Junior Ward Desimpelaere terug na elleboogbreuk: “Geen schrik opgedaan”

De 16-jarige Ward Desimpelaere is weer aan het koersen. Bij een val in de Vlaams-Brabantse Pijl in Korbeek-Lo (5/5) brak de Aarselenaar zijn elleboog. Zondag trekt de pion van Gaverzicht-BE Okay-Van Mossel naar de UCI-koers Menen-Kemmel-Menen.

De eerstejaarsjunior werd vorige week door de ploegleiding van het jeugdteam uit Deerlijk opgeroepen om de Acht van Bladel, een Nederlandse UCI-driedaagse, te rijden. Om z’n zieke ploegmakker Mika Galle te vervangen.

“Na die elleboogbreuk had ik in Zwevegem een eerste wedstrijd gereden”, aldus Ward Desimpelaere. “Daar ging het vrij goed. In de Acht van Bladel waren het drie hele snelle etappes plus een tijdrit. In de gewone ritten heb ik iets te veel achteraan het peloton gekoerst. De afsluitende tijdrit was voor mij niet eenvoudig, want het was mijn eerste keer op de tijdritfiets.”

Na de drie ritten in lijn stond hij rond plaats 40 in het algemeen klassement. De wedstrijd tegen de klok sloot hij pas als 89ste af, waardoor hij in de eindstand naar plek 57 tuimelde, op 3’43” van de Deense eindlaureaat Mads Bertram Kristensen.

Koers gemaakt

Zondag staat voor Ward Desimpelaere een volgende UCI-opdracht op het programma. Hij komt om 14.45 uur in Menen aan de start van Menen-Kemmel-Menen, een 1.1-koers op een lokaal parcours.

“Daar ga ik proberen wat meer vooraan het peloton te koersen”, blikt de zoon van veearts Kristof Desimpelaere vooruit. “Neen, schrik na die valpartij in Korbeek-Lo heb ik niet. Het gebeurde na 22 kilometer. Enkele renners sloegen tegen de grond, ik kon hen niet meer ontwijken en had pech, want mijn elleboog brak. In de koersen die ik de voorbije twee weken reed heb ik nooit aan die breuk gedacht.”

Voor een eerstejaarsjunior is het altijd een beetje zoeken naar het juiste ritme. “Over het eerste deel van het seizoen ben ik redelijk tevreden”, beweert Ward Desimpelaere. “Echt goeie resultaten haalde ik nog niet, maar ik kon wel al een beetje mee wedstrijd maken. Uitslagen is hopelijk iets voor volgend jaar. Deze zomer kijk ik uit naar de Ardense Triptiek die eind augustus wordt gereden. Parcoursen waar een beetje moet worden geklommen zijn meer mijn ding.” (HF)