Welke return brengt de terugkeer?

De opbouw van het startpodium van de Ronde van Vlaanderen is volop aan de gang. © Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

Het mag de stadskas dan wel anderhalf miljoen euro kosten – 450.000 euro dit jaar, 500.000 in 2025 en 550.000 in 2027 – maar het is terug in Brugge: de start van de Ronde van Vlaanderen. De historische vergissing van Flanders Classics om na de editie van 2016 zijn heil – of zeg maar meer geld en groeipotentieel – in Antwerpen te zoeken, wordt komende zondag rechtgezet.

Het resultaat van een straf staaltje onderhandelingskunst van Mercedes Van Volcem en het perfecte ploegenspel tussen burgemeesters Dirk De fauw en Bart De Wever, die nu afwisselend het startschot in hun steden kunnen geven. Als de weergoden en klimaatactivist en professioneel ordeverstoorder Wouter Mouton de wielerliefhebbers gunstig gezind zijn, heeft Brugge dit jaar, naast de Heilig Bloedprocessie, een tweede ‘Mooiste Dag’.

De processie van de coureurs zondag kost ons een half miljoen euro. Los van alle wielerromantiek: dat is veel geld. Zelfs Herman De Croo of Siegfried Bracke zouden een storting van zo’n bedrag op hun rekening opmerken. Met dat geld kan je pakweg twee jaar lang de nu gedoofde straatverlichting toch laten branden. De return van de terugkeer mag én moet daarom ook meer inhouden dan enkel wat minuten luchtbeelden van onze stad op het scherm.

De Ronde moet de katalysator worden om van Brugge een echte fietsstad te maken. Dat begint bij het inspireren van de inwoners om zelf op de fiets te kruipen, over het aanpassen van de weginfrastructuur tot uiteindelijk een totale mentaliteitswijziging creëren om de zwakke weggebruikers altijd op de eerste plaats te zetten. Er zijn de laatste jaren kleine stapjes of zeg maar trapjes gezet, maar de grote versnelling blijft uit. Een fietsnietje hier en een pompje daar zijn leuk, maar er is meer nodig.

Als je een verkeerssituatie wil veranderen, organiseer je beter een wielerwedstrijd dan een protestactie

De koers heeft de kracht om op dat vlak dingen in gang te steken. Denk aan de Damse Vaart. Jaren werd gevraagd om de verzakte betonvakken aan te pakken, maar de doorbraak kwam er pas toen het WK tijdrijden er moest passeren. Dan kon de heraanleg niet snel genoeg gaan. Of neem de middengeleider in de hoek van de Markt, die jaren voor struikelende toeristen, haperende fietsers en kapotte wieldeksels zorgde, maar plots voor deze Ronde wel uitgebroken kon worden. Of aan de Mariastraat, waar zelfs op dit moment volop gewerkt wordt om de renners een effen en moddervrij parcours te schenken. Als je een verkeerssituatie wil veranderen, organiseer je beter een wielerwedstrijd dan een protestactie.

We kunnen al beginnen op het Brugse Ronde-traject buiten de binnenstad. De wielerhoogmis neemt zondag het kruispunt aan de Generaal Lemanlaan, waarop vorig jaar een 78-jarige fietsster het leven liet bij een dodehoekongeval. Omdat de plannen voor een heraanleg bleven liggen bij een studiebureau én het blijkbaar te veel zou kosten om de verouderde verkeerslichten te herinstalleren tot een fietsveilig ‘groen vierkant’… Vervolgens nemen de renners de Astridlaan, die enkele jaren geleden verkozen werd tot een van de straten met het slechtste fietspad van West-Vlaanderen. Een te smalle parkeerstrook naast een al te smal fietspad zorgt dagelijks voor hallucinante en levensgevaarlijk taferelen. De Vlaamse overheid, die voor deze twee concrete zaken verantwoordelijk is, mag dringend een tandje bijzetten voor Brugge, de startplaats van de Ronde van Vlaanderen. Anders is de eretitel ‘Vlaanderens Mooiste’ wel heel erg cynisch.

Reageren? olivier.neese@kw.be