Karl schrijft een brief naar z’n Roeselaarse collega Thomas: “Ik had nog twintig jaar kunnen wachten om je dit te vertellen, maar het voelt goed om het nu te doen”

Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft vandaag een brief naar zijn VRT-collega Thomas Swannet, de man achter de schermen bij de programma’s van Karl. Al twintig jaar werken ze samen en Karl heeft niets dan respect voor zijn Roeselaarse collega. Thomas mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Thomas,

Je zal allicht schrikken als je dit leest. Ik heb je niet ingelicht en aangezien je als uitgeweken Roeselarenaar nu in Ledeberg woont, ga ik ervan uit dat je deze brief ook niet onmiddellijk onder ogen krijgt. Maar de rooksignalen die straks in Roeselare zullen opstijgen, waaien komend weekend – gedreven door een strakke zuidwester – wel richting Gent. Maar dan nog. Op dat moment zitten wij alweer samen in Middelkerke om het Belgisch kampioenschap veldrijden op een zo goed mogelijke manier op televisie te brengen. Voor de mensen die dit nu lezen en je niet kennen, moet ik je toch even voorstellen. Al ongeveer twintig jaar werken we samen. Jij achter de camera, ik ervoor. Eindredacteur: dat is je officiële titel. Rechterhand en linkerhand van de presentator tegelijkertijd. Je bent de enige mens die tijdens een uitzending met mij kan praten zonder dat de kijker het doorheeft. Je bent de enige persoon naast de presentator die nog een invloed op de inhoud van een programma kan hebben als het al bezig is. En die invloed wend je soms aan. Maar niet meer dan nodig is. Enkel als je voelt dat je een toegevoegde waarde kan leveren of ik de duur van een programma in de war dreig te sturen, grijp je in. Doseren is een kunst die je als geen ander beheerst, meneer Tomaat. Zo zit je in mijn adressenlijst. Een koosnaampje dat je overhoudt aan een passage van het zoontje van een collega op de redactie zeventien jaar geleden en een bijnaam die perfect bij je past. Je bent een gezellige mens. Meer dan twintig jaar zijn we samen op pad. Het is de langste relatie in mijn leven, Thomas. Want zo zie ik het. Een relatie waarin werk en vriendschap in een perfecte symbiose samenvallen. Het leverde vaak gewaardeerde televisie op. God in Frankrijk, Merci Merckx, De zomer van Lucien, honderden afleveringen van Vive le Vélo! en nog meer omkaderingen van voetbalwedstrijden en olympische prestaties. Allemaal passeerden ze door je vingers. We evolueerden samen en ik zag hoe bij jou vakmanschap overging in meesterschap.

Ik vertrouw je voor de volle honderd procent en ik zie je graag. Uit de grond van mijn hart

Maar wat ik nog het meeste in je waardeer, is de mens achter de eindredacteur. Loyaal en integer, heer in de diplomatie. Waar anderen stenen zouden doen vechten, haal jij je voldoening uit verzoening. Nooit zou het in je opkomen om iemand erin te luizen, naar onvertogen woorden is het zoeken zonder vinden. We hebben samen Frankrijk plat gereisd, we hebben een bed gedeeld in New York, David Gray zien optreden in Londen en naar relikwieën gezocht op talrijke plekken waar Eddy Merckx de belangrijkste hoofdstukken uit zijn wielercarrière schreef. Onuitwisbare herinneringen die me mijn hele leven zullen bijblijven. We gaan opnieuw een druk televisiejaar tegemoet, Thomas. Het klassieke voorjaar, negenentwintig keer Vive le Vélo! in juli (want ook de vrouwen rijden nu hun Tour) en nog een wereldkampioenschap voetbal in november en december. Ik kijk er heel erg naar uit. Het was een godsgeschenk om jou op mijn televisiepad te treffen, meneer Tomaat. Ik zou zonder jou waarschijnlijk niet de presentator geweest zijn die ik nu ben. Je bezorgt me rust in het hoofd. Ik plaag en ik zaag al eens, maar er is een constante. Ik vertrouw je voor de volle honderd procent en ik zie je graag. Uit de grond van mijn hart. Ik had nog twintig jaar kunnen wachten om je dit allemaal te vertellen, maar het voelt goed aan om het nu te doen.

Ik ben klaar om er nog twee decennia met jou bij te lappen. We zijn nog lang niet klaar.

Dikke knuffel en tot morgen,