De KW Volkscafé-route houdt halt in café Colibri: “Ik had gezworen om nooit café te houden”

Martine Cappelle tapt een fris pintje in Café Colibri. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

In onze tweede etappe van de KW Volkscafé-route trekken we de remmen dicht in de Gitsestraat bij Café Colibri. Al 35 jaar is Martine Cappelle er het vertrouwde gezicht achter de toog. Ook onder haar klantenbestand heeft corona toegeslagen.

banecafé

Martine Cappelle (59) is een dochter uit café Stoomtuig in de Bruggesteenweg in Gits. “Maar dat moest tegen de vlakte voor de verbreding van de weg. Het situeerde zich waar nu Vabo-Benz is. Het was een echt banecafé, er stopten veel vrachtwagenchaffeurs. Mijn ouders Maurits Cappelle en Lucienne Clement hielden het open. Vooral mijn moeder dan, mijn vader ging nog werken. En zelf moest ik al eens een handje toesteken, maar ik deed dat niet graag. Ik had gezworen om nooit café te houden, maar zie hoe het allemaal gelopen is”, zegt de minzame waardin.

In 1985, 36 jaar geleden dus, werd uitgekeken naar een ander café. “Er waren enkele mogelijkheden. Café Taborin op de hoek van de Brugsesteenweg en de Noordlaan stond over te nemen, net als café Siberië hier wat verderop in de Gitsestraat. Maar mijn man Rik Messiaen was hier klant en had laten vallen dat wij een café zochten. Voor ons had André Hoorelbeke het café 24 jaar uitgebaat, gevolg door een jaartje André Ostyn. Het bestond dus 25 jaar als wij hier onze intrek namen, maar daarvoor was hier nog een kruidenierswinkel geweest. We behielden de naam Café Colibri, maar hebben geen idee hoe ze er toe zijn gekomen om het zo te noemen.”

Dansen op de toog

Café Colibri hoort tot de Godelieveparochie en situeert zich vlakbij de kerk. “De mensen refereren aan ons café als ‘t Veugelke, de Kolibrie is immers een vogel.” Momenteel ligt het kruispunt van de Gitsestraat en de Honzebroekstraat open, wie van het centrum komt moet een ommetje maken. “We hebben hier veel parking op het Kerkplein. En klagen doen we niet. We hebben een goede burgemeester. Ons terras hebben we serieus mogen uitbreiden en we hoeven ook de terrasbelasting niet te betalen.”

Toen Martine in 1985 in Café Colibri startte waren het ook nog andere tijden. “Ik runde het café, maar mijn ouders woonden hier. Maar het waren echt waar zotte jaren. Op vrijdag- en zondagavond werd hier vaak gedanst. Jawel, tot in de late uurtjes. Zelfs op de toog werd er gedanst. We hadden hier ook een kleine biljart staan, maar die werd in de hoek van het café geschoven om ruimte te maken om te dansen. We hebben het portaal nog moeten verbouwen om extra ruimte te maken”, wijst Martine naar de nieuwere tegels die de contouren van het vroegere portaal nog aangeven. “Maar als we de biljart moesten terugzetten stond die niet meer waterpas natuurlijk.”

Heel wat clubs hadden in het café hun lokaal. “We hadden een vinkenmaatschappij, minivoetbalploegen, een liefhebbersploeg, vogelpiekclub en zelfs een touwtrekclub die hier in de straat hierachter trainde. In de kaartclub kon je manillen en bieden.”

Heel wat van de clubs zijn door de jaren heen gesneuveld. “Nu hebben we nog een hengelclub De Colibrivissers die in Gits hun lijntje uitgooien, er is een Lottoclub en een Kingclub. Maar dat kaartspel wordt nu al voor het tweede jaar op rij niet meer gespeeld door corona. We hadden ook een fietsclub die ieder jaar een fietstocht in elkaar stak, dat werd later vervangen door de verrassingsreis, maar ook die zal al voor het tweede jaar op rij niet doorgaan. Corona heeft al veel kapot gemaakt.”

Het woord is er uit: corona. “Vooral die tweede lockdown was lastig, we hebben zeven maanden thuis gezeten. Via Facebook hadden we wel wat contact en met de fiets ging ik eens aanbellen bij vaste klanten van wie je weet dat ze een groot deel van hun sociaal contact kwijtspeelden. Toen we buiten weer open mochten heb ik meteen zeven op zeven, ook op onze sluitingsdag woensdag, open gehouden. Het deed deugd om die mensen weer te zien. Dat zijn meer dan klanten, het zijn vrienden geworden. De mensen ‘duvelen’ elkaar hier wel eens, maar ze komen allemaal goed overeen. Iedereen praat hier tegen iedereen. De wedstrijden van de Rode Duivels werden hier flink bekeken en voor de rest praat men over het leven en wat men straks gaat eten.”

Pony in het café

Anekdotes genoeg, maar achter de toog is het vaak horen, zien en zwijgen. “Er gebeurden hier wel stoten, zoals iemand die met zijn pony het café binnenkwam. De andere klanten hadden gezegd dat hij niet zou durven… We hadden hier ook veel dorpsfiguren, maar in al die jaren zijn ook al heel wat mensen overleden.”

Martine en Rik zijn de ouders van Evelien (37). Samen met haar man Pedro Vanhuyse zijn ze de ouders van Warre (11) en Lola (9). “De kleinkinderen maakten tekeningen om ons een hart onder de riem te steken, we kregen ook kaartjes van klanten. We hebben hier ook echt goede buren. De mensen hangen hier goed aaneen. Maar we moeten er niet flauw over doen, de gloriejaren van de cafés zijn voorbij. Vroeger zaten ze spreekwoordelijk in ‘de dijken klaar’ om binnen te komen. Wij hebben nog ons volk, daar niet van. Maar die feestjes tot vroeg in de morgen zijn er niet meer bij. De jonge gasten van toen zijn ook al iets ouder geworden. Iedere morgen doe ik om 9 uur de deuren open en blijf aan één stuk open tot sluitingsuur. De eerste jaren kreeg ik ook veel hulp van mijn moeder. Zij is ondertussen 87 jaar, maar iedere week haal ik haar nog eens om hier wat tussen de klanten te genieten. Ze houdt ervan om tussen het volk te zitten.”

Martine wordt later dit jaar 60, maar aan stoppen denk ze nog niet. “We zien dan wel als het zover is. We zijn nog altijd graag tussen de mensen. In de coronaperiode hebben we ook veel gehad aan de collega’s, we hielden contact. De meeste klanten die hier binnenkomen kennen we ook bij naam. Maar er passeren hier ook twee fietsroutes, de Hoeveroute West en de Kapelletjesroute Noord. En dan stoppen de fietsers hier wel eens om iets te drinken. Achter het café kunnen de fietsen ook veilig geparkeerd worden. En ook bij de begrafenissen in de Godelievekerk kon het druk zijn. Een klant omschreef het ooit eens als volgt. Het is hier een dorpscafé aan de stadsrand. En dat vat alles wat samen.”

Volgende week: café De Karpel