Ode aan de restjesmode
Kleren gemaakt van stoffenoverschotten of verknipte tweedehandsspullen vormen de hype in modeland. Je treft ze op de catwalk bij luxelabels, maar ook bij kleinschalige nichemerken. Restjesmode past helemaal binnen de circulaire economie.
Enkele jaren geleden werd ‘duurzame mode’ spontaan geassocieerd met biokatoen. Ondertussen is het begrip veel breder geworden. Het accent ligt nu op bewust omgaan met grondstoffen door het gebruik van nieuwe materialen zoveel mogelijk te beperken. Er is ook een term voor bedacht: mindful wearing , naar analogie met mindful eating .
De recyclage van gedumpte kleren tot nieuwe garens is een van de pijlers van de circulaire mode, maar er zijn ook het upcyclen van tweedehandskledij en het gebruik van stofoverschotten. Het gaat om rollen stof die letterlijk stof lagen te vergaren in tal van opslagplaatsen, maar ook om resten uit de productie, zoals ‘snij-afval’ van leder of de laatste meters stof van een rol die tot voor kort onbenut bleven.
Van schaarste tot avant-garde
Het recycleren en bewerken van stoffen en kledingstukken is zo oud als de mens zelf. In tijden van schaarste werden kleren versteld en tot op de draad versleten. In de oorlogsjaren werden mantels van dekenstoffen gemaakt en werden oude kleren verknipt en bewerkt tot nieuwe. Niets ging verloren. Met de stijgende welvaart en de opkomst van de goedkope massaproductie werd het herstellen van kleren overbodig en zijn kleren wegwerpproducten geworden, met een gigantische afvalberg als resultaat.
Dat de upcyclingtrend opgeklommen is tot high fashion , hebben we te danken aan modevisionair Martin Margiela. Al heel vroeg in zijn carrière liet hij zich inspireren door kleren die hij vond op vlooienmarkten. Hij haalde ze uit elkaar, keerde ze binnenstebuiten en zette zo een nieuwe stijl neer. Hij deelde die nieuwe esthetiek met zijn toenmalige muze, Marina Yee, een van de Zes van Antwerpen die nu nog altijd werkt rond upcycling, zowel als kunstvorm als op modevlak. Deze avant-gardeontwerpers waren hun tijd ver vooruit. En ze krijgen alsmaar meer navolging. Duurzaam en creatief omgaan met grondstoffen leeft tegenwoordig heel sterk bij de jonge generatie ontwerpers. Een mooi voorbeeld is de succesvolle Franse ontwerpster Marine Serre die upcycling vertaalt in haar typische eco-futuristische stijl. Deze rijzende ster die aan de Brusselse modeacademie La Cambre studeerde en ondertussen al verschillende prestigieuze modeprijzen in de wacht sleepte, telt heel wat fans in het wereldje van de sterren. Niemand minder dan Beyoncé en Dua Lipa dragen haar kleren met de herkenbare maanprint. Een deel van de collectie is gemaakt van tweedehandskledij, maar ook van tafellakens, gordijnen en ander textiel. Deze arbeidsintensieve stukken mogen beschouwd worden als een nieuwe, vooruitstrevende vorm van haute couture.
Dode stock wordt originele mode
Overschotten, zoals de laatste meters van een rol stof, worden alsmaar vaker gebruikt, onder meer door jonge ontwerpers die zich als starter geen grote aantallen meters stof kunnen veroorloven. En laat dit net een troef zijn: doordat de kleren slechts in kleine aantallen geproduceerd worden, zijn ze exclusiever, zonder daarom onbetaalbaar te worden. Het is de duurzame manier waarop de jonge Belgische onderneemster Marie Smits werkt. Met haar label Mardi Editions dat ze in 2019 opstartte, brengt ze tijdloze kleren op basis van de overschotten van rollen stof die ze bij haar leveranciers vindt. Van elk model maakt ze maximum 25 exemplaren. Ze werkt enkel met natuurlijke materialen zoals wol, linnen, zijde en tencel. Ook Wasted Atelier, eveneens een Belgische collectie, wordt gemaakt van dead stock of zoals ze het zelf zo mooi zeggen: van sleeping beauty’s . Kleine stofvoorraden worden verwerkt tot beperkte reeksen.
Door met restjes stof te werken zijn de kleren en accessoires exclusief én betaalbaar
Op die manier blijft originele mode democratisch én worden geen nieuwe grondstoffen aangeboord. Mag het ook duurzaam tussen de lakens? Sibille Diederichs, de creatieve vrouw achter het nachtmodelabel Joseffa, maakt nacht- en homewear van oude herenhemden. Hemden worden doorgaans gedumpt wanneer de kraag versleten is, terwijl de rest van de stof nog in prima staat is. Zonde, vond Sibille, en ze begon hemden te verzamelen en startte haar label op. Ondertussen wordt Joseffa in talrijke boetieks in binnen- en buitenland verkocht.
Activistische mode
Corona was een scharniermoment voor de mode. Het helse ritme van de collecties, gekoppeld aan een ongebreideld consumentisme, werd al een hele tijd in vraag gesteld en deed verschillende ontwerpers al in precoronatijden uit de ratrace stappen. Tijdens de eerste lockdown kreeg de oproep naar ‘minder maar beter’ nog meer gehoor. Sofie Claes, die jarenlange ervaring heeft in de mode, eerst met een eigen label en daarna in opdracht van verschillende Belgische modebedrijven, besloot vorig jaar om het traditionele modesysteem vaarwel te zeggen en samen met schrijver Han Zinzen het duurzame label HOWL op te richten, kleding gemaakt van gerecycleerde materialen en overstocks. De collectie bestaat uit een basiscollectie ‘voor alle seizoenen’ en nieuwe creaties die gedropt worden op symbolische dagen zoals Dikketruiendag, World Vegan Day, Human Rights Day, International Day of Climate Action en International Wolf Day.
Duurzaam aan de hand
Ook op het terrein van de accessoires beweegt een en ander. Luxemerken zoals Hermès, Loewe en Berluti springen op de duurzame kar door tassen en kleine lederwaren aan te bieden die gemaakt zijn van lederresten uit de productie.
Toch gaat er nog altijd veel mooi restleder verloren in de luxesector. De Belgische Sybil Mortelmans, die al 20 jaar in Madrid woont en werkt, besloot een handtassenlabel op te richten onder de naam tres sis zero, het Catalaans voor 360. De naam zegt alles: met haar collectie wil ze het roer radicaal omgooien. Sybil, die de sector van de luxelederwaren door en door kent, gebruikt enkel restleder voor haar zacht geprijsde tassen en riemen die in Spaanse ateliers geproduceerd worden.
Liever vegan? Onder het label Lapland maakt Annelies Van Valckenborch tassen uit tweedehandskleren en ander textiel. Annelies studeerde grafische vormgeving, maar putte meer voldoening uit de naailessen die ze na haar studies volgde. Zo is ze beginnen te experimenteren met upcycling en recycling. Nu combineert ze haar tassencollectie op basis van gerecycleerde stoffen met een job als begeleidster van mensen met een visuele beperking. Haar collectie Lapland wordt via de sociale media en in een aantal boetieks verkocht. Annelies maakt alles zelf, met alle mogelijke stoffen die ze in de kringloopwinkel vindt, van jeans tot gordijnen. Het resultaat zijn leuke, eigentijdse tassen in onverwachte kleuren en motieven. Zeg maar de It-bags voor de milieubewuste consument. (Lut Clincke)
United Fashion Festival in het teken van duurzame mode
Van donderdag 1 april tot zondag 6 juni geeft MAD Brussels een podium aan 40 vooruitstrevende ontwerpers tijdens het United Fashion Festival aan de Nieuwe Graanmarkt 10 in Brussel. Aan de hand van recent werk en archiefmateriaal van de deelnemende ontwerpers, wijst het festival op de beperkingen van ons huidige modesysteem en stelt het nieuwe, duurzame manieren van ontwerpen voor. In het kader van het festival gingen ontwerpers Doriane van Overeem, Karolina Jurikova en Maximilian Rittler de uitdaging aan om samen een duurzame en betaalbare modecollectie te creëren. Ze bestaat uit zes duurzame, genderneutrale stukken die gemaakt zijn van tweedehandskledij en deadstockmateriaal. De collectie is te koop in de shop van de tentoonstelling en op www.unitedfashionfestival.eu. Het United Fashion Festival kan je bezoeken van woensdag tot zondag, van 11 tot 18 uur. De toegangsprijs bedraagt 8 euro.
Mode
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier