Dansen met Philip Roth

© REUTERS
Ann De Craemer
Ann De Craemer Schrijfster

Schrijfster Ann De Craemer gunt ons maandelijks een blik in haar ziel…

Ik was eenentwintig, zat in mijn voorlaatste jaar Germaanse taal- en letterkunde aan de Universiteit Gent, en mijn lievelingsvak was ‘Jewish-American fiction’, gedoceerd door een professor bij wie alleen het woord ‘bevlogenheid’ past: Kristiaan Versluys. Hij sprak met zoveel passie over iemand die hij de grootste van alle Amerikaanse auteurs vond, dat het niet anders kon of de vonk voor de man sloeg op je over.

Die man was Philip Roth, de literaire reus die een paar dagen geleden is overleden. Ik herinner me dat ik na een lesdag in 2002 met mijn vriend op de trappen van het universiteitsgebouw zat, en hem, het hoofd op zijn schouder, zei dat ik zou wenen wanneer Philip Roth ooit zou sterven. Mijn liefje ging met zijn vingers door mijn – toen nog – heel korte haren en zei me glimlachend dat ik een beetje overdreef.

‘Ooit’ was toen nog ver weg, zestien jaar om precies te zijn, maar ‘ooit’ voltrok zich dinsdagavond in New York: Philip Roth stierf. Bij ons was het al ochtend en werd ik, nog heerlijk onwetend, heel vroeg wakker na een woelige nacht. Ik checkte Twitter, een slechte gewoonte als ik de slaap niet meer kan vatten, en ging, zoals we dat in het West-Vlaams zeggen, pijleboutrechte zitten toen ik zag dat de New York Times vijf minuten eerder dit breaking news had gepost: Philip Roth was gestorven.

Sterft een schrijver van het kaliber van Roth ooit? Nee, nooit. Voor mij zeker niet

De tranen kwamen vanzelf. Ik zag weer de trappen van mijn faculteit aan de Blandijnberg in Gent; mijn vriendje; de jaren die waren verstreken; de boeken van Roth die ik had gelezen; het voorbeeld dat hij voor me als auteur was geweest; de ontgoocheling die ik had ervaren toen hij in 2012 stopte met schrijven – en de pijn die ik letterlijk voelde steken nu hij, te vroeg voor een gigant, was heengegaan. Ik had in mijn leven maar één held gehad, en hij was niet meer.

Maar sterft een schrijver van het kaliber van Roth ooit? Nee, nooit. Voor mij zeker niet, want altijd heb ik tegen mezelf gezegd dat ik niet al zijn werk mocht lezen zolang hij nog leefde. Bewaar er nog een aantal, dacht ik, voor wanneer hij er niet meer is, zodat je dan troost vindt. Dus kan ik nog, van zijn meer dan dertig boeken, Sabbath’s Theater lezen, en Goodbye, Columbus, en The Dying Animal, om er een paar te noemen die nog op mij wachten. Ik kan nog genieten van een auteur die er als geen ander in slaagde op papier te zetten wat het betekent om mens te zijn – met onze sterktes en zwaktes, onze obsessies en lusten, onze verlangens en angsten. Ik kan zijn zinnen lezen waarvan het ritme zo perfect is dat elk boek voelt alsof ik met Roth een bedwelmende dans uitvoer.

“What I want is to possess my readers while they are reading my book – if I can, to possess them in ways that other writers don’t. Then let them return, just as they were, to a world wherey everybody else is working to change, persuade, tempt and control them.”

Mij bezitten, dat heb je gedaan, Philip Roth, op een manier waarop geen andere schrijver dat heeft gedaan, en na elke roman heb je me als een ander mens naar de echte wereld doen terugkeren. Het is nu aan mij om tegen u, mijn eigen lezers, te zeggen: ontdek Philip Roth tijdens uw zomervakantie, verlies u in zijn woorden en keer als een rijker mens naar de echte wereld terug.