Cafébaas helpt als vrijwilliger op covid-afdeling in ziekenhuis: “Bang om besmet te raken? Ik let steeds goed op”

Pascal Debroe, tijdelijk werkloos als cafébaas, helpt mee als vrijwilliger op de covid-afdeling van het AZ Damiaan.©Peter MAENHOUDT Peter Maenhoudt
Pascal Debroe, tijdelijk werkloos als cafébaas, helpt mee als vrijwilliger op de covid-afdeling van het AZ Damiaan.©Peter MAENHOUDT Peter Maenhoudt
Hannes Hosten

Net als alle horeca-uitbaters heeft ook Pascal Debroe (49), de cafébaas van de Sportwereld in Middelkerke, het financieel zwaar te verduren in deze coronatijden. Pascal maakt zich ondertussen op een andere manier verdienstelijk. Sinds een zestal weken zet hij zich enkele dagen per week in als buddy op een covid-afdeling van het AZ Damiaan in Oostende. “Verpleegkunde was eigenlijk ook nog iets voor mij geweest”, zegt Pascal.

Pascal Debroe, die een vriendin en een dochter heeft, staat ondertussen vier jaar achter de toog van café Sportwereld aan de kerk van Middelkerke. Zijn zaak is dit jaar al voor de tweede keer gesloten. Noodgedwongen, door de coronacrisis. “In de eerste lockdown had ik de handen vol met verbouwingswerken en er was ook veel in de tuin te doen”, vertelt hij. “Maar ik was toen al van plan om, als er een tweede opgelegde sluiting zou komen, te helpen in het ziekenhuis. Toen de horeca half oktober weer dicht ging, stelde ik me kandidaat om als vrijwilliger mee te draaien in het AZ Damiaan.”

De patiënten zijn blij als ze met iemand kunnen praten, dat breekt de sleur

“Ik solliciteerde online, ging op gesprek en kreeg ook een opleiding. Op zowat elke afdeling steken vrijwilligers een handje toe. Toen ze vroegen op welke afdeling ik het liefst zou staan, antwoordde ik dat het voor mij om het even was. Daarmee zei ik dat het ook een covid-afdeling mocht zijn. Toevallig ben ik daar ook beland. Ik werk er nu al een week of zes, telkens shifts van vier uur. De ene week doe ik dat twee keer, de andere week vier keer. Vijf keer per week is het maximum dat je mag doen. Maar voor mij mag het gerust meer zijn. Zo lang het café dicht is, ben ik beschikbaar”, zegt Pascal.

Astronautenpakje

“Een vijftal jaar geleden volgde ik een opleiding EHBO bij het Rode Kruis. Verder heb ik geen medische kennis”, gaat Pascal verder. “Dat hoeft ook niet. Ik doe geen medische handelingen, ik ben er als buddy en help de hulpverleners. Gebruikt veiligheidsmateriaal op een veilige manier verwijderen, veel ontsmetten… Als een verpleegkundige uit een ziekenkamer komt, sta ik op de gang klaar om hem of haar te helpen bij het ontsmetten. Zo hoeft die echt niets aan te raken. Zelf draag ik, naast mijn blauwwitte werkkledij, nog een mondmasker, een faceshield voor mijn gezicht, handschoenen en een extra schort.”

“Soms ga ik ook bij de patiënten binnen. Dan ben ik volledig afgeschermd in zo’n astronautenpakje. De meeste covid-patiënten zijn bejaarden, vaak hulpbehoevend. De meesten zijn ook erg ziek, vermoeid, verzwakt, kortademig… Ik help hen bij het eten, hou hun hand vast, warm hun voeten op… of sla gewoon eens een babbeltje. Zij zien niemand, hé. Ze mogen niet uit hun kamer en zijn blij om eens met iemand te kunnen praten. Dat haalt de sleur er een beetje uit”, weet hij.

“Het is een vergiftigd geschenk als je nu alleen op een kamer ligt”, vindt Pascal. “Dan ben je echt helemaal alleen. Als je met twee bent, kan je nog iets zeggen tegen je kamergenoot. Over wat ik dan met hen babbel? Over van alles en nog wat. Geen diepe gesprekken, maar over luchtige onderwerpen. Als ik iets zeg en ik voel dat het moeilijk ligt, dan sla ik meteen een andere richting in. En bij dementerende patiënten val je natuurlijk wel eens in herhaling. Maar ik kan daar goed mee om.”

Een ras apart

“Ik heb veel respect voor de verpleegkundigen. Een ras apart. Ze blijven altijd positief ingesteld, geven nooit op. Ik heb daar bewondering voor. Voor mij verdienen ze zeker hun financiële extraatje. Allemaal, van de artsen tot de schoonmaaksters. Soms denk ik: verpleegkunde zou nog iets voor mij zijn geweest. Maar ik was geen groot student. Een beetje wat ze nu een ADHD’er zouden noemen, denk ik. Ik kon me niet goed concentreren en ben daarom vroeg gaan werken. Altijd in de horeca, in hotels en cafés.”

“Bang om zelf besmet te raken? Dat ben ik niet”, zegt Pascal. “Elders kan je toch ook besmet raken? In de winkel bijvoorbeeld, dat vind ik nog het gevaarlijkst. Hoeveel mensen daar hun kar niet ontsmetten! In het ziekenhuis ben je veilig, maar je moet erg gefocust zijn. Je gedachten erbij houden. Als je goed oplet, kan er je niets gebeuren. Wie symptomen heeft, laat zich onmiddellijk testen. Maar ik heb nog nooit symptomen gehad. Begin deze week onderging ik voor het eerst een coronatest in het kader van een algemene testing. Maar ik ben negatief.”

Strikt volgens regels

Pascal had ook kunnen kiezen om een takeaway te starten, zoals veel van zijn collega’s. Maar hij draagt liever zijn steentje bij in het ziekenhuis. “Iedereen doet takeaway”, zegt hij. “En ik was eigenlijk gestopt met eten aan te bieden in mijn café. Ik maakte mijn eigen spaghetti, maar dat was zo’n succes dat ik het niet meer alleen kon bolwerken. Nochtans hakt de sluiting er ook bij mij zwaar in. Financieel is dit een ramp. We krijgen wel ondersteuning, maar dat is peanuts in vergelijking met wat je verdient als je open bent.”

Ik heb in mijn café mensen aan de deur gezet die de regels niet volgden en verloor daardoor allicht klanten

“Ik scheer niet alle collega’s over dezelfde kam, er zijn er nog die strikt volgens de regels werken. Maar ik ken ook cafés waar de uitbaters nooit een mondmasker droegen. Of die feestjes organiseerden. Ik weet zelfs een uitbaatster die in haar café stond te dansen. Dat kan toch niet! Zo gaan de besmettingen altijd maar door. Wie een feestje wil houden, moet echt stilstaan bij hoe ziek je van het virus kan worden. Jijzelf misschien niet, maar wel je oma of je opa! Er zijn mensen die verdrinken in het vocht van hun eigen longen!”

“In mijn café was ik streng op het naleven van de coronamaatregelen. Ik plaatste schermen tussen de tafeltjes en drong erop aan dat de klanten hun mondmasker droegen om naar het toilet te gaan. Ik heb zelfs mensen aan de deur gezet, omdat ze zich niet aan de regels hielden. Ja, ik denk dat ik er klanten door verloren ben. Ik verlang om mijn café weer te kunnen openen, maar bij mij zal het correct zijn. En ik zal de patiënten op de covid-afdeling toch wel een beetje missen”, besluit Pascal.