“Ik blijf dit doen zolang ik kan”: boeteling Christiaen Mortier (87) stapt al 72 jaar (!) mee in de Veurnse Boetprocessie

Christiaen Mortier bij de kerkstoel van zijn diep christelijke moeder, een aandenken dat hij koestert. © MVO
Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte Journaliste Het Wekelijks Nieuws

Op 28 juli wordt het stipt om 15.30 uur weer stil in hartje Veurne, want dat is het startschot voor de Boetprocessie, een traditie die de Sodaliteit van de Gekruisigde Zaligmaker al sinds de 17de eeuw in ere houdt. Christiaen Mortier (87) is een van de boetelingen die op zijn 16de startte als drager van de zwaarste beeldengroep ‘Verloochening van Petrus’.

Christiaen is geboren in Bulskamp, maar door zijn huwelijk met Rosa Dewaele belandde hij in de boerenstiel en bracht hij het grootste deel van zijn leven door op boerderij D’Hoge Moere in Lo. “Wij hebben de overgang meegemaakt van de landbouw met paarden- en handenarbeid naar mechanisatie. Eigenlijk heb ik dus al genoeg boete gedaan”, grapt Christiaen.

Familiekwestie

“Mijn deelname aan de Boetprocessie is begonnen door mijn moeder, die een heel christelijke vrouw was. Ik heb op de schoolbanken gezeten bij de Broeders van Liefde in Wallonië. Dat was goed om Frans te leren, maar we moesten ook elke dag naar de mis, en op zondag zelfs nog eens naar de vespers! Het dragen van de beelden in de processie was ook een familiekwestie. Mijn overgrootvader, Carolus Ludovicus Mortier, heeft jarenlang de vallende Christus gedragen, de hoofdfiguur van de processie. Er hangt trouwens een marmeren gedenkplaat van de Mortiers in de Sint-Walburgakerk, omdat de familie waarschijnlijk ook voor financiële steun zorgde. Als 16-jarige stapte ik voor het eerst mee in de processie, als drager van de zwaarste beeldengroep, die toen nog niet werd getrokken op een wagen. Dat was een bijzonder zware last op je schouders! Als je recht liep, dan viel het nog mee, maar als je begon te waggelen, dan lagen je schouders gegarandeerd open! Er werd voortdurend gebeden tijdens de rondgang, en dat hielp om de pijn te verbijten. Toch wisselden de dragers tijdens het parcours van kant, en dus van schouder”, klinkt het.

“Destijds droeg mijn moeder de schragen. Ook mijn vrouw Rosa ging soms mee om de schragen te dragen. Later werden de beeldengroepen op wagens geplaatst, en sindsdien trekken we de kar van het stalletje van Bethlehem. Het is beter dat je elk jaar dezelfde wagen trekt, iets waar de meeste families die elk jaar van de partij zijn, op aandringen. Zo kweek je de routine aan om tijdens het parcours elke bocht op de juiste manier te nemen. Belangrijk is ook dat de dragers groot genoeg zijn. Ooit hadden we een drager die te klein was om de beelden omhoog te steken, en het resultaat was dat hij zelf in de lucht hing, zodat onze last nog zwaarder werd! Maar we zijn gehard door de boerenstiel!”

Veel boete

“De laatste zondag van juli is dé boetedag van het jaar, en ik heb de voorbije 72 jaar slechts één keer forfait gegeven, toen ik in het ziekenhuis lag. Ik vind echter dat de processie niet meer hetzelfde is: vroeger werd er continu gebeden, nu lopen de mensen gewoon mee. Vroeger vertrokken we op Boetezondag al ‘s morgens vroeg van het hof in Lo naar Veurne om boete te doen. Tijdens de processie zijn we onderweg nooit gestopt om een pint te gaan pakken, wel erna!”

“Vroeger werd voortdurend gebeden tijdens de rondgang. Dat hielp om de pijn te verbijten”

Christiaens vrouw merkt schertsend op: “Eigenlijk deed ik evenveel boete, want ik bleef thuis en deed al het werk! Van onze vier kinderen stapt alleen onze dochter Hilde mee in de groep van de treurende vrouwen. Onze schoonzoon Bart Morlion zit in het bestuur van de Sodaliteit en draagt de baldakijn. We zijn dus echt een familie die veel boete doet!”

Groeiende interesse

Gilbert Vanlerberghe, prefect van de Sodaliteit: “Ook de monnikenpij is niet te onderschatten! Op een hete zomerdag is zoiets letterlijk loodzwaar, en als er een plensbui losbarst, ben je doorweekt. We gebruiken zelfs drogers uit de bouwsector om de kleren te drogen! Het gebeurde ook wel eens dat de dragers een statie onderweg laten staan, zoals ooit op de Appelmarkt, waar we ze dan op maandag weghaalden. Ik ben erg tevreden dat de laatste jaren de interesse bij de jongere generaties is gegroeid om deel te nemen aan de Boetprocessie. We hebben weer voldoende figuranten en boetelingen, alleen zouden er nog wat witte engelen mogen bijkomen.”

Edwin Coulier, secretaris van de Sodaliteit: “De Boetprocessie is een aaneenschakeling van Bijbelse taferelen met als centraal thema het lijden van Christus en de zeven smarten van Maria. De allereerste processies, die vanaf 1644 in Veurne plaatsvonden, bestonden enkel uit penitenten, beladen met een kruis. De Sodaliteit, het Veurnse broederschap dat de Boetprocessie sinds 1646 inricht, voegde er in de loop der eeuwen scènes aan toe uit de passie en, later andere Bijbelfragmenten, waarin het verlossende lijden van de Heiland wordt aangekondigd. Scènes uit het lijden zelf worden afgebeeld in zogenoemde staties, met antieke beeldengroepen op oude wagens, getrokken door boetelingen. De meest aangrijpende groep wordt gevormd door de kruisdragende boetelingen, die in de voetsporen van Christus treden.”

Geen twintiger meer

Christiaen besluit: “Ik doe dit nog altijd graag. Zolang ik kan, blijf ik dit volhouden, hoewel ik niet meer de fysiek heb van een twintiger. Maar ik ga elke dag zwemmen en ik fiets heel veel!”

Op 28 juli brengen de Sodalissen om 9.45 uur het Calvariekruis via de Appelmarkt en de Grote Markt over van de Sint-Niklaaskerk naar de Sint-Walburgakerk, waar om 10 uur een plechtige eucharistieviering aanvangt. Vanaf 15.30 uur begeleidt de oude klok ‘t Bomtje met regelmatige slag de Boetprocessie.