Ongeziene watersnood treft West-Vlaanderen: wat na de zondvloed?

In de eerste helft van november viel er bij ons al 195 liter neerslag per vierkante meter, meer dan dubbel zoveel als normaal in heel november. De bovenstaande foto werd in Houthulst genomen. © Belga Image - Kurt Desplenter
Camille Jonckheere

West-Vlaanderen kent een ongeziene watersnood. Vooral in de Westhoek is het nu pompen of verzuipen. Dat elke extra regendruppel er één te veel is, lijkt nu al overduidelijk. Wordt het nog erger? Zal dit vaker gebeuren? En wat kunnen we eraan doen? Drie vragen die een duidelijk antwoord verdienen.

1. Wat mogen we de komende week nog verwachten?

De afgelopen dagen kregen we in West-Vlaanderen al ongezien veel neerslag te verwerken. Volgens Pieter-Jan Taillieu van het waterbeheer van Zuidijzerpolder staat het waterpeil van de IJzer bij Fintele in Lo-Reninge twee meter hoger dan normaal in deze tijd van het jaar. “Het historisch maximum – dat van de grote wateroverlast in 1993 is met 20 centimeter overschreden”, weet hij. Daarom werden er woensdag preventief enkele woningen ontruimd in de Diksmuidse deelgemeente Woumen.

“Het historisch maximum – dat van de grote wateroverlast in 1993 – is met 20 centimeter overschreden”

Het weer blijft moeilijk voorspelbaar, maar er komt nog regen aan. “Vandaag zal het regenen, maar we zullen iets minder neerslag krijgen dan de oorspronkelijke modellen toonden. De komende week wordt heel wisselvallig. Bij elke bui liggen er scenario’s op tafel met zware en minder zware gevolgen. Zaterdag krijgen we nog een regenzone, zondag kan iets droger zijn. Maandag wordt opnieuw nat en de rest van de week moeten we dag per dag bekijken. Gelukkig zitten er al enkele dagen tussen waar we het droger houden”, zegt weerman Geert Naessens.

Hoe dan ook kregen we al een pak water te verwerken. Volgens Michiel Bonte van Weerstation Langemark kregen we in de eerste helft van november al 195 liter neerslag per vierkante meter, meer dan dubbel zoveel als normaal in heel de maand november. “In Watou werd er zelfs meer dan 200 liter gemeten. Dat zorgt toch voor heel wat onzekerheid.”

“Al het water uit de buffers zal niet snel wegtrekken. We moeten nog enkele weken waakzaam blijven in het valleigebied rond de IJzer”

Die onzekerheid voelt ook Jan Vandecavey, directeur van de dienst Waterlopen in onze provincie. “We zullen nog zeker enkele weken tot zelfs maanden waakzaam moeten zijn in het valleigebied rond de IJzer. De bodem is nu al verzadigd, het water komt van hogerop richting Diksmuide en Nieuwpoort én we zullen nog neerslag krijgen deze winter. Daardoor lopen de buffers vlugger vol en treden de IJzer en zijwaterlopen sneller uit hun oevers. Dat water trekt niet in enkele dagen weg. De gevolgen zullen we in het voorjaar nog zien.”

2. Zullen we dit de volgende jaren vaker zien?

“Dergelijke scenario’s zullen de komende jaren vaker voorkomen. Dat heeft te maken met de klimaatevolutie”, stelt professor Patrick Willems, hydroloog van de KULeuven. “Onze lucht warmt op en kan daardoor meer waterdamp bevatten. Dat heeft als gevolg dat het langer kan duren voor het regent en we dus met een langere periode van droogte zitten. Dat betekent ook dat de natte periodes meer neerslag bevatten en intenser worden. De totale hoeveelheid neerslag zal wellicht hetzelfde blijven, maar het zal vaker in grotere hoeveelheden op kortere tijd bij elkaar komen.”

“Door het opwarmen van het zeewater kunnen de regenwolken nog extra vocht oppakken voor ze aan land gaan en eenmaal bij ons valt dat er allemaal uit. Gelukkig is de Westhoek een minder bebouwde streek en zijn er nog buffercapaciteiten. Anders hadden de gevolgen veel groter kunnen zijn”, vult Geert Naessens aan. “Waar vroeger zo’n extreme omstandigheden zich eens om de 50 jaar voordeden, zullen die tegen het einde van de eeuw vijf à tien keer zo vaak voorkomen. Dat is een zorgwekkende evolutie”, stelt Willems.

3. Hoe kunnen we dit in de toekomst aanpakken?

De lokale politici focussen uiteraard eerst op de huidige situatie. “Nadat het ergste is geweken, zullen we analyseren wat er op langere termijn moet gebeuren, maar nu maken we werk van de acute noodplanning: evacuaties, pompen en dijken bouwen met zandzakken”, stelt Lies Laridon, burgemeester van Diksmuide (CD&V).

“Langs de riviervallei moeten er zowel hoger, als ook in de Westhoek meer natuurlijke overstromingsgebieden komen, zodat landbouw en mensen geen direct schade zullen hebben”

Dat maatregelen op langere termijn broodnodig zijn, staat buiten kijf, stelt professor Willems. “Het water van hogerop moeten we meer en langer kunnen bufferen voordat het doorgesluisd wordt naar de IJzer. Als we het daar kunnen tegenhouden tot de grond absoluut verzadigd is, dan kan dat al veel schelen en zal de rivier pas later overstromen. Zo kan die toeloop van water over een langere periode gerekt worden. Daarvoor moeten we langs de riviervallei meer natuurlijke overstromingsgebieden voorzien en dan zullen landbouw en mensen minder directe schade ondervinden.”

Dat is een werk van lange adem. “We hebben verschillende projecten aangevraagd bij de overheid om van de IJzervallei een groter overstromingsgebied te maken. Die krijgen geen prioriteit. Hopelijk beseffen ze na deze crisissituatie in Brussel dat er sneller actie nodig is”, besluit Vandecavey.