In dit gloednieuwe jaar heeft zanger, acteur en presentator Niels Destadsbader (36) maar één voornemen: opnieuw plezier vinden in wat hij doet. Daar begint hij al op 8 januari mee, met een nieuw seizoen van Ik vraag het aan, waarin bekende collega’s weer muzikaal verrast worden. Een openhartig gesprek met Niels over zijn liefde voor muziek, ambities, een nieuwe plaat en optredens komende zomer. “Dat eerste telefoontje van een organisator deed zoveel deugd.”
Het is geen geheim dat Niels Destadsbader er niet bepaald een vrolijk jaar heeft opzitten, met zijn loft die in vlammen opging en de aanhoudende stroom aan bagger na zijn overstap van VTM naar de VRT. Maar met het nieuwe jaar is de eeuwige positivo – zelfs al heeft zijn zelfvertrouwen een stevige knauw gekregen – klaar om dat hoofdstuk af te sluiten en vast van plan om met herwonnen moed vooruit te kijken.
Kijkt hij ook naar uit, samen met bijna een miljoen kijkers vorig jaar: een nieuw seizoen van Ik vraag het aan, waarin BV’s een belangrijk nummer in hun leven vertolkt zien door een straffe muzikale gast en een indrukwekkende band. “We hebben dit seizoen nog meer ingezet op inhoudelijk sterke verhalen. Bovendien zijn er altijd collega’s die bij het eerste seizoen de kat uit de boom keken, en die nu heel graag wilden meewerken.”
Als zelfs een doorgaans vrij cynische Xander De Rycke er graag bij was in de special voor De Warmste Week…
“Dat was heel tof, omdat hij zich daar echt heeft opengesteld en zelfs emotioneel werd. Maar ook voor de muzikanten is het soms een uitdaging. Je hebt ook maar één kans, en je speelt met een band die de uwe niet is, dus voelt het misschien wat minder vertrouwd aan. Om een voorbeeld te geven: Jinte van Balthazar was naar eigen zeggen retenerveus. Hij was echt aan het trillen. Maar allez, denk ik dan, zo’n talent dat ook nog eens op Werchter staat! Maar Jeroen Swinnen in de band speelt daar een belangrijke rol in. Ik kan al snel een Camille of Laura Tesoro overtuigen, maar hij heeft ook pakweg contact met The Black Box Revelation, die dan niet in mijn telefoon zit, omdat we elkaar nooit tegenkomen. Als we de handen in elkaar slaan, bereiken we veel mensen.”
(lees verder onder de foto)
“Wat de muzikanten ook erg appreciëren is dat we de liedjes helemaal laten spelen, al is dat een nummer van zes minuten. Zelfs op de radio is er geen ruimte meer voor een gitaarsolo. Bij ons kan dat nog. Als je dan, zoals vorig jaar, zo’n ijzersterk verhaal als dat van Fatma Taspinar kan combineren met een prachtig live nummer van Noémie Wolfs en Simon Casier – die daar nóg over aangesproken worden – dan heb je iets heel moois voor de kijker. Maar bij ons is er naast Jinte Deprez van Balthazar ook plaats voor Garry Hagger. (op dreef) En waarom? Omdat Garry Hagger een fokking goeie zanger is, en omdat dit ook Vlaanderen is. Daar ben ik écht heel trots op, dat iedereen die van goeie muziek houdt welkom is, welk genre ook. En weet je wat het is? Het gáát ook ergens over. Xander is bij jou blijven hangen, terwijl hij een nummer vroeg met alleen maar accordeon. Bij elke brainstorm in elk mediabedrijf zouden ze je gek verklaren als je zo’n nummer zou willen brengen uit schrik dat de mensen zouden wegzappen. Maar het tegendeel is waar: het wérkt.”
Stel dat je voor één aflevering alle gasten mag kiezen? Wie mag er langskomen?
(denkt na) “Muzikaal zou ik gaan voor de Nederlandse bands Raccoon en BLØF. Ik zou zeker ook Het Zesde Metaal vragen, want in dit seizoen zijn ze fe-no-me-naal. En Bart Peeters, natuurlijk. Al zou ik die in elk programma willen steken. Qua gasten zou ik het wel tof vinden om een politicus te ontvangen. Oorspronkelijk was Alexander De Croo onze allereerste gast, tot bleek dat die uitzending in de sperperiode viel.”
“Ik besef meer dan ooit dat zo’n groot podium heel tof is, maar als je thuis geen bed hebt om in te slapen…”
“Nu houden we het aan om geen politici te brengen, al ben ik ervan overtuigd dat er achter elke politicus, ook waar je moreel of qua visie niet mee strookt, een mens zit met een interessant verhaal. Voor de rest zou ik Tom Waes uitnodigen, en Kommil Foo. Ah, en Barbara Dex! Wat een fantastische stem. Dat is om zot te worden, als je ziet hoe artiesten zoals zij zo exuberant goed kunnen zingen én het zo simpel doen lijken.” (lacht)
Heeft het programma je liefde en inspiratie voor muziek weer wat aangewakkerd?
“Sowieso. Als je al efkes niet meer op een podium staat, dan voel je die impact wel. Er is de afgelopen jaren heel wat gebeurd waardoor ik heel hard aan mezelf begon te twijfelen. Dat heeft te maken met een bepaalde perceptie die gecreëerd werd door bepaalde journalisten. Zelfs de meest zelfzekere persoon wordt daar heel onzeker van. Dat doet iets met u. Je moet weer je plek vinden, ook als artiest.”
Want je kan het nooit helemaal los van elkaar zien: de mens en de artiest.
“Je kan niet op een podium staan en in je achterhoofd denken dat er nog iets moet geregeld worden voor de verzekering. Bij Ik vraag het aan voelde dat weer als een aangename en veilige plek. Als mensen dan zeggen dat het goed was (Niels zingt ook telkens zelf een nummer, red.), dan komt dat binnen. Dat klinkt misschien raar, maar zonder arrogant te zijn: drie jaar geleden ging ik dat misschien sneller weten van mezelf. Nu is dat anders.”
Heb je het gevoel dat er straks een andere zanger op het podium staat?
“Het is nog te vroeg om dat te zeggen, dat weet ik niet. (denkt na) Ik ben de afgelopen jaren zeker niet ondankbaar geweest, maar door de drukte en de hoeveelheid is er weinig tijd geweest om me daar bewust van te zijn. Ik ben vandaag wel sneller gelukkig met kleine dingen. Dat hoeft niet veel te zijn: iemand laten oversteken aan het zebrapad. Het klinkt stom, hé, maar de eerste keer dat ik na de brand mijn eigen frigo kon opentrekken en kon kiezen wat ik daar in zette… dat was een droom.”
“Professioneel heb ik misschien veel bereikt, maar op privévlak moet ik nog veel doen: trouwen, kinderen krijgen, reizen…”
“Dat was lang vanzelfsprekend. Ik heb beseft dat de grote dingen niet altijd de belangrijkste zijn in het leven. Ik wil niet kijken naar wat ik kwijt ben, maar wat het mij heeft opgeleverd. Weet je, vroeger was mijn job echt mijn leven, en alles moest daarvoor wijken. Nu besef ik meer dan ooit dat zo’n groot podium heel tof is, maar als je thuis geen bed hebt om in te slapen…”
(lees verder onder de foto)
Heb je voor jezelf nieuwe doelen gesteld? Deze zomer weer alle podia inpalmen?
“Sowieso. In het voorjaar komt er redelijk snel een nieuwe single, en er staat ook nog heel wat te gebeuren qua tv en toneel. Er staat iets nieuws in de steigers qua theater en er is ook een herneming van de musical 14-18. In alle eerlijkheid: ik kom uit een periode van een goedgevuld Sportpaleis en de allergrootste festivals – ik kwam bij wijze van spreken nooit meer op een plek met minder dan 10.000 man – maar plots vraag je je af of daar straks nog 5.000 man voor je staat. Of worden het er minder dan 1.000? Je begint alles in vraag te stellen, ook of de organisatoren je nog terug willen. Die eerste telefoon die we van eentje kregen, deed zoveel deugd. Ondertussen hebben we al een twintigtal optredens, en je voelt ook dat de organisatoren ons hebben gemist.”
Nog even over ‘14-18’. Ik zag je zichtbaar genieten in die productie.
“Dat deed ook zoveel deugd om weer op die planken te staan. Dat was lang geleden, en het verhaal draaide ook niet rond mij. Ik had een belangrijke en bepalende rol, maar niet de grootste. Dat personage paste ook bij mij, en ik kon weer die connectie met het publiek voelen. Het paste ook hoe ik me op dat moment voelde: dat het mij allemaal even gestolen kon worden.”
En nieuwe muziek? Zit dat erin?
“Ik heb al wat geschreven, maar voorlopig te weinig waar ik echt content van ben. De komende maanden wil ik daar bewust tijd voor maken en ik zou heel graag in september een nieuwe plaat uitbrengen, om er daarna mee te touren. Dat is spannend, want vroeger was het maar gaan en blijven gaan. En dat marcheert, maar als je daar achteraf bij stilstaat, is dat eigenlijk echt zot. Met Stijlicoon (het nummer dat hij in september uitbracht, red.) hebben we er bewust voor gekozen om weer dat live gevoel erin te steken. Maar het is normaal dat het weer wat zoeken is straks. Op een gegeven moment vallen de puzzelstukjes wel weer in elkaar.”
Droom je dan opnieuw van Sportpaleizen? Want ik wil je moed niet afnemen, maar je hebt al alles bereikt wat er te bereiken valt.
“Mijn grootste doel is om weer het plezier van vroeger terug te vinden. Dat geluk weer vinden op een podium. Dat heeft niets met de grootte van de zaal te maken. Zelfs een klein podium voelt straks weer groot aan. Ik merk dat Het Conclaaf (op VTM, waar Niels openhartig vertelde over zijn annus horribilis, red.) mij wel heeft deugd gedaan, door er één keer mijn verhaal te doen. Het heeft ook de perceptie doorprikt van veel mensen die denken dat ik sterk ben en bepaalde reacties wel kan plaatsen. Want mensen geloven heel hard wat er in de gazetten geschreven wordt, of zeggen al snel: ‘waar rook is, is vuur’. Maar soms dacht ik: gasten, doe eens een beetje normaal. Bij de brand heeft er bijvoorbeeld een half uur online gestaan ‘dat er van mij nog geen nieuws was’. Ja, baas, kan je je inbeelden als je vrienden of familie dat lezen en ze kunnen je niet bereiken?” (blaast)
(lees verder onder de foto)
Afgelopen najaar was het tien jaar geleden dat je de stap zette van Ketnet naar VTM, en je helemaal gelanceerd was. Als je daarop terugkijkt…
“Mijn leven is veranderd, hé? Echt, ik heb de meest zotte hoogtes in Vlaanderen bereikt, en nu ook de keerzijde van de medaille ondervonden. Maar had je mij pakweg vijftien jaar geleden durven zeggen dat ik een tiénde van dit alles zou bereiken, dan had ik met mijn ogen toe getekend. Honderd procent. Ik ben daar ook megadankbaar voor. Ik weet ook dat ik er hard voor gewerkt heb. Je zei daarstraks dat ik alles heb bereikt wat er te bereiken valt, maar dat gaat vooral over mijn professioneel leven. Op privé-vlak zijn er nog veel zaken die ik nog niet gedaan heb: trouwen, kinderen krijgen, verre reizen maken… Nog eens: vroeger was mijn job mijn leven, en nu is het een deel van mijn leven. Maar ik heb nog heel veel ambitie in mijn leven, ook op persoonlijk vlak.”
Mag ik vragen of je gelukkig bent?
“Ik denk dat dat ervan afhangt wat je definieert onder gelukkig zijn. Voor iedereen betekent dat iets anders. Ik word wel gelukkiger van dingen waar ik vroeger niet zo snel gelukkig van zou worden. Minder belangrijke dingen zijn belangrijker geworden. Ik ben zeker niet ongelukkig, maar er zijn wel bepaalde zaken die beter kunnen. Maar ik doe het zoals altijd: stap per stap.”
‘Ik vraag het aan’, vanaf 8 januari elke woensdag om 20.40 uur op VRT 1 en VRT MAX.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier