Stadsarchivaris Claude bezingt de zee en het leven in nieuwe dichtbundels: “Oude wijsheden en doordenkertjes”

“Niet dat ik eraan tippen kan, maar ik ben altijd al een grote fan geweest van Molière”, zegt Claude Van Ryssel. © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Voormalig stadsarchivaris Claude Van Ryssel van Blankenberge laat van zich horen met twee nieuwe dichtbundels: ‘Panegyrici Mare Germanicum’ is een lofrede op de Noordzee, in ‘Als ik denk doet het zeer’ legt hij met een kwinkslag en een boutade zijn eigen ziel bloot.

Claude Van Ryssel (71) was negentien jaar lang stadsarchivaris in Blankenberge. Na zijn pensioen ging hij zich opnieuw toeleggen op de poëzie. “Mijn eerste gedichten dateren al van begin de jaren zestig, de tijd dat ik nog een jonge snotaap was. We woonden toen schuin boven een van de cafés op de Grote Markt, vanuit mijn slaapkamer heb ik dikwijls naar Tante Leen en Johnny Jordaan mogen luisteren”, vertelt hij over zijn kindertijd.

Visserijmuseum

De liefde voor de visserij zat er toen ook al in. “Dat was me met de paplepel ingegeven: mijn vader richtte in 1971 visserijmuseum ’t Zeigat op in de Notebaertstraat. Als klein manneke moesten ze mij geregeld van ’t staketsel komen halen, waar ik een hele namiddag naar de boten kon zitten turen. Als de vissers dan binnenkwamen, ging ik bij hen om verse gernoars bedelen”, glimlacht Claude, die in Panegyrici Mare Germanicum een aantal oude zeemanswijsheden bundelde.

“Als klein manneke moesten ze mij geregeld van ’t staketsel komen halen”

“Daar zitten echte pareltjes tussen, zoals Een die syn zeyl te hooge stelt, wert lichtlick van den wind gevelt. Elk van de 75 gedichten in het boek begint met zo’n maritieme uitdrukking, daarnaast krijg je telkens ook een bijpassende foto en in de voetnoot een woordje natuurhistorische uitleg. Het is een soort lofrede op de Mare Germanicum, de benaming die de Romeinen aan onze Noordzee gaven.”

Filosofische inslag

Als ik denk doet het zeer is de verzamelnaam voor een reeks gedichten met geestig filosofische inslag. “Niet dat ik eraan tippen kan, maar ik ben altijd al een grote fan geweest van Molière”, zegt Claude. “In de voor hem zo typerende, kluchtige stijl leg ik in deze gedichten – vaak doordenkertjes of leuke spielereitjes met taal – mijn ziel bloot. Eigenlijk zijn het stuk voor stuk kleine verhaaltjes, zo uit het leven gegrepen.” Claude stond ook twintig jaar op het toneel bij de Blankenbergse revue.

“Mijn allereerste pennenvruchten waren korte toneelstukjes die ik schreef voor de jeugdbeweging. Later, toen ik zelf toneel speelde bij Onder Ons, werden daar vaak ook van die sappige Blankenbergse uitdrukkingen gebruikt en ik ben daar altijd door gefascineerd gebleven”, besluit Claude. Op vrijdag 21 oktober stelt hij beide dichtbundels om 19 uur voor op de tentoonstelling van 30 jaar vzw De Scute in ‘t Oud Stadhuis. Als ik denk doet het zeer telt 198 pagina’s en kost 20 euro, Panegyrici Mare Germanicum telt er 456 en kost 45 euro.

Beide boeken zijn te verkrijgen rechtstreeks bij de auteur: stadsarchivaris@gmail.com.

Lees meer over: