Ensor herleeft in kinderboek: speurneus James Hond beleeft nieuwe avonturen

Noella. © HH
Hannes Hosten

Een kinderboek met Oostendenaars in de hoofdrollen waarin nu ook schilder James Ensor weer tot leven wordt gewekt. Dat ligt sinds kort in de winkels met als titel James Hond en de zwarte vorst. Auteur is de Antwerpse Noëlla Elpers (59), die een bijzondere band heeft met de Stad aan Zee.

Noëlla Elpers bracht in 2018 een eerste verhaal uit over de dappere speurneus James Hond en zijn baasje, Andreetje van ‘t Zeetje uit de Kortestraat. Die laatste is geïnspireerd op Reneetje, de uitbater van het ter ziele gegane restaurant Stad Kortrijk in de Langestraat. Het boek kreeg lovende reacties, onder meer door de vlotte pen en beeldende stijl van Noëlla en de combinatie van spanning en humor. Vandaar dat een gloednieuw avontuur van James Hond niet uit kon blijven.

“Het nieuwe verhaal speelt zich af aan de vooravond van carnaval in Oostende”, vertelt Noëlla. “Andreetje en James Hond volgen de voorbereiding voor de carnavalsstoet op de voet, want carnavalsgroep De Lange Neuzen werkt aan een prachtige wagen: een schelp met daarin de figuur van de beroemde schilder James Ensor. Maar dan kruipt een dikke mist over de stad, waarin volgens de kater Tiger T. een duistere aanwezigheid schuilt. En welke hond is dapper genoeg om er als eentje op uit te trekken in die zwarte vorst? Juist, James Hond!”

Vaste adresjes

“Mijn man Peter Holvoet Hanssen (voormalig stadsdichter van Antwerpen, red.) heeft longproblemen en komt hier graag verse lucht happen. Zo bouwden wij een sterke binding met Oostende op”, vertelt Noëlla, gerenommeerd jeugdauteur sinds 1993. “Visser Marnix Verleene en zijn vrouw Carine Ulin werden vrienden. En wij gingen regelmatig eten in de Stad Kortrijk bij René. Wij hebben geen auto en nemen altijd de trein naar Oostende. We hebben zo onze vaste adresjes: eerst naar Hotel du Parc voor een koffie, dan een cocktail in de Lafayette. Nu we niet meer kunnen gaan eten bij René, gaan we altijd naar het Kombuis. Dat is ons vast ritueel. Wij zijn al jaren fan van Oostende. Het laatste gedicht van Peter als stadsdichter van Antwerpen ging over Oostende.”

Hoe de liefde voor Oostende uitmondde in de verhalen van James Hond? “Wij hadden zelf drie katten thuis”, legt Noëlla uit. “Maar ik hou ook veel van Foxterriërs, die zo eigenzinnig zijn dat ze bijna kattenmanieren hebben. Ik beeldde me in wat het zou geven als Reneetje zo’n hondje zou hebben. Zo bedacht ik James Hond en zijn baasje, Andreetje van ‘t Zeetje. Een koppig hondje en een koppige restauranthouder. En ik schreef een eerste boek, James Hond en de Elfenbank. Een detectiveverhaal voor kinderen, vanuit het standpunt van het hondje. En met een knipoogje naar James Bond.”

Spannend en leerrijk

“Het eerste verhaal speelde zich af in het Oostendse vissersmilieu”, legt Noëlla uit. “Het is geënt op de realiteit: kleine vissers worden verdrukt door de grotere schepen. Het echtpaar Martinus en Lieke, geïnspireerd op Marnix en Carine, speelde een hoofdrol in het verhaal. In het tweede verhaal komen zij niet meer aan bod, maar wel nog James Hond en Andreetje. En nu dus ook de geest van James Ensor, die James Hond probeert mee te lokken naar het dodenrijk. De andere figuren zijn verzonnen.”

“Mijn man en ik willen de liefde voor poëzie, literatuur en geschiedenis aanwakkeren bij jongeren. Daar maken we samen werk van onder de noemer ‘Het Kapersnest’. Ook in mijn boeken probeer ik ervoor te zorgen dat de kinderen zonder dat ze het merken iets opsteken. Mijn nieuwe boek bevat naast het verhaal ook een biografie van James Ensor. Of er nog een derde verhaal komt over James Hond? De kans bestaat”, besluit Noëlla.

René Coolsaet: “Ze observeerde me zonder dat ik het wist”

“Ik heb het eerste boek van James Hond gelezen en heel veel zaken kloppen”, vertelt René Coolsaet, tot bijna vier jaar geleden uitbater van het legendarische restaurant Stad Kortrijk. “Ik word wel soms aangesproken over het boek. Er zijn er die me vragen met hen op de foto te staan of om het boek te signeren. Mijn exemplaar gaat nu rond bij de meisjes die hier vroeger werkten. Intussen hebben ze allemaal hun job en ook kleine kindjes, aan wie ze het verhaal voorlezen.”

René Coolsaet.
René Coolsaet.© HH

“De schrijfster kwam hier wel eens eten, maar ik wist niet dat ze schreef”, vertelt René, die nu een wijnhandel runt in het voormalige restaurant in de Langestraat. “En al helemaal niet dat ze over mij aan het schrijven was. Ik heb wel veel met hen gepraat. Het waren klanten die je op je gemak stelden. En blijkbaar heeft ze me geobserveerd zonder dat ik het wist.”

“Het boek is accuraat: de periode dat er minder vis was, de meeuwen, de sigarettenpeuken die hier vaak voor de deur lagen, dat ik in de late namiddag wel eens lag te slapen voor het raam… Maar een hond heb ik niet. En dat ik koppig ben? Ja, dat klopt dan weer wel. Ik was de dirigent in de zaak.”