Tessa Wullaert: “Ik ben echt niet zo’n fuifbeest”

© belga
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Iedere week belt onze senior writer met onze voetbalster in Engeland voor haar West-Vlaamse kijk op het voetbalwereldje

Tessa! De groeten van Roger Marlier!

“Hoe ken je die?!”

Hij is 75 intussen en kwam me op een nieuwjaarsreceptie trots vertellen dat hij als journalist het eerste interview ooit afnam van Tessa Wullaert!

“Roger…! Hij was een vriend van mijn opa. Dat moet geweest zijn van toen ik nog bij Zulte speelde.”

Vandaag is Tessa een wereldster. Met 44.000 volgers op Instagram. Maar echte voetbalsterren posten tijdens de winterstop wel eens een exotische- of een partyfoto.

“Wij mogen niet, maar dat wil ik eigenlijk ook niet. Ik bleef liever tien dagen thuis. We zijn maar twee keer uit geweest. Dat was al van de zomer geleden.”

Toen je op Tomorrowland muziek mocht draaien?

“Ja, dankzij de video-analist van de Red Flames. Het was vooral doen alsof. Ik ben echt niet zo’n fuifbeest.”

Was niet zo erg geweest. Je bleef de eerste match, 1-4 gewonnen op Tottenham, 90 minuten op de bank.

“Ik weet nog steeds niet waarom. Misschien omdat ik omwille van de Gouden Schoen-verkiezing komende woensdag vrij heb gevraagd voor de volgende FA Cup-match tegen Sheffield. Of misschien omdat ik gevraagd heb om te mogen vertrekken.”

Het zijn echt je laatste maanden in Manchester, hé. Of de laatste weken misschien? Kwam er geen bod uit Spanje?

“Ze laten mij niet gaan, zo simpel is het. Er waren twee mooie aanbiedingen. Over welke clubs het gaat, zeg ik liever niet. So be it.”

Heb je je speech al geoefend voor het Gala van de Gouden Schoen?

“Oh neen. Ik hou echt niet van speechen. Ik zag net op Play Sports de speech van Kompany op het oefenkamp van Anderlecht. Ik hoop voor zijn ploeg dat de speech aanslaat…”

Waarom gaan vrouwenploegen niet op winterstage?

“Omdat we teveel moeten spelen. Er was eentje voorzien hoor, vijf dagen Marokko. Persoonlijk speel ik liever matchen dan op stage gaan. Met Wolfsburg trokken we telkens twaalf dagen naar Portugal. Het aftellen begon toen al op dag 1.”