Izegems hengelkampioen Lieven Vandermeersch is ook handig met bowlingbal

Lieven Vandermeersch is regerend Izegems hengelkampioen, maar tracht straks met zijn bowlingteam ook de poort naar ereklasse open te beuken. Wij voelden hem aan de tand over zijn twee passies en hij vertrouwde ons enkele kneepjes van het vak toe.

Bowling beoefen je net iets langer dan het hengelen. Hoe raakte je daar aan verslingerd?

“Als student ging ik wel eens vaker bowlen en het was Didier Lybeer zaliger, die ook een fervent bowler was, die me naar de club lokte. Ik speel al 21 jaar in clubverband waarvan de eerste 18 jaar in Izegem. Bowlen is een technische sport. In de beginjaren moet je veel trainen, tot vijf à zes keer per week, om de techniek onder de knie te krijgen. Maar eens dat in de vingers zit, hoef je het enkel maar te onderhouden.”

Je verliet de club in Izegem. Waarom?

“Geen makkelijke keuze, ik was er ook negen jaar voorzitter, maar de club zat in tweede nationale aan zijn limiet. Ik ben voor een jaartje naar Kortrijk getrokken en speel nu bij Joyken Zwevezele. Toen corona uitbrak, stonden we 40 punten los en zouden we promoveren naar ereklasse. Maar de bond kende geen titels toe, dus bleven we waar we al waren. Nu zijn we het seizoen begonnen met een nederlaag, maar dat was vorig jaar ook zo. We moeten wat op gang komen, maar ik acht onze promotiekansen niet klein.”

Je speelt uiteraard ook op verplaatsing. Is er een groot verschil tussen de verschillende banen?

“Zeker en vast. Qua verplaatsingen valt het voor ons mee. We spelen in Oost- en West-Vlaanderen en in Henegouwen. Iedere baan is dus anders. Op de baan zie je zogezegde houten latjes, maar die zijn aangebracht in de kunststof waaruit de baan is gemaakt. Er wordt met een machine olie aangebracht, maar dat gebeurt niet overal op dezelfde manier. De uitbater is wel verplicht aan te geven hoeveel olie hij gebruikt. Daarop kunnen wij onze modellen loslaten. Want bowlen is een rekensport. De latjes en bolletjes die zijn aanbracht op de baan vormen onze rekenmachine.”

Al ruim twee decennia bowlen, maar hoe ontdekte je je andere passie: vissen?

“Eigenlijk puur toeval. Geert Vandekerckhove van Copycenter Geert was visser en ik ging een weddenschap met hem aan. Wie verloor, moest zich lid maken van een club. Ik was dus de verliezer en sinds 2008 ben ik aan het hengelen geslagen. Eerst was dat jarenlang puur voor de fun. Nu ben ik ondertussen lid van de drie Izegemse clubs: de Sasvissers, de Koninklijke Vrije Vissers en de Waaibergvissers. Vroeger visten we met de Sasvissers op het kanaal. Maar op de duur had je goed gevist als je 350 gram had bovengehaald. Het visbestand is daar drastisch naar beneden gegaan en dat heeft vele redenen. Nu houden we met de Sasvissers onze wedstrijden aan de vijver aan De Plataan, in Koolskamp aan de Kortekeer en aan de LVD-put bij Finlandia in Gullegem. De Vrije Vissers hengelen vooral aan De Plataan, van de Waaibergvissers is de put aan de paters de vaste locatie.”

“Aalscholvers eten hier hun buikje rond aan de vijver”

Maar wanneer zette je de stap naar het iets ‘professionelere’ vissen?

“Daarvoor moet ik twee personen noemen. Andy Verschoore van de Kleine Visser is de man achter de Waaibergvissers en hij heeft me enorm veel bijgeleerd. Ik kwam ook terecht bij het team van Extreme Fishing Baits van Pascal Praet. EFB is een bedrijf dat gespecialiseerd is in aas voor het karpervissen. Daardoor doe ik nu ook mee aan wedstrijden overal te lande.”

Zopas werd je ook Izegems kampioen.

“Die wedstrijd wordt georganiseerd aan De Plataan en iedere Izegemnaar of visser die lid is van een Izegemse hengelvereniging mag er aan deelnemen. Hier aan De Plataan zijn 30 plaatsen, maar met de Sasvissers bezetten we er bewust maar de helft van. Kwestie van niet schouder aan schouder te zitten.”

Een traditiesport als hengelen trekt niettemin heel wat jongeren aan?

“Ook mensen die met pensioen gaan, maar het klopt dat er heel wat jonge gasten zich aan de sport wagen. En starten hoeft ook niet duur te zijn. Een deftige hengel en een bak voor je materiaal en om te zitten heb je al voor 150 euro samen. Jonge gasten zijn vooral getriggerd door het karpervissen, omdat ze daar grote joekels kunnen vangen.”

In hoeverre maakt het materiaal het verschil?

“Het resultaat wordt er niet echt door bepaald, maar je vist comfortabeler met de betere hengels. Een hengel van 1 kg weegt misschien niet veel, maar als je er drie uur moet mee in je handen zitten, dan weegt dat toch door. Mijn hengel weegt nu 685 gram en daar kun je probleemloos urenlang met één hand mee vissen. Maar het is ook zaak om de tweedehandsmarkt in de gaten te houden. Veel mensen doen duur materiaal snel van de hand.”

En dan moet je het verschil maken met het aas?

“In een wedstrijd is ook je positie belangrijk. Op de ene plaats zit sowieso meer vis dan op een andere. Dan mag je nog zoveel voer gooien als je wil. Maar het aas is uiteraard belangrijk en ik heb hier ook een hele apotheek mee. Daarin zitten diverse producten die ik naargelang de omstandigheden kan gebruiken. Dat zijn vaak aroma’s die een geur opwekken waar de vis op afkomt. Of soms ook zaken die echt stinken, sommige vissen zwemmen daar zo naar toe.”

Hoe is het met visbestand in de vijver aan De Plataan?

“In het voorjaar kampten we hier ook met vissterfte, maar na tussenkomst van een dierenarts en een antibioticakuur is dat opgelost. Ieder jaar zetten we hier ook 300 kilogram vis uit. Wij gooien onze vangst terug, maar er is de natuurlijke sterfte en ook de 14 aalscholvers die hier in november neerstrijken eten hun buikje rond.”