Karl schrijft een brief naar Johan Museeuw in aanloop naar Parijs-Roubaix: “Voor jou, Tom en Roger begon de koers maar aan die kaap van 200 kilometer”

Johan Museeuw. © BELGA
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Vandaag richt hij zich tot Johan Museeuw. Karl leerde de Leeuw van Vlaanderen precies dertig jaar geleden kennen. Johan mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Johan,

Zondag huizen er opnieuw wilde dieren in de ogen van de kasseicoureurs. De mannen die met blote handen op een guidon met een verstevigd stuurlint hun fiets van steen naar steen laten dansen. Parijs-Roubaix, drie keer prijk je op die erelijst. Zoals je ook drie keer de Ronde van Vlaanderen won en daarmee tot een van de beste klassieke coureurs ooit kan worden gerekend. In het commentaar gaan we zondag gretig verwijzen naar die overwinningen in 1996, 2000 en 2002. Je solo in 2002 hield ons de spiegel van een vooroorlogs verleden voor. Je beitelde het begrip flandrien in elke kasseistrook, je deed je geuzennaam Leeuw van Vlaanderen alle eer aan.

Zonder lekke band op het onbeduidende kasseistrookje in Hem sta je gewoon naast De Vlaeminck en Boonen als mederecordhouder

Een solo van meer dan vijftig kilometer. Op zijn Pogacars of op zijn Van der Poels. Of zij op hun Museeuws. Kasseispecialisten zijn mannen die vermoeidheid en kramp kunnen uitstellen tot na de streep op de piste van Roubaix. Oerhelden. Je hebt heel veel renners die hard kunnen rijden tot aan kilometerpaal tweehonderd. Dan is de benzine op. Niet zo bij jullie. Voor jou, Tom en Roger begon de koers maar aan die kaap van de tweehonderd. En laat ons eerlijk blijven. Zonder lekke band op het onbeduidende kasseistrookje in Hem sta je gewoon naast De Vlaeminck en Boonen als mederecordhouder. Je was een straffe coureur, Johan.

Ik kan nu al de reacties op deze brief en op onze lofrede van komende zondag voorspellen. Tientallen mailtjes van mensen die nooit op een fiets hebben gezeten zullen ons verketteren en de sociale media-intellectuelen zullen het ook wel niet nalaten om hun mening te ventileren. Inclusief dt-fouten. De toon zal dreigend en denigrerend zijn. Ze zullen ons aanmanen om jou niet te verheerlijken en in het vervolg dood te zwijgen. Dat doen ze ondertussen al twintig jaar, want Johan Museeuw was een dopeur (sic).

Dat je destijds doping nam, is waar. Dat gaf je zelf ook toe. Maar het zou van een verregaande hypocrisie getuigen mochten we je prestaties niet tegen het licht van de tijdsgeest willen houden. Je concurrenten in de jaren negentig en aan het begin van het nieuwe millennium beschikten over dezelfde wapens en maakten er ook gretig gebruik van. Dat enkelingen met heel veel kwaliteiten de stap naar doping principieel niet wilden zetten, zal wel kloppen. Maar veel zijn het er niet. Heel vaak wordt dat argument ook misbruikt om een gebrek aan talent te verdoezelen. Was het juist? Neen. Devalueert het een erelijst? Neen. Nuance is de moeder van de realiteit.

We kennen elkaar dertig jaar, Johan. Mijn allereerste interview voor Focus TV was bij jou thuis in Gistel. Ik was nerveus omdat ik in 1994 in de aanloop van een nieuw seizoen op bezoek mocht bij de winnaar van de Ronde van Vlaanderen van 1993. Ik liep nog stage en was onder de indruk. Je had mededogen en deed normaal. Dat was niet altijd zo, Johan. Je kon een ambetante kloot zijn om te interviewen. Maar dat besef je nu wel. Je speelde een spel waarvan je zelf dacht dat het grappig was, maar dat was het niet altijd. Ik besef ook al een hele tijd dat het een rolletje was en dat we toen niet de echte Johan zagen.

De echte Johan Museeuw is een gevoelige mens, iemand met veel empathisch vermogen die het leven omarmt en vriendschappen koestert. Iemand die door de publieke opinie zwaar is gestraft voor iets dat het gros van je concurrenten ook deed. Zij kwamen ermee weg omdat ze nooit werden betrapt of het geluk hadden niet in een gerechtelijk dossier te zijn gesukkeld. Erkenning is een streven in het leven. Niet in het minst voor een ijdele topsporter. Gelukkig heb je die waardering altijd gekregen van vijfennegentig procent van je collega’s. Je hebt in je leven na de koers vaak gezwalpt op een zee vol woeste golven en draaikolken, maar je bent wel jezelf gebleven. Een joviale en loyale maat voor velen. Ook voor mij. Dankjewel daarvoor.


Warme groet,