Robbe Dejonckheere is de Krak van Tielt: “Met een goed verhaal lukt het wel nog in de horeca”

Robbe Dejonckheere klnikt met zijn vrienden op de Krak-zege. © WMe by Wouter Meeus WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Robbe Dejonckheere is pas 25 jaar, maar begint straks al met zijn tweede horecazaak. Hij laat d’Hespe swingen als weleer en ondertussen ondergaat het naast gelegen pand van Pièce Unique een ware metamorfose. “De naam blijft nog wat geheim, maar ik geloof volop in het concept.”

De verbouwingswerken laat Robbe aan zich voorbij gaan. “Ik ben niet de meest handige”, illustreert hij door zijn handen omgekeerd te houden. “Maar ik help natuurlijk wel mee denken.”

Robbe kende d’Hespe uiteraard nog uit zijn eigen jeugd. “Jeppe Verdoodt heeft het café in 2016 nieuw leven in geblazen, zelf ben ik er dan in de coronaperiode bij gekomen. En ondertussen schrijf ik hier alleen verder aan het verhaal. Ik ben er dus toevallig in gerold, maar ik doe het erg graag.”

Ondertussen is hij dus ook al bezig met het oprichten van een tweede zaak. “Terwijl hier in d’Hespe het publiek tussen de 16 en 24 jaar is, mikken we hiernaast op een ouder publiek. Het is niet zo dat we een tweede Den Arend (het café van zijn vriendin Lieze Baert, red.) willen creëren, zoals al werd gesuggereerd. Het moet vooral een café worden waar je overdag rustig iets kan drinken, er zal een vrij uitgebreide kaart zijn met ook een aanbod aan hapjes. En ’s avonds willen we de kans bieden om te dansen. Want een danscafé dat niet op jongeren is gericht, hebben we niet meer in Tielt.”

Blijven investeren

Investeren in onzekere tijden, zeker ook voor de horeca. Robbe draait er duidelijk zijn hand niet voor om. “Met een goed verhaal lukt het wel nog in de horeca. Maar je moet professioneel zijn en ook verder investeren. Ik zie dat ook in mijn jeugdcafé. Iedere generatie denkt dat zij de zwaarste fuifnummers waren. Maar ik kan nu zeggen dat het bij mij in d’Hespe steeds drukker wordt. Ik moet het natuurlijk hebben van de schoolgaande jeugd en dan weet je dat de maanden december en januari wat kalmer zijn. Maar straks trekt het zeker weer aan. Het is wel zo dat in vergelijking met vroeger de pieken en dalen verder uit elkaar liggen. Het is ofwel volle bak, ofwel erg rustig. Tussenin lijkt niet meer te bestaan.”

En ook hetgeen de jeugd consumeert is veranderd. “Vroeger waren dat vooral pintjes, nu zijn dat ook cocktails of sterkere dranken.” Maar het zijn dus spannende tijden voor de Tieltse Krak. “Als alles op schema blijft, gaan we hiernaast open in het eerste weekend van april. De naam en het logo houden we nog wat geheim, dat brengen we dan wel ten gepasten tijde naar buiten.”

De horeca smeekt om personeel, maar ook daar lijkt het Robbe mee te zitten. “Hier in d’Hespe heb ik alvast geen problemen, ik kan wel vier cafés vullen met bestellers. Het zijn hier dan ook vooral studenten die komen helpen. Die houden er ook van om in de ambiance van een jeugdcafé te zitten.”

Maar die verhuizen straks niet mee naar de nieuwe zaak. “We hebben daarvoor een andere equipe. Maar ook daarover pas later meer nieuws. Het gaat er immers ook een andere manier van werken zijn. Maar we willen wel dat het er meteen boenk op is.”

Robbe De Jonckheere

Privé

Robbe (25) is de zoon Jan Dejonckheere en Ellen Debeurme. Hij verhuisde zopas naar de Sint-Jansstraat in Tielt. Hij gaat er samen wonen met vriendin Lieze Baert.

Loopbaan

Na het middelbaar aan De Bron in Tielt en de hogere studies in Gent stapte hij in de horecawereld. Begon als vennoot van Jeppe Verdoodt in jeugdcafé d’Hespe dat hij nu in zijn eentje runt. Nam ook de uitbating van Pièce Unique over, daar gaat hij onder een nieuwe naam open in het eerste weekend van april.

Vrije tijd

Minivoetbalt bij de ploeg van d’Hespe, is fan van Club Brugge, houdt van fietsen, lopen en skiën en brengt graag tijd door met zijn vrienden.

“Onze weekends situeren zich in het begin van de werkweek”

Je vriendin Lieze Baert heeft met Den Arend ook een café. Jullie zijn dus een horecakoppel. Is het zo mogelijk om nog wat tijd voor jullie tweetjes te hebben?

“Eigenlijk wel. Mocht één van ons twee niet in de horeca staan en een nine-to-fivejob hebben, dan was het wellicht moeilijker geweest. In het weekend zelf zijn we natuurlijk volle bak aan het werk, maar op maandag en dinsdag kunnen wij dan wat tijd vrij maken. Ons weekend samen situeert zich dus in het begin van de werkweek.”

Ga je ook wel eens iets drinken in Den Arend?

“Uiteraard. Ook als Lieze aan het werk is. Dan heb ik mijn computer en wat papierwerk bij en zet ik me met een koffietje aan de toog. Zo zijn we ook wat bij elkaar.”

Je studeerde in Gent, maar jij bleef daar niet plakken…

“Ik heb dat fenomeen eigenlijk ook nooit begrepen. Ik heb hier het grootste deel van mijn familie, mijn vrienden wonen hier. Tot mijn dertiende woonde ik in Aarsele, daarna in Tielt. Zeg nooit nooit, maar ik zie geen reden om Tielt te verlaten. En zeker niet nu we hier onze zaken opgestart zijn.”