Patrick Callens: een straffe vrijwilliger van Knack Roeselare

Coach Emile Rousseaux omarmt Stefaan Wybo, Patricks echtgenote Linda en Patrick Callens. (Foto Jo Naert) © Coach Emile Rousseaux omarmt Stefaan Wybo, Patricks echtgenote Linda en Patrick Callens. (Foto Jo Naert)
Redactie KW

Vorige week was er in Vlaanderen bijzondere aandacht voor de vrijwilligers. Ter gelegenheid van de thuiswedstrijd tegen Haasrode Leuven werd bij Knack Roeselare ploegbegeleider Patrick Callens als ‘straffe vrijwilliger’ gehuldigd.

Zonder vrijwilligers kan een sportclub niet overleven. “Ook een professionele club als Knack Roeselare moet kunnen rekenen op vele vrijwilligers“, zegt communicatieverantwoordelijke van Knack Volley Johan Eeckhout. “Ook de leden van de Raad van Bestuur en het managementteam zijn vrijwilligers, want zij doen het niet bezoldigd. Maar er is ook de logistieke cel zonder wie de praktische organisatie van de wedstrijden niet mogelijk zou zijn.”

“Neem er dan nog de complete jeugdwerking bij waar een leger vrijwilligers actief is. Als symbool van die vrijwilligers werd Patrick Callens na de wedstrijd tegen Haasrode Leuven naar voor geschoven, want hij is aan zijn 25ste seizoen als ploegbegeleider bezig. Hij komt uit een generatie vrijwilligers met onder meer ook speaker Bart Bataillie en jeugdbestuurslid Gino Dehulllu en later nog Geert Huyghebaert en Gino Santy.”

Begeleider B-jeugd

Ik ben al heel lang supporter van Knack Roeselare en die interesse kwam er via de Broederschool, waar ik samen met Buysse en Van Valckenborgh, die vaste spelerswaarden werden bij Knack, school liep”, opent Patrick Callens zijn volleybalverhaal. “Zelf speelde ik nooit volleybal bij de jeugdploegen van Knack, maar later wel zowat 15 jaar in de KWB-competitie met de ploeg van Sint-Godelieve.”

“Met de verhuis naar ‘t Strohof kwam er een pak werk bij rond de organisatie van wedstrijden”

Patrick Callens werd wel meer dan alleen maar supporter. “Hoe gaat dat… Ik begon ook al eens jeugdwedstrijden te volgen en het jeugdbestuur polste mij om bij hen verantwoordelijkheid op te nemen. Ik werd begeleider van de B-jeugd en raakte stilaan mee betrokken bij de werking van de club. Dat was nog in De Zilten. Met de verhuis naar ‘t Strohof kwam er een pak werk meer bij rond de wedstrijden zelf. Men vroeg vrijwilligers en ik engageerde mij.”

Daarmee verschoof zijn vrijwilligerswerk naar de eerste ploeg. Eerst in de logistieke cel, in 1994 werd hij door voorzitter Edwin Blauwblomme aangesproken om Filip Dekiere te assisteren als ploegbegeleider. Hij was ook enkele jaren lid van de Raad van Bestuur. Toen Filip Dekiere afhaakte als ploegverantwoordelijke kwam Stefaan Wybo in zijn plaats.

Voor één man was de taak te omvangrijk en Stefaan had al blijk gegeven van organisatietalent: hij ging al eens spelers ophalen in Zaventem, hielp mee bij de huisvesting ervan… Kortom: hij was de geschikte man. En samen verzorgen wij nu al 17 jaar die ploegbegeleiding. Dat gaat van het praktische werk en de zorg voor de uitrusting over het voorbereiden van de verplaatsingen en het onthaal van nieuwe spelers met de teamadministratie, zoals het in orde brengen van de verblijfsvergunningen en de arbeidskaarten.”

Inzet én discipline

Patrick kende als ploegbegeleider drie trainers. Na Marc Spaenjers volgde Dominique Baeyens, nu Emile Rousseaux. Een verschil in werken? “Van alle drie de trainers kregen wij carte blanche in onze opdracht. Als het maar in orde was. Naar de spelers toe legde elke trainer wel andere accenten. Zo liet Baeyens de spelers wat vrijer dan Spaenjers. Zij moesten alleen maar zorgen dat zij presteerden. Emile Rousseaux eist dan zowel op de training als wedstrijd 100 procent inzet én discipline.”

“Tijdens Europese verplaatsingen moet er al eens geïmproviseerd worden”

Europese verplaatsingen vormen dan de uitschieters in het ploegbegeleiderswerk. “Vooral omdat je daar enkele dagen 24 op 24 uur in groep samen bent. Soms moet er al eens geïmproviseerd worden. Zo zal ik nooit de verplaatsing vergeten van pakweg tien jaar geleden naar Belgorod. Wij zaten 24 uur vast in Moskou, er moest een hotel geregeld worden en met de nachttrein naar Belgorod doorgereden worden. Wij kwamen er de dag van de wedstrijd aan, konden er niet meer trainen en toch leidde Baeyens zijn team naar de 2-3-zege. Dat was straf…”, rondt Patrick Callens af. (RBD)

Op zaterdag 24 maart begint de volgende fase in de play-offs die de halve finale genoemd wordt. Daarin wordt er een minicompetitie met vier ploegen in heen en terug afgewerkt.

Roeselare, Maaseik, Menen en Aalst of Guibertin starten op 0 punten. De nummers 1 en 2 van deze minicompetitie spelen de finale naar drie winnende wedstrijden. De winnaar van de halve finale heeft het thuisvoordeel in de eerste finalepartij.

De winnaars van de diverse kwalificatiepoules Maaseik (poule A), Knack (poule B), Menen (poule C) en de beste tweede over de drie poules werken die halve finales af. De vierde ploeg wordt normaliter Aalst dat wel 3-0 of 3-1 moet winnen van Zoersel zaterdag. Indien Aalst daar niet in slaagt kan het ook Guibertin worden. De kalender van Knack onder voorbehoud:

Zaterdag 24 maart: Knack Roeselare – Par-Ky Menen.

Vrijdag 30 maart: Noliko Maaseik – Knack Roeselare.

Woensdag 4 april: Lindemans Aalst/Guibertin – Knack Roeselare.

Zaterdag 7 april: Knack Roeselare – Noliko Maaseik.

Woensdag 11 april: Lindemans Aalst/Guibertin – Knack Roeselare.

Zaterdag 14 april: Par-Ky Menen – Knack Roeselare.

(RBD)