Een Pakistaanse pitaverkoper uit Oostende serveert elke dag frietjes met een hamburger aan daklozen die bij hem komen aankloppen. Zomaar, omdat het ook mensen zijn. “Mensen hebben nog te vaak een vertekend beeld van moslims, maar het is onze religieuze verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de maatschappij”, zegt Masood Ahmad (35).
Op 28 mei 2010 pleegden terroristen, aangesloten bij de Taliban, een aanslag op een moskee in Lahore, de tweede grootste stad van Pakistan. Daarbij kwamen tachtig mensen om het leven tijdens het vrijdaggebed. Twee van hen waren broers van Masood. Ze waren nog tieners. Gebukt onder het regime besloot hij te vluchten naar ons land. Zo kwam hij veertien jaar geleden eerst in Brussel en daarna in Oostende terecht. Familie heeft hij hier naar eigen zeggen niet, die trokken allemaal naar Canada.
Goed zijn voor anderen
Sinds vier jaar baat Masood ‘Pita Corner’, een pitazaak op de hoek van de Van Iseghemlaan en de Louisastraat, uit. Sinds enkele maanden komen er echter geregeld daklozen over de vloer. Die krijgen er gratis frietjes en een hamburger voorgeschoteld. “Ik word er zelf blij van als ik die mensen kan helpen”, vertelt de man. “In onze opvoeding en in ons geloof hebben wij altijd geleerd dat als wij goed doen voor anderen, ook wij het goed zullen hebben. Dat is wat ik wil doen: goed zijn voor anderen. Die mensen hebben het recht om te eten.”
“Ik probeer zo een lichtpuntje te zijn in de donkere periode waar die mensen door moeten”
Dakloos na gevangenisstraf
Zo komen er dagelijks zo’n twintig daklozen over de vloer. Daar is geregeld ook het koppel Chantal (59) en Yves (42) bij. “Door omstandigheden hebben we vijf jaar in de gevangenis gezeten”, zegt Yves. “Nadat we onze straf hadden uitgezeten kwamen we op straat terecht. We zijn door fouten in het verleden alles kwijtgeraakt. We waren ingeschreven bij het OCMW van Koksijde, maar die trokken onze voedselkaarten in omdat we niet konden bewijzen waar we overnachten. We proberen optimistisch te blijven, maar het is moeilijk.”
Het koppel gaat geregeld langs bij Masood. “We hoorden het op straat, van andere daklozen”, vertelt Chantal. “De bedoeling is dat we buiten wachten tot Masood ons komt halen. Daarna krijgen we frietjes met mayonaise en een hamburger. Natuurlijk zijn we daar erg blij mee. Hij is de enige die ons een warm hart toedraagt. Niet veel mensen zouden dit doen.”
Religieuze verantwoordelijkheid
“Kijk, ik ben lid van de Ahmadiyya Moslimgemeenschap in Oostende. We planten bomen, onderhouden scholen, maken elk jaar het strand schoon op Nieuwjaar, geven bloed, bezoeken woonzorgcentra, enzovoort. Die activiteiten worden georganiseerd om de leer van de Islam te volgen. Reinheid en schoonheid maken een belangrijk deel uit van ons geloof. Het is onze religieuze verantwoordelijkheid om een positieve bijdrage aan de samenleving te leveren. Ons geloof inspireert ons om anderen te helpen. Er zit wel degelijk veel goeds in ons”, aldus Masood.
Over het financiële plaatje maakt Masood zich geen zorgen. “Frieten en een diepvrieshamburger kosten nu ook niet zo veel en onze God zorgt ervoor dat ik het goed heb. Ik wil me daar echt geen zorgen over maken. Het belangrijkste is dat die mensen een maaltijd krijgen. Als ik op straat zou moeten leven, dan zou ook ik willen dat iemand mij helpt. Ik probeer zo een lichtpuntje te zijn in de donkere periode waar die mensen door moeten”, besluit Masood.
Warm West-Vlaanderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
