“Dit is de bekroning van onze jarenlange inzet”: West-Vlaamse vrienden winnen samen Belgisch kampioen vinkenzetten

De Belgische titel levert Wim en Geert een mooie beker en bloementuil op, een medaille en een tricolore lint. “Én 25 euro”, grijnzen ze. © JOKE COUVREUR Joke Couvreur
Philippe Verhaest

Een West-Vlaams duo heeft zich tot Belgisch kampioen vinkenzetten gekroond. Ingelmunsternaren Wim Naert en Geert Vanderplancke kaapten in Oudenaarde de oppergaai van deze oer-Vlaamse volkssport weg, met dank aan hun geliefde vink Bok. Hij zong liefst 947 liedjes en liet de concurrentie mijlenver achter zich. “We zijn apetrots”, klinkt het. “Maar Bok is niet te koop.”

Liefst 661 topvinken uit heel Vlaanderen streden in Oudenaarde mee naar het allerhoogste: de Belgische titel vinkenzetten. De Algemene Vinkeniersbond, kortweg A.Vi.Bo, staat jaar na jaar in voor de organisatie en zag het absolute kruim van de vinkenierswereld naar de Oost-Vlaamse stad afzakken.

Onder hen ook Wim Naert (54) en Geert Vanderplancke (52), twee boezemvrienden uit Ingelmunster. Geert, die beroepshalve bij de Mercedesgarage Van Mossel in Roeselare aan de slag is, erfde de microbe van zijn vader Roger en oom Robert en is al sinds zijn vijfde vinkenier.

Wim pikte de sport pas een tiental jaar geleden op. “Met dank aan onder andere Geert”, legt de zelfstandige bloemist uit. “Al ben ik óók tussen de vogels opgegroeid. Mijn vader Luc was een gepassioneerd duivenmelker en ikzelf kweek al mijn hele leven allerhande (sier)vogels. Waaronder ook vinken. Vooral kleurafwijkende vinken waren – en zijn – mijn specialiteit. De stap naar het vinkenzetten was dan ook snel gezet.”

Giant killer

Devrienden werkten in 2016 hun eerste wedstrijd samen af. “Gewoon voor het plezier. We leggen onszelf nog steeds geen druk op. Vinkenzetten is onze gezamenlijke hobby, onze gemene deler. We hebben een twintigtal speelvinken, naast een goeie vijftig vogels waarmee we kweken.”

“Vinkenzetten is een relatief goedkope sport én je leert er veel mensen door kennen”

Vooral de liefde voor de vogels staat bij Wim en Geert voorop, zeggen ze. “’s Ochtends hen de beste zorgen geven, even naar hun gezang luisteren en zien dat ze het goed stellen, bestaat er iets mooiers? Weet je waar we nog het meest voldoening uit halen? Wanneer we een vinkje uit het ei zien komen, dat zelf opkweken en trainen én in wedstrijden een topresultaat zien neerzetten. Dat blinken we van contentement.”

Geert en Wim trekken van midden mei tot half augustus wekelijks naar wedstrijden. “Het seizoen start officieel op 1 april, maar wij schieten pas na Moederdag in actie”, glimlachen ze. “Zondag is voor ons heilig: dan zitten we met onze vinken in de reke. Tijdens dat uurtje daalt een gevoel van opperste rust over ons neer, maar tegelijk ben je erg gefocust. Je moet de zangstondes van de vink van je buurman noteren, dan moet je gehoor op scherp staan. Die wedstrijden vliegen gewoon voorbij.”

© Joke Couvreur

Voor de twee Ingelmunsternaren was het de zesde keer dat ze naar het Belgisch kampioenschap trokken. “Niet met de ambitie om te winnen, wel om een mooie prestatie neer te zetten. We hadden vier vinken mee. Ook toegewijde vinkeniers Frans Horré en Roger Janssens maakten deel uit van ons team. Subtop, dachten we.”

dacht Bok daar net iets anders over. De vink was goed voor 947 streepjes op de regel en troefde de nummer twee, vink Killer uit Aalter, met vijftig liedjes af. “Bok was onze giant killer”, knipogen ze.

“Bij onze club, de Koninklijke Moedige Durvers uit Ingelmunster, zijn ze apetrots. Die mensen vormen onze vinkenfamilie”

“Fantastisch, want we hadden het écht niet verwacht. Dit is onze mooiste overwinning ooit. De verklaring voor ons succes? Onze jarenlange kweekervaring en de juiste bloedlijnen kruisen, maar ook het aanleren van de liedjes. Dat gebeurt met een leermeester: een vink die letterlijk zijn strepen al verdiend heeft. We hebben ook allebei dezelfde visie.”

Bloementuil en 25 euro

Bij de Koninklijke Moedige Durvers, de Ingelmunsterse vinkenmaatschappij waar Geert en Wim bij aangesloten zijn, glimmen ze van trots. “Onze vinkenfamilie”, glunderen ze. “De kameraadschap die we daar ervaren, is niet in woorden uit te drukken.”

Dat de vinkensport een oubollig imago met zich meezeult, is volgens de twee vrienden volledig onterecht. “We kunnen het iedereen aanraden. Je bent bezig met de natuur, je vogels staan centraal, het is een relatief goedkope sport én je leert er veel mensen door kennen. Wij zouden het voor geen geld ter wereld meer kunnen missen.”

© Joke Couvreur

De Belgische titel levert Wim en Geert een mooie beker en bloementuil op, net als een medaille van het koningshuis en een tricolore lint. “Én 25 euro”, grijnzen ze. “Neen, rijk zullen we er niet van worden. Maar dat hoeft ook niet. Voor ons draait het om de liefde voor onze vogels.”

“Sinds Bok Belgisch kampioen is, hebben we wel al enkele telefoontjes gehad met de vraag voor hoeveel we hem van eigenaar willen laten wisselen. Maar Bok is niet te koop. Hij is de kers op de taart van onze jarenlange inzet en vriendschap. De vinkensport heeft ons al zóveel gegeven, dat is gewoon onbetaalbaar.”

Nog 3.500 vinkeniers in West-Vlaanderen

Anno 2024 floreert de vinkensport nog volop. A.Vi.Bo telt nog 156 maatschappijen, waarvan er zich 110 in West-Vlaanderen bevinden. Van de in totaal ruim 5.000 leden komen er 3.500 uit West-Vlaanderen.

De grootste West-Vlaamse vinkenmaatschappij is De Kasteelvink uit Gits, met 67 leden. De Verenigde Liefhebbers uit Ardooie hebben 66 vinkeniers in de rangen en De Roodborsten uit Marialoop bij Meulebeke klokken af op 54 leden.

Het jongste lid is zeven jaar oud, de oudste hebben de kaap van 80 of zelfs 90 gerond. De gemiddelde leeftijd schommelt rond de zestig jaar.