De storm is afgezwakt, de zee bedaard, verstoven zand bedekt de wandeldijk. De vloedlijn etaleert zijn schatten, ze blinken in de zon. De brede strook met aangespoelde één- en tweekleppige schelpen is me evenveel waard als een stilleven van een befaamd kunstenaar. Het kleurenpalet oogt zacht en rustgevend. Geel, roze en blauw, de kleuren van de nonnetjes, prijken tussen kokkels, grote strandschelpen en mantelschelpen. Donkerblauwe mosselen pronken tussen het overwegend grijs en ecru en accentueren hun eeuwenoude traditie als streekproduct. De paar boormossels, stukgeslagen door brute golfslagen, zijn klaar om hun volgende levensfase in te luiden. Beukende golven breken ze, net als alle schelpen, in zandachtige korrels en worden, samen met afgebroken stukjes rots en calciumcarbonaat, zand.
“Een handvol Filipijnse tapijtschelpen springt in het oog”
Een handvol Filipijnse tapijtschelpen springt in het oog. Alhoewel ze vrij veel voorkomen op onze stranden, geven ze het stilleven een exotische toets. Wenteltrapjes of haaientanden vond ik niet. Maar het mooie Noordzeekust-gebonden schelpentapijt is overklad met duizenden Amerikaanse zwaardschedes. Deze exoot richtte een ware slachting aan in het bestand van zijn neven, de zwaardschede. Van kolonisatie en onderdrukking van een soortgenoot gesproken!
Honderden meeuwenpootjes vallen op tussen de strandbuit. Zeker weten dat ze zich, na de storm, storten op de doublettes, gevuld met sappig vlees. Als laat nieuwjaarshapje snoepten de vliegende strandschuimers ook de oesterschelpen leeg.
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier