“Ik zoek de West-Vlamingen die met papa gevangen zaten”: Stéphane wil oorlogsvrienden van zijn vader vinden

Stéphane Peeters met een eerbetoon aan zijn vader, die in het verzet actief was. © Kristof Pattyn
Philippe Verhaest

Stéphane Peeters is bezig aan een emotionele speurtocht. De Kapellenaar zoekt de familieleden van de West-Vlamingen met wie zijn vader in een Duits werkkamp zat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Veertig jaar lang kwamen de Venusbergvrienden samen en nu wil Stéphane een reünie organiseren. “Dat wordt een erg pakkend moment.”

10 mei 1940. Nazi-Duitsland valt ons land binnen en heel wat jongemannen sluiten zich aan bij het Belgisch leger om de invasie een halt toe te roepen.

Ook Louis Peeters, een jonge Kapellenaar, voelt zich geroepen, maar achttien dagen later is de oorlog op Belgische bodem al beslecht en wordt overal de hakenkruisvlag gehesen.

De jonge Louis belandt uiteindelijk in het verzet, gaat van januari tot oktober 1943 verplicht aan het werk in de Daimlerfabriek in Mannheim, maar moet bij zijn terugkeer op een boerderij in Londerzeel onderduiken omdat hij met een list Duitsland wist te verlaten.

“Een huisarts had een brief geschreven waarin stond dat zijn papa – mijn grootvader, dus – op sterven lag. Terwijl die man tot 1960 heeft geleefd”, glimlacht Stéphane Peeters (63).

Hij is al een zestal jaar bezig met het oorlogsverleden van zijn vader in kaart te brengen en wil het uiteindelijk ook te boek stellen. En dat heeft een opvallend grote West-Vlaamse link.

“De band van mijn vader met zijn West-Vlaamse lotgenoten was onverwoestbaar”

“Tijdens zijn periode op die hoeve in Vlaams-Brabant hielp mijn papa een neergestorte Canadese piloot in veiligheid brengen. Ross Doubt heette die man. In 1995 wist ik zijn zoon Eric terug te vinden en kon ik hem enkele bezittingen van zijn vader overhandigen. Die had Ross uit dankbaarheid aan mijn papa geschonken. Die zoektocht was voor mij de trigger om papa’s oorlogsjaren verder uit te spitten.”

Beruchte V-bommen

Op 17 juli 1944 werd Louis’ schuiplaats echter verraden en belandde hij in de kazerne van Etterbeek. Drie dagen later werd hij, samen met honderden andere mannen, op de trein richting Dresden gezet.

“Hij werd als werkweigeraar bestempeld en moest naar Duitsland om er in een arbeidskamp aan de slag te gaan.” Een week later bereikte Louis zijn eindbestemming: het kamp Venusberg in Chemnitz.

“Daar ging hij aan de slag in een spinnerij en hielp hij bij de productie van vliegtuigmotoren en onderdelen voor de beruchte V-bommen.”

Een van de vele documenten waarop Stéphane zijn speurtocht baseert. “Een titanenwerk”, zegt hij daarover.
Een van de vele documenten waarop Stéphane zijn speurtocht baseert. “Een titanenwerk”, zegt hij daarover. © Kristof Pattyn

In april 1945 kwam er een einde aan zijn verplichte tewerkstelling. “Vanuit het westen hoorden mijn vader en zijn vrienden de geallieerden letterlijk dichterbij komen, in het oosten weerklonken de gevechten met de Sovjets.”

“Mijn vader heeft me nog verteld dat de lagerführer alle arbeiders ergens midden april toesprak en hen meldde dat ze mochten vertrekken.”

De Belgen en Noord-Fransen trokken westwaarts en werden uiteindelijk door Amerikaanse soldaten opgevangen. “Mijn papa maakte deel uit van een groep West-Vlamingen. Hij was de enige die niet van de kustprovincie afkomstig was. Samen moeten ze tientallen kilometers te voet afgelegd hebben, amper wetende waar ze naartoe stapten.”

Venusbergvrienden

Uiteindelijk kwam Louis na een lange treinrit weer in zijn geliefde Kapellen aan, maar de band met zijn West-Vlaamse lotgenoten was voor het leven gesmeed.

“En onverwoestbaar. In die mate zelfs dat de groep van in de jaren vijftig tot begin jaren negentig elk jaar een reünie organiseerde. De Venusbergvrienden bliezen elke keer bij iemand thuis verzamelen. Zo verloor mijn vader zijn hart aan West-Vlaanderen.”

“Ik ben nog op zoek naar nazaten van twaalf andere West-Vlamingen. Ik heb enkel hun naam en toenmalige woonplaats. Via deze weg hoop ik de resterende puzzelstukjes te kunnen vinden”

Toen Louis in 1997 overleed, verdween ook de link met de andere Venusbergvrienden. Die wil Stéphane nu nieuw leven inblazen. “Venusberg was een erg belangrijk hoofdstuk in de oorlogsjaren van mijn papa.”

“Hij praatte er niet erg veel over, al deelde hij wel zijn herinneringen met het concentratiekamp náást Venusberg. Daar waren in januari 1945 duizend Joodse vrouwen aangekomen. De gruwel die hij daar zag, heeft een diepe indruk op hem nagelaten. Net daarom wil ik over die periode zoveel mogelijk te weten te komen. De tijdslijn is compleet, nu wil ik alle details kunnen invullen.”

Stéphane heeft het ambitieuze plan om de nazaten van de Venusbergvrienden samen te brengen. “Onder de noemer De Nieuwe Venusbergvrienden plannen we op zondag 28 april een eerste samenkomst met kinderen en kleinkinderen van de West-Vlaamse kompanen van mijn vader.”

“Vier families sloten zich al aan: die van de bekende journalist Emiel Ramoudt uit Roeselare, Sylvain Schrauwen uit Ruddervoorde, André Quartier uit Menen en Simon Packo uit Uitkerke.”

Puzzelstukjes

Maar daarmee is de zoektocht van Stéphane nog lang niet ten einde. “Ik ben nog op zoek naar nazaten van twaalf andere West-Vlamingen. Ik heb enkel hun naam en toenmalige woonplaats.”

“Via deze weg hoop ik om de resterende puzzelstukjes te kunnen leggen en de groep volledig te maken. Sowieso wordt onze eerste ‘nieuwe’ reünie een emotioneel moment. Onze families zijn door de gebeurtenissen in Venusberg verbonden.”

Zijn boek, dat hoogstwaarschijnlijk Tenzij de Tommies komen zal heten, hoopt Stéphane tegen deze zomer op de wereld los te laten. “Met het verhaal van mijn vader als ankerpunt en de Tweede Wereldoorlog als toneel. Want we mogen nooit vergeten wat toen gebeurd is.”

De twaalf resterende West-Vlamingen waar Stéphane Peeters nakomelingen van zoekt, zijn: Gilbert Pacqueu (Ichtegem), Geerard Roelens (Kortrijk), Roger Opsommer (Kuurne), Noël Terrijn (Gullegem), Roger Vanbrabant (Sint-Baafs-Vijve), Albert Platteau (Waregem), Maurice Beyls (Waregem), Maurice Samoy (Rumbeke/Moorslede), André De Klerck (Lendelede), Maurice Staessen (Dadizele), André Naert (Rekkem) en Roger Mulkers (Menen). Contact opnemen kan viastef16@telenet.be en 0498 107 722.

Lees meer over: