Zonen architecten nemen afscheid van oud zwembad Oostende: “Dit gebouw hééft nog toekomst”

Stefan Tanghe (links), zijn moeder Jeanine Serck en Marc Felix (v.l.n.r.), zonen©Peter MAENHOUDT
Stefan Tanghe (links), zijn moeder Jeanine Serck en Marc Felix (v.l.n.r.), zonen©Peter MAENHOUDT
Hannes Hosten

Ook al kijken zwemliefhebbers uit naar de opening van het nieuwe Zwembad Brigitte Becue op 1 mei, met de sluiting van het oude zwembad neemt Oostende zondag ook afscheid van een alom bekende en beeldbepalende plek. Wij gingen nog eens kijken met Marc Felix (74), Stefan Tanghe (61) en zijn moeder Jeanine Serck (91). Hun vaders en echtgenoot Jan Tanghe en Paul Felix ontwierpen het complex, dat een voor België vrij unieke architectuur heeft.

Het is een hartelijk weerzien tussen Marc Felix en moeder en zoon Tanghe. Jan Tanghe (1929-2003) en Paul Felix (1913-1981) waren niet alleen gerenommeerde architecten, maar ook boezemvrienden. “Mijn vader was architect, maar ontwikkelde zich later tot urbanist en hoogleraar ruimtelijke planning”, vertelt Stefan, vandaag directeur van cultuurcentrum De Grote Post. “Zijn stage als architect liep hij bij Gaston Eysselinck – toeval of niet, de ontwerper van De Grote Post – en daarna bij Paul Felix.”

Paul Felix was een vooraanstaand modernistisch architect en hoogleraar, die in Oostende ook Clarissenklooster Zonnelied ontwierp. “Hij werkte regelmatig samen met Jan Tanghe, onder meer aan dit zwembad, maar ook aan het universitair ziekenhuis Gasthuisberg in Leuven en aan het Madalenazwembad in Kortrijk, dat nu omgevormd wordt tot studentencomplex van de Hogeschool West-Vlaanderen”, aldus Marc Felix, die ook architect is en het architectenbureau van zijn vader verder zette.

Gaanderijen gered

“Onze vaders kregen eind jaren ‘60 de opdracht om een nieuw zwembad te ontwerpen. Zij stelden zelf deze locatie voor. De stad dacht aanvankelijk aan de plaats waar nu de bibliotheek staat. Burgemeester Jan Piers wou eigenlijk de Thermen en de Koninklijke Gaanderijen afbreken”, weet Marc. “Vrij snel is beslist om de Thermen te laten staan, maar onze vaders hebben er alles aan gedaan om de Gaanderijen te redden.”

“Ze waren visionair in hun tijd”, vindt Stefan. “Ik was een jaar of acht toen ik in mijn bed een hoogoplopende discussie hoorde tussen enerzijds mijn vader en Paul Felix en anderzijds zijn broer Jan Felix, toen schepen in Oostende. Ik ging luisteren, maar mama stuurde me snel weer naar boven ( lacht ). Het ging over het Europacentrum, dat toen in aanbouw was en waar beide architecten een aanklacht tegen hadden gepubliceerd. Zij waren twee handen op één buik.”

Engels brutalisme

Het Stedelijk Zwembad is een van de weinige voorbeelden in België van Engels brutalisme. “Het is een architectuurstroming die uitgaat van echtheid en waarheid”, legt Marc uit. “Geen opsmuk, de echte structuren moeten getoond worden. Dat paste in de tijdsgeest. Mijn vader hield wel niet van de term ‘brutalisme’, die wat brutaal aandoet. Terwijl het daar niet over gaat, dat komt gewoon van het Franse béton brut .”

Als jonge architect werkte Marc Felix mee aan het ontwerp van zijn vader. “In het derde voorontwerp lag het zwembad twee meter lager dan nu het geval is”, haalt hij een anekdote op. “Maar de stad vond het niet kunnen dat koning Boudewijn, die toen nog af en toe in de Koninklijke Villa verbleef, inkijk zou hebben in het zwembad. Het gebouw is dan twee meter verhoogd en de hellingen zijn erbij gekomen.”

Ook al heeft het oude Stedelijk Zwembad zijn voor- en tegenstanders, bij de zwemmers viel het open gebouw met veel glas erg in de smaak. “Dat enorme wateroppervlak was indrukwekkend”, zegt Stefan. “Een verademing in vergelijking met het vorige zwembad in de Thermen. In dat gesloten gebouw stonk het naar chloor. Maar dit zwembad was ruim en open en je rook geen chloor, want het water werd aanvankelijk gezuiverd met ozon.”

Valabele toekomst

De toekomst van het oude zwembadgebouw is een heikel punt. “1.800 mensen uit binnen- en buitenland, onder wie vele architecten, tekenden een petitie tegen de afbraak”, stipt Marc Felix aan. “Uiteraard moet dit gebouw niet blijven staan omdat onze vaders het hebben ontworpen. Maar ik pleit voor een nieuwe functie vanuit het idee van duurzaamheid. Ook in Oostende zijn er prachtige voorbeelden van hergebruik, zoals De Grote Post, het Feest- en Kultuurpaleis of het door mij ontworpen postgebouw op het Hazegras, dat nu gebruikt wordt door hogeschool Vives.”

“Onze vaders waren visionair in hun tijd”

“Ik ben blij dat er een nieuw zwembad komt in Oostende”, zegt Stefan Tanghe. “Het is niet omdat dit gebouw een architecturaal landmark is, dat het eeuwig moet blijven staan. Maar ik vind wèl dat het nog een valabele toekomst heeft. Het zou goed zijn voor de stad om van dit gebouw een overdekte hal te maken. Voor culturele activiteiten, maar ook voor markten en andere zaken. ”

“Een sportcentrum zou ook kunnen. Er zijn verschillende opties”, vindt Marc Felix. “De structuur van dit gebouw is goed en de locatie is ideaal. Er is betonrot aan de zwemkuip, maar die verdwijnt toch. Voor de rest zijn enkel wat kleine herstellingen aan het beton nodig. Het zou toch al te gek zijn om dit gebouw af te breken, hier gras te zaaien en dan tenten te plaatsen om evenementen te houden? Dat zou een schande zijn voor Oostende.”

Ook voorzitter Luc Timmerman van de Royal Ostend Swimming Club (ROSC) neemt afscheid van het oude zwembad.

Stadsbestuur: “Binnenkort meer nieuws”

Wat de bestemming van het oude zwembad wordt, weten we nog altijd niet, maar dat zal niet lang meer duren. “We zullen er heel binnenkort over communiceren”, zegt schepen voor Openbaar Domein Björn Anseeuw (N-VA). Momenteel heeft jeugdhuis OHK er een stek in de cafetaria.

De bestemming van het oude zwembad is al jaren een heet hangijzer. De partij Groen stelde voor om van het gebouw een stadshal te maken, naar Gents voorbeeld. Een deel van het dak zou dan behouden blijven. Dat voorstel was een belangrijk punt in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van de partij. Of dat mogelijk is, is een ander punt. Een onderzoek daarnaar werd opgenomen in het bestuursakkoord. Voor het zwembad er werd gebouwd in de jaren ‘70, was er trouwens een park op die plaats. Komt dat terug?

Wat moet er volgens de oppositie gebeuren met het gebouw? Fractieleider van Vooruit Oostende John Crombez is duidelijk: “Wij streven naar open ruimte. Zeker in deze coronatijden is gebleken hoe belangrijk dit wel is. Of het gebouw daarvoor per se moet afgebroken worden, laat ik in het midden. Wat voor ons wel belangrijk is, is de mening van de Oostendenaar. Ik dacht dat het de bedoeling was dat de inwoners hun mening over de herbestemming zouden kunnen geven. Dat dit niet zo is, vind ik jammer. Ten derde willen we ook wijzen op het kostenplaatje. De stad Oostende kampt met een enorme schuldenlast, er zijn tal van moeilijk verklaarbare uitgaven. Bij de herbestemming van het gebouw moet hier rekening mee worden gehouden.” (GLO)