Clichécheck: West-Vlamingen zijn altijd flink

© belga
Talitha Dehaene

Journaliste Talitha Dehaene (28) zag het licht in Ieper, maar trok als tiener tien jaar naar Amsterdam. Na nog twee jaar Antwerpen, is ze helemaal terug thuis. Elke week onderzoekt ze hier de clichés over de West-Vlaming.

Afgelopen week liet Jens Dendoncker aan de wereld weten dat hij op een psychiatrische afdeling verblijft om af te rekenen met zijn vele angsten. Als ambassadeur van Rode Neuzen Dag, de jaarlijkse actie van VTM en Qmusic rond het mentale welzijn van jongeren, wilde hij zelf ook open zijn over zijn problemen. Want, zo zei hij, het is belangrijk om hulp te vragen vóór het te laat is.

Een krachtige boodschap, zeker omdat Dendoncker zelf toegeeft dat hij veel te lang heeft gewacht om aan de alarmbel te trekken. Maar dat zit nu eenmaal in ons als West-Vlamingen, vermoed ik. We denken dat we altijd maar sterk moeten zijn. Flink zijn. Minder ‘trunten’ en meer werken. We leren al vroeg om onze eigen boontjes te doppen. Werk zien, niet bij de pakken blijven zitten, zelfstandig zijn: die kwaliteiten worden hier extra gewaardeerd, in de provincie van harde werkers en deuredoeners. De West-Vlaming is een fier mens en durft niet snel om hulp te vragen.

“Toegeven dat je hulp nodig hebt is niet makkelijk, maar het is wel gewoon oké”

Des te ironischer is het dat juist ook die sterke, onafhankelijke West-Vlaming zelf niets liever doet dan anderen helpen. Verhuizen, verbouwen, babysitten, op de hond passen tijdens je vakantie, vrijwilligerswerk, 56 rollen wc-papier voor je gaan inslaan in de supermarkt vlak voor de lockdown: de gemiddelde provinciegenoot steekt maar al te graag een handje toe. De West-Vlaming is behulpzaam en staat altijd voor je klaar, je hoeft het hem alleen maar te vragen.

“Ja maar, hulp vragen is zwak”, denken we dan. Iemand nodig hebben, dat mag niet. Maar, beste lezers, dat is volslagen onzin. Eindeloos op je tanden bijten, zoals de flinke jongens en meisjes die we al heel ons leven denken te moeten zijn, tot die er uiteindelijk helemaal stuk op gaan: dát is zwak. Nee, toegeven dat je hulp nodig hebt is verre van makkelijk, maar het is wel gewoon oké. We kunnen nu eenmaal niet alles alleen. En als corona ons één ding heeft geleerd, laat het dan dit zijn: dat moet je ook helemaal niet willen.

Het oordeel: waar, al is dat niet altijd nodig. (En die 56 rollen wc-papier al helemaal niet, dus laat ze nu in godsnaam eens in de rekken staan, alstublieft zeg.)