Leukemiepatiënt Chelly (26) blijft zoeken naar een nieuwe celdonor
Het is al een bijzonder heftig jaar geweest voor Chelly Kerkhof (26) en haar familie uit Oostende. Vorig jaar werd bij de jonge twintiger een agressieve vorm van acute leukemie vastgesteld. Om de ziekte te overwinnen, heeft ze stamceltransplantatie nodig. Jammer genoeg sloeg de eerste behandeling niet aan. Maar in plaats van in zak en as te zitten, zoekt Chelly nu met hernieuwde hoop naar een nieuwe celdonor. “Ik moet echt op zoek gaan naar iemand die zowel een ouder uit Azië, als een ouder uit Europa heeft”, klinkt het.
Chelly was 25 en laatstejaarsstudent aan de UGent toen ze te horen kreeg dat ze acute myeloïde leukemie had. Een zeldzame agressieve kanker bij mensen van haar leeftijd. Maar om het in Chelly’s eigen woorden te zeggen: ze had ‘een slecht lotje getrokken’. “Het begon vorig jaar in december. Toen ben ik ineens heel erg ziek geworden. In eerste instantie dacht ik dat ik corona had of een infectie. Ik voelde de ziekte tot op mijn botten”, vertelt Chelly. “Een hele dag had ik vreselijke pijn en geraakte ik maar niet uit mijn bed. s’ Avonds heb ik dan vanop mijn kot naar papa gebeld en gezegd dat ik naar spoed moest. Ik voelde gewoon dat er iets niet klopte.”
Eerst geen gehoor, daarna opnieuw doorverwezen
Zo gezegd, zo gedaan. Papa Michel (82) reed vanuit Oostende naar Gent en bracht zijn dochter naar het ziekenhuis. Op de spoedafdeling kreeg Chelly echter iets te horen dat ze niet had verwacht. “De arts zei tegen me: ‘Je bent jong. Ga maar gewoon naar huis.’ Ze hebben zelfs geen bloed getrokken. De volgende dag moest ik toevallig bij mijn huisarts zijn. Die kon me vertellen dat mijn infectiewaarden hoog waren. Het was dus wel degelijk erger dan gedacht. Mijn huisarts heeft me meteen opnieuw doorverwezen naar de spoedafdeling, naar dezelfde spoedarts. Die vroeg waarom ik daar opnieuw stond.”
In wat volgde lag Chelly zo’n zeven uur alleen op de spoedafdeling. “En dan vertelde de arts me dat ik zo’n 72.000 witte bloedcellen te veel had (een gevolg van leukemie, red.). “Ik moet u niet vertellen dat dat slecht nieuws is”, vertelde hij me. En weg was hij. Ik wist op dat moment echter nog steeds niet wat er met me aan de hand was. Mijn enige raadsmannen op dat moment waren ‘Dokter Google’ en een vriendin die biomedische wetenschappen studeerde. Mijn vriendin zei al lachend dat de kans groter was dat ik aangereden werd door een bus en de Lotto zou winnen, dan dat ik leukemie had. Toch bleek het dat laatste te zijn. Het enige wat ik kon denken, was dat ik verdomme beter een Lottoticketje was gaan kopen”, lacht Chelly. “Als ik er niet mee kan of mag lachen, dan kom ik waarschijnlijk mijn bed niet meer uit. Humor helpt me meester te zijn over mijn verdriet.”
Chelly koos ervoor om meteen in behandeling te gaan. “Ik begon met chemotherapie. De artsen waren zowel optimistisch, als realistisch en vertelden mijn familie dat de slaagkans van de behandeling zo’n 80 procent was. Na een periode van remissie onderging ik een tweede chemobehandeling. Normaal moet je na de tweede behandeling zes weken in het ziekenhuis blijven, maar ik mocht al na drie weken naar huis”, vertelt Chelly.
Zoektocht
Alles leek dus hoopvol, maar dan begon de moeizame zoektocht naar een geschikte celdonor. “Mama had meteen bloed afgestaan en ik kreeg haar stamcellen toegediend. Na de transplantatie waren mijn bloedwaarden heel goed, tot de dokters een beenmergpunctie deden om te kijken of de leukemie weg was of niet. De stamceltransplantatie was niet geslaagd. De leukemie was gewoonweg veel te agressief”, zucht Chelly.
“Voor iemand met gemengd bloed is het niet eenvoudig om een celdonor te vinden”
Het gezin startte meteen een zoektocht naar andere celdonors, maar vonden nog geen geschikte matches. “Een familiematch mag maar tot zijn of haar 75 jaar doneren. Jammer genoeg is mijn papa te oud en mag hij geen bloed meer geven.”
Chelly krijgt gelukkig veel steun van onder andere haar vriend Imran (27). Die zegde zijn job op in de Verenigde Staten en vloog naar België om bij haar te kunnen zijn. “Ik ben er altijd van uitgegaan dat ik voor mijn ouders zou zorgen als ze ouder zijn. Nu moeten zij opnieuw voor mij zorgen. Daar heb ik me echt even over moeten zetten. Ik ben Imran wel ontzettend dankbaar dat hij mijn ouders bijstaat”, zegt Chelly. “Door de behandelingen en medicatie zijn er soms dagen dat ik geen energie heb om mezelf te wassen of mijn bed uit te komen, maar daar kunnen zij me bij helpen. En wanneer ik niet naar buiten kan, brengen mijn vrienden de buitenwereld naar mij.”
Imran vult nog aan. “Ja, ik heb mijn leven en job in de Verenigde Staten opgegeven, maar ik heb hier nu een familie. Ik hou van Chelly. Ik zou alles voor haar doen”, zegt hij, terwijl hij vertederd naar Chelly kijkt. “Let’s put a ring on it”, lacht hij, maar het is duidelijk dat hij het meent. “Wacht maar nog even tot mijn haar helemaal teruggegroeid is”, knipoogt Chelly. Toekomstplannen maken, ligt dan ook nog wat moeilijk bij Chelly. “Een huis kopen, werken, op reis gaan of gewoon eens een pintje gaan drinken op café, dat kan ik niet meer. Overdag probeer ik veel te lezen. Handwerk vind ik leuk, dus soms brei ik ook wel iets of kijk ik een serie.”
Gemengd bloed
Ondertussen hebben de artsen de leukemie bij Chelly wel onder controle gekregen. “Maar op de lange termijn moet er een celdonor gevonden worden. Mijn mama is oorspronkelijk van Maleisië en mijn papa van Frankrijk. Voor iemand met gemengd bloed is het niet eenvoudig om een celdonor te vinden. Ik moet echt op zoek gaan naar iemand die zowel een ouder uit Azië als een ouder uit Europa heeft. Hoe meer mensen met dubbele nationaliteit bloed doneren aan de internationale database, hoe meer kans leukemiepatiënten hebben om een celdonor te vinden. Er wordt daar echt nog te weinig ‘reclame’ voor gemaakt.”
Maar Chelly leeft duidelijk op hoop. “Mijn behandelde arts had gezegd dat ik 20 à 30 procent kans heb om deze ziekte op lange termijn te overleven met een tweede transplantatie. Een tweede arts vertelde me dan weer dat de wetenschappelijke cijfers niet op mij van toepassing zijn. Zijn uitleg heeft me gerustgesteld en hoop gegeven.” Ook mama Sally (66) heeft de hoop om een geschikte celdonor voor haar dochter te vinden nog lang niet opgegeven. “Nu Chelly al mijn bloedcellen heeft, kan er ook een match gevonden worden binnen mijn familie. Op 18 september komt er nog een nicht van Chelly vanuit Amerika naar hier om bloed te geven.”
Afgestudeerd
“Ik heb al heel veel leuke dingen gedaan in mijn leven en wil er nog altijd heel veel doen”, blijft Chelly positief. “Op 17 september heb ik bijvoorbeeld mijn proclamatie. Want inderdaad, tijdens mijn behandeling heb ik mijn masterdiploma behaald. Ik kan dit aan, denk ik bij mezelf. Nu is het gewoon zaak die nieuwe donor te vinden. Maar ook daar geloof ik in”, besluit Chelly. (ZB)
Wil jij Chelly en andere leukemiepatiënten helpen? Je kan eenvoudig bloed afstaan bij Het Rode Kruis en zo levens redden. Ontdek hier hoe je het proces eenvoudig doorloopt. Heb je een persoonlijke vraag aan Chelly of wil je haar behandeling volgen? Dat kan via haar Instagrampagina @chellysenyuman.
Warm West-Vlaanderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier