Onze gerechtsjournalist fileert de malaise bij West-Vlaams gerecht: “Vrouwe Justitia gaat met kopzorgen op vakantie”

C. B., Y. S. en J. L zijn voorlopig geschorst in afwachting van het onderzoek. (foto’s Belga)
Laurens Kindt

Het gerechtelijk jaar 2023-2024 sluit vandaag af en voor velen binnen Justitie in West-Vlaanderen is dat met gemengde gevoelens. Het gesjoemel op het magistratenexamen in januari is een spijkerbom gebleken die een interne strijd aanwakkert binnen het West-Vlaamse parket en een domper op de toekomst zet. Bovendien heerst twijfel over de grondigheid waarmee het strafonderzoek naar de fraude gevoerd wordt.

Beginnen bij het begin: op zaterdag 13 januari organiseert de Hoge Raad voor de Justitie de examens die toegang geven tot de magistratuur. Minstens twee kandidaten starten met een aanzienlijk voordeel aan het examen. Stagiair-advocaat N.S. heeft de opgave én de verbeterleidraad voor het examen strafrecht op voorhand gekregen en ook advocate L.L. is op de hoogte van de inhoud van het examen verbintenissenrecht. De twee slagen met glans, maar vallen door de mand wanneer de stagemeester van N.S. kort na het examen op zijn werkcomputer een verdacht document vindt. De stagemeester trekt aan de alarmbel, N.S. bekent huilend de fraude. Het lek is snel gevonden: advocaat-generaal C.B. uit Gits (Hooglede), lid van de examencommissie en opsteller van het examen strafrecht. Ook hij bekent en wordt geschorst.

Maar er is wellicht meer aan de hand. Kort na het examen sms’t C.B. namelijk naar een ander lid van de examencommissie met de vraag of een zestal kandidaten geslaagd zijn. Onder hen vanzelfsprekend N.S. en L.L., maar volgens gerechtelijke bronnen ook zijn eigen parketjurist B.D. en parketjuriste A.V. van het Brugse parket. Tegen die laatste loopt ondertussen ook een tuchtonderzoek, de eerste wordt voorlopig ongemoeid gelaten.

Op 3 maart barst de bom en meldt de Hoge Raad zelf de fraude via een persbericht op haar website. Het examen wordt nietig verklaard. In april organiseert de Hoge Raad een nieuw examen en, opvallend, A.V. neemt niet langer deel. B.D. doet wel een nieuwe poging, maar slaagt niet. Meer zelfs: bij de 41 geslaagde kandidaten zitten amper drie West-Vlamingen. In de drie voorgaande jaren – waarbij C.B. in de jury zat – waren dat er telkens een tiental. De vraag rijst dan ook of er niet alleen dit jaar, maar ook in de voorbije drie jaar, kandidaten waren die vooraf de vragen doorgespeeld kregen van C.B.

Tot op het bot

Dit alles maakt deel uit van het strafonderzoek dat momenteel gevoerd wordt door raadsheer-onderzoeker Wim De Troy uit Brussel. Die is bijzonder discreet over zijn vorderingen. In de wandelgangen vernemen we wel dat alle leden van de examencommissie van de Hoge Raad voor de Justitie alsook een groot deel van het parket-generaal in Gent – de rechtstreekse collega’s van C.B. dus – ondervraagd werden. “De affaire op zich maar ook het feit dat wij zelf ondervraagd worden, is hier bijzonder hard aangekomen”, zegt een collega. “Bij iedereen leeft de hoop dat dit tot op het bot onderzocht zal worden, al is het maar om alle roddels en verdachtmakingen uit te sluiten.”

De Troy voerde ook een huiszoeking uit bij de Hoge Raad, net als bij de stagemeester van N.S. Daar werd een computer in beslag genomen. Het tuchtonderzoek tegen N.S. is ondertussen afgerond, maar zal pas in oktober door de tuchtraad behandeld worden. De kans is dus groot dat N.S. – die het resterende deel van zijn stageperiode elders afwerkte – bij het begin van het nieuwe gerechtelijk jaar in september niet langer stagiair maar volwaardig advocaat zal zijn.

Zwijgrecht

Zijn wél geschorst: de vaders van N.S. en L.L. Zij zouden als tussenpersonen gefunctioneerd hebben tussen C.B. en hun kinderen. Y.S. was tot voor kort hoofd van de Brugse afdeling van het West-Vlaamse parket, zijn collega J.L. zijn evenknie in Ieper. J.L. bekende eerder dat hij inderdaad via C.B. op de hoogte was van de inhoud van het examen en dat hij die info deelde met zijn dochter L..

Wat het standpunt van Y.S. is, is onduidelijk. Hij zou zich tijdens verhoren beroepen op zijn zwijgrecht. De schorsing van J.L. en Y.S. is ondertussen verlengd met drie maanden. Ook de echtgenote van Y.S., de Ieperse rechter E.W., werd overigens in maart voor drie maanden geschorst. Haar schorsing is echter niet verlengd. Opmerkelijk: zowel de tuchtoverste van Y.S. als die van E.W. beroepen zich voor hun beslissing op een advies van de tuchtrechtbank. De vraag is dus: waarom adviseert de tuchtrechtbank om de vader van N.S. wél verder te schorsen en de moeder niet? Beschikt de tuchtrechtbank al over aanwijzingen uit het strafonderzoek? Het is voor het grote publiek voorlopig wachten op het einde van dat onderzoek om klaarheid te krijgen.

Integriteit

De schorsingen van de twee afdelingshoofden leggen ondertussen een pijnlijke interne strijd binnen het West-Vlaamse gerecht bloot. In de volledige magistratuur – dus ook bij de rechters – worstelt men met een tweestrijd. Voor West-Vlaams procureur Filiep Jodts, die in zijn communicatie over de schorsingen beklemtoonde dat zijn beslissing geen uitspraak is over schuld of onschuld, is de lijn duidelijk: “integriteit is een kernwaarde voor elke magistraat”.

Toch tekent zich binnen de gerechtsgebouwen in onze provincie een duidelijke breuklijn af. Veel magistraten reageerden vol ongeloof op de examenfraude en keuren die resoluut af, anderen worstelen met hun loyauteit naar de geschorste collega’s. Echt bevorderlijk voor de cohesie en de sfeer op de werkvloer is dat niet. “Over één ding zijn we het allemaal eens: het strafonderzoek moet zo snel mogelijk duidelijkheid brengen, zodat we weten waar we aan toe zijn”, zegt een insider.

Een snelle afhandeling van het strafdossier door raadsheer-onderzoeker Wim De Troy met daarin een heldere omschrijving van wie precies wat gedaan heeft en op welk moment zou alvast klaarheid scheppen. Alleen: Wim De Troy kandideerde recent zélf om lid te worden van de Hoge Raad voor de Justitie. In dat geval bestond de kans dat hij – wegens onverenigbaarheid van belangen – het onderzoek uit handen moest geven, met alle vertraging van dien.

De Troy kwam echter uit de verkiezing als de kandidaat met de minste stemmen achter zijn naam. Een insider: “Dat hoeft niet noodzakelijk gezien te worden als een teken van wantrouwen. De Troy geniet grote steun en vertrouwen binnen Justitie. Net daarom heeft men willen verhinderen dat hij verkozen werd in de Raad. Alleen zo zou hij zijn onderzoek, dat cruciaal is voor het herstel van het vertrouwen in Justitie, kunnen voortzetten.”

Als Vrouwe Justitia in West-Vlaanderen dus met kopzorgen op vakantie vertrekt, dan loenst ze ongetwijfeld van achter haar zonnebril naar de vorderingen in het onderzoek van De Troy.