord zijn procureurs Céline D’Havé en Fien Maddens bezig aan het laatste deel van hun requisitoir. Nadat ze gisteren de specifieke rol van André Gyselbrecht schetsten, belichtten ze nu het aandeel van de andere drie verdachten: Pierre Serry, Evert de Clercq en Roy Larmit.
Procureur D’Havé begon met de rol van Pierre Serry. “Hij is de tussenpersoon, de spil tussen de normale en de onderwereld. Hij heeft zijn rol met verve gespeeld. Hij heeft lange tijd André Gyselbrecht een hand boven het hoofd gehouden door te zwijgen en veel procedurekwesties op te werpen. Hij heeft zo lange tijd geprobeerd de waarheid te verbergen. We nemen hem dat niet kwalijk, dat is zijn recht, maar het heeft hem in ieder geval niks opgeleverd. De bewijzen tegen hem zijn torenhoog en ze waren dat al van in het begin.”
Tsjetsjenen ronselen
“Het onderzoek heeft aangetoond dat hij voor ‘de mannen’ heeft gezorgd. Door eerst die Tsjetsjenen te ronselen (die uiteindelijk tegengehouden werden door de politie en afzagen van de opdracht, LK). Ook via Evert de Clercq, die uiteindelijk met Van Bommel en Larmit op de proppen kwam. Maar hij heeft ook een actieve rol gespeeld. Hij kocht de gsm’s met geheime nummers voor Van Bommel en André Gyselbrecht. Hij heeft die gsm naar de huurmoordenaar gebracht en hij heeft ‘de mannen’ de weg naar het kasteel getoond. En finaal heeft hij het lichaam van Stijn verborgen in een put in zijn bos. Dat zijn onvergeeflijke feiten“, aldus procureur D’Havé.
De procureur gaf toe dat Pierre Serry onder druk stond van dokter Gyselbrecht
De procureur gaf toe dat Pierre Serry daarbij onder druk stond van dokter Gyselbrecht. “André Gyselbrecht heeft gretig misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin Pierre Serry zich bevond, op het ogenblik dat zijn vader op sterven lag. En André zette hem enorm onder druk. ‘Hij stond twee, drie keer per week aan mijn deur. Hij belde me ook geregeld op’, zei Pierre Serry tijdens een verhoor. André hield hem ook constant op de hoogte over de aanwezigheid van Stijn, in het land en in het kasteel.”
“Maar ook Pierre Serry heeft lang gelogen. Op 3 februari 2012, kort na de – toen nog – verdwijning van Stijn Saelens, wordt hij verhoord en zegt hij van niets te weten. ‘Ik hoop dat Stijn nog leeft’, zegt hij dan. Maar op 17 februari wordt het lijk dan gevonden in een put in zijn bos in Maria-Aalter. Plots is hij veel zwijgzamer. En hij zal uiteindelijk bijna vier jaar zwijgen, tot op 20 april 2016. Omdat Roy Larmit dan als eerste toegeeft wat de bedoeling was. Al is het pas op 26 september 2016 dat ook Pierre Serry beslist om zijn goeie vriend André niet langer te beschermen. Pas dan verlaat hij de piste van het pak rammel en bekent hij dat het de opdracht was van André om Stijn te doden”, klonk het.
“Hans Rieder speelde vuile rol”
Volgens aanklager D’Havé speelde Hans Rieder, de toenmalige advocaat van Pierre Serry, een vuile rol in het dossier. “Pierre Serry weet nu dat dat jarenlange zwijgen hem kwalijk genomen wordt. Hij beseft dat ook. En je zou er bijna sympathie mee krijgen, want hij zegt dat hij niet mocht praten van zijn toenmalige advocaat Hans Rieder. Dat is een nogal makkelijke uitleg. Jij wordt verhoord, Pierre, niet uw advocaat!”, richtte de aanklager zich rechtstreeks naar de beroepscrimineel uit Maria-Aalter.
Na zijn bekentenis wordt Pierre Serry geïntimideerd door het kamp Gyselbrecht
De procureur toonde videobeelden van het verhoor van Pierre Serry van 26 september 2016, de dag van zijn bekentenis, bij de onderzoeksrechter. “Het was de bedoeling om Stijn mee te nemen naar Nederland. Hij moest verdwijnen. Dat was de afspraak”, zegt Serry op de beelden. De bekentenis van Serry wordt hem niet in dank afgenomen door het kamp-Gyselbrecht.”Na zijn bekentenis wordt Pierre Serry geïntimideerd door het kamp Gyselbrecht. Door Peter Gyselbrecht, die in een andere zaak aangehouden werd, is hij aangesproken in de gevangenis. Hij werd er ook benaderd door de aalmoezenier. En ook via het advocatenkantoor Rieder, die hem opnieuw als cliënt wilde, zodat hij weer zou zwijgen”, zei aanklager D’Havé.
Prijs op het hoofd van Stijn Saelens
Procureur D’Havé kwam ook nog eens terug op de prijs die op het hoofd van Stijn Saelens werd gezet. “De waarheid over de prijs van de huurmoord is nooit blootgelegd in het dossier. Pierre Serry zegt dat hij geen cent overhield aan de moord. Hij zegt dat Evert de Clercq de prijs op 150.000 euro zette en dat André Gyselbrecht daarmee akkoord ging. Een enorme som, zes miljoen oude Belgische Franken, om uw schoonzoon te doen verdwijnen. Serry zegt dat hij eens 7.000 en eens 10.000 euro heeft gekregen en dat hij die bedragen doorgaf aan Van Bommel. Maar dan is er nog 133.000 euro te kort. Hoe, wat, door wie, wanneer? Dat weten we niet. Ik denk dat Pierre Serry dat wel weet, maar dat hij het niet wil vertellen. Of niet kan vertellen. Misschien zijn er nog zaken uit het verleden die het daglicht niet mogen zien, rekeningen die nog openstaan. In zijn verklaringen suggereert hij dat Evert de Clercq rechtstreeks met André Gyselbrecht de betaling heeft geregeld. Het kan.”
Nu overloopt procureur Fien Maddens de bewijslast tegen Evert de Clercq en Roy Larmit.
Kasteelmoord
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier