REPORTAGE – Op zoek naar de West-Vlaamse hartslag van Sluis: “Neem jullie weg en we gaan failliet”

(v.l.n.r.) Miep van Graefschepe, Kevin Tant, Liesbeth Van Os en Sophie Vryens zijn maar enkele van de vele ondernemers in Sluis die de (West-)Vlamingen graag zien komen. © Kurt Desplenter
Philippe Verhaest

Vraag aan honderd West-Vlamingen wie al ooit in Sluis is geweest en het resultaat zal héél dicht bij de maximumscore aanleunen. Het Zeeuws-Vlaamse stadje is al decennialang een pleisterplaats voor al wie graag een koopje op de kop tikt en houdt van lekker eten en drinken. Hoog tijd om zelf tussen de winkels en restaurantjes te struinen, op zoek naar de West-Vlaamse ondertoon. “Schrijf maar op in dikke letters: Sluis is het aards paradijs.”

Een doordeweekse donderdag, begin augustus. Wanneer we Sluis binnenrijden, regent het zowaar pijpenstelen. De randparking waar we onze wagen achterlaten, ligt er desolaat bij, net als de Oude Kerkstraat en Kapellestraat, die samen met de Nieuwstraat, Plompe Toren, Vrijstraat en Kaai de aorta van de Sluise commerce vormen.

Jantje van Sluis, het houten beeldje dat om het kwartier de klokken luidt in het historische belfort – het enige in Nederland, trouwens – kijkt uit op een lege Groote Markt. Geen schrijffout, trouwens.

Het zal toch niet waar zijn, foeteren we tegen onze fotograaf. Een reportage maken over hoe populair Sluis wel niet is en net dán is er geen kat, laat staan een shoppende West-Vlaming, op straat aan te treffen.

Dikke van Dale

Maar zie, een half uurtje later breekt het wolkendek open en stromen de winkelstraten en terrasjes in sneltempo vol. Alsof ze om de hoek stonden te wachten, zo lijkt het wel. “Ach, zelfs als het weer wat minder is, zien we hier nog altijd veel volk”, zegt Miep van Graefschepe (44).

Miep van Graefschepe runt frituur Happiness by Miep; “Ik sta zelf met grote ogen te kijken naar hoe geliefd ons kleine stadje is bij jullie.”
Miep van Graefschepe runt frituur Happiness by Miep; “Ik sta zelf met grote ogen te kijken naar hoe geliefd ons kleine stadje is bij jullie.” © Kurt Desplenter

De Zeeuws-Vlaamse, die de frituur Happiness by Miep runt en als klankbord van de Middenstands Vereniging Sluis optreedt, lijkt model gestaan te hebben wanneer Johan Hendrik van Dale – de geestelijke vader van De Dikke van Dale en fiere Sluisenaar – de definitie van het woord positivisme heeft ingevuld. Het lokale Unizo-equivalent telt een 180-tal leden, onder wie ook heel wat West-Vlaamse ondernemers.

“95 procent van onze ‘klandizie’ bestaat uit Belgen. En dan vooral West-Vlamingen” – Miep van Graefschepe, Happiness by Miep

“Ik sta zelf met grote ogen te kijken naar hoe geliefd ons kleine stadje is bij jullie. Het is niet in woorden onder te brengen.” Al doet ze toch een poging. “Jullie krijgen het met de paplepel ingegeven, hé. Dat zien we hier elke dag opnieuw.”

“Jonge ouders met hun kinderen komen hier hun dagje doorbrengen, vaak in het gezelschap van oma en opa. Sluis is hét familie-uitje bij uitstek. Een soort Efteling voor wie van het goede leven houdt. En daar hebben we jullie voor nodig. Dat hebben we tijdens de coronamaanden duidelijk gevoeld. Een spookdorp was het hier. Tachtig tot negentig procent van mijn klanten is Belg. Neem jullie weg en we gaan gewoon failliet. Zo simpel is het.”

Discretie in de seksshop

Maar waaróm zakken we en masse naar dat vestingsstadje af? Ooit was Sluis een trotse voorhaven van het middeleeuwse Sluis en werden er tal van veldslagen beslecht, vandaag ligt de connotatie toch net iets anders. Boetiekjes, mosselen-friet, een stevig glas Belgisch bier en, met een schalkse glimlach vanuit een ooghoek bekeken, een seksshop.

Tot diep in de negentiger jaren kleurden die mee het straatbeeld, nu vind je er nog amper een handvol. Wanneer we een van de etablissementen betreden, worden we meteen vriendelijk, maar kordaat de deur gewezen. “Interviews geven wij niet, meneer. Mag niet van de baas.”

Naar een seksshop is het tegenwoordig al zoeken.
Naar een seksshop is het tegenwoordig al zoeken. © Kurt Desplenter

Of ze veel West-Vlamingen over de vloer krijgen, proberen we nog. “Veel? Zo goed als uitsluitend”, lacht de dame achter de toonbank. “Hier zijn ze anoniemer, hé. En kunnen ze de waren nog met eigen ogen en handen monsteren. Toch net iets persoonlijk dan via het internet. Maar goed, nu heb ik al te veel verteld. Succes, nog!”

“We zijn daarnet zelfs even zo’n sekswinkel binnen geweest. Of ik iets mee naar huis heb genomen? Dat hang ik niet aan je neus” – Evelyne Dekeyser (91), dagjestoerist uit Lichtervelde

We springen dan maar binnen in Goons&Queens, een tattooshop die sinds november 2019 door Dammenaar Francis Louagie (35) gerund wordt. “Dit is gewoon een toplocatie. Ik denk dat de kleinschaligheid en gemoedelijkheid het zo aanlokkelijk maakt. Hier vind je alles op een zakdoek. Sluis voelt altijd een beetje aan als vakantie, maar tegelijk ben je amper weg van huis. Dat maakt het zo uniek.”

Francis Louagie van Tattoo en Piercing Studio: “Mij krijg je hier niet meer weg.”
Francis Louagie van Tattoo en Piercing Studio: “Mij krijg je hier niet meer weg.” © Kurt Desplenter

Overbuur Miep stipt vooral de mix tussen horeca en shoppingmogelijkheden aan. “Wij zeggen altijd met een boutade dat er voor elke Sluisenaar een stoel aan een restauranttafel klaarstaat. En mochten we die oefening effectief maken, dan zal de waarheid niet ver van de urban legend liggen…”

Voor tattoo-artiest Francis is Sluis ook écht thuiskomen, want zijn opa had hier vroeger een slagerij. “Ook mijn vader was een echte Sluisenaar, ik ben het product van een gemengd huwelijk”, lacht hij. “Deze plek zit onder mijn vel. Mij krijg je hier niet meer weg.”

‘Batjes’ doen

Aan restaurant De Corner, pal in het commerciële hart van Sluis, treffen we een groepje Lichterveldenaren aan. Een zevental bewoners van woonzorgcentrum ‘t Hof is er met enkele begeleiders op uit getrokken. “Sluis is altijd een topper”, glimlachen de zussen Nadine (60) en Dorine (52), respectievelijk vrijwilliger en poetsvrouw bij het wzc. “We zien de bewoners hier echt opleven.”

Eveline Dekeyser, 91 lentes jong, knikt volmondig. “Dat is hier top, hé”, steekt ze de duim omhoog. “Een stevige brok nostalgie, ook. Ik kwam hier vroeger met mijn eigen ménage, nu ben ik blij hier nog eens te kunnen terugkeren.”

Eveline Dekeyser (vooraan) geniet met enkele wzc-bewoners en begeleiders van een dagje Sluis.
Eveline Dekeyser (vooraan) geniet met enkele wzc-bewoners en begeleiders van een dagje Sluis. © Kurt Desplenter

“Er zijn veel winkels verdwenen, maar de straten zien er nog net hetzelfde uit. We zijn zelfs even zo’n sekswinkel binnen geweest. Of ik iets mee naar huis heb genomen? Dat zal ik niet aan je neus hangen. Maar je kan hier altijd batjes doen”, schatert ze, terwijl ze haar witte porto aan de lippen zet.

We trekken verder richting de Kaai, waar de Damse Vaart start of eindigt, daar zijn we nog niet uit. Aan de kop van de vaart is de stijlvolle kledingzaak Printemps Riva te vinden, met de Knokse Sophie Vryens (52) aan het roer.

“Voor corona zei ik dat negentig procent van ons ‘clientèle’ uit Belgen bestond, nu besef ik dat het om hónderd procent gaat” – Sophie Vryens, Printemps Riva

“Ik heb achttien jaar lang een kledingwinkel in de Kustlaan in Knokke gerund, maar ik zou nooit meer terugkeren. Waarom? Sluis heeft gewoon álles. Hier valt altijd iets te beleven. Zelfs op een simpele weekdag is er altijd volk in een van onze drie kledingzaken. Als commerçant kan je toch niks liever verlangen?”

Sophie Vryens van Printemps Riva.
Sophie Vryens van Printemps Riva. © Kurt Desplenter

Al is het keihard werken, tussen de dagjesmensen. “Ik klop weken van tachtig uur en meer. Mijn man Marco, een echte Zeeuw, staat aan het hoofd van het Hart van Sluis, een bekende horecazaak. ‘s Middags draai ik daar de service mee. Maar ik amuseer me rot. Klanten helpen en hen gelukkig zien vertrekken, dat schenkt me zoveel voldoening.”

En die klanten komen, hoe kan het ook anders, uit ons land. “Voor corona zei ik dat negentig procent van ons clientèle uit Belgen bestond, nu besef ik dat het om hónderd procent gaat. Of doe er misschien één procentje af, want tijdens de zomermaanden vinden ook veel Duitse toeristen de weg naar hier. Eveneens een dankbaar publiek. Maar Sluis is een West-Vlaamse stad in Nederland. Schrijf maar op in dikke letters: Sluis is het aards paradijs.”

Heineken bij Jopie

We laten de designeroutfits achter ons en kloppen aan bij de buren: Café Jopie. De kroeg lijkt zo weggelopen van de Amsterdamse Walletjes en Baantjer kan elk moment zich aan de toog nestelen om z’n jenever te bestellen.

Dan zal hij wel in het West-Vlaams bediend worden, want achter de bar staat niet Jopie, maar Bruggeling Kevin Tant (29). “Ik werk hier nu vijf jaar, het café zelf bestaat al meer dan zeventig jaar”, legt hij uit. “Van voor de grote Belgische invasie, dus. De mix tussen toeristen en vaste klanten – Nederlanders én Belgen – is prachtig. En ja, die laatsten bestellen hier ook een Heineken. Niks mis met dat biertje.”

Kevin Tant uit Brugge werkt in Café Jopie.
Kevin Tant uit Brugge werkt in Café Jopie. © Kurt Desplenter

“De mensen zijn hier veel opener en knopen altijd een gesprek aan. De sfeer is altijd top” – Kevin Tant, Café Jopie

Kevin, die eerder in de Brugse horecawereld aan de slag was, merkt toch wel een verschil. “De mensen zijn hier veel opener en knopen altijd een gesprek aan. De sfeer is altijd top. Zeker tijdens de avondmarkten in de zomermaanden. Dan is het hier koppen lopen, die zijn echt een fenomeen. Alsof half West-Vlaanderen hier dan wil zijn. Maar zo heb ik het graag: hard werken, met veel leute.”

Eenzelfde geluid horen we bij Brasserie Lizzie’s, aan de voet van de Heilige Johannes de Doperkerk, uitgebaat door Dudzelenaren Liesbeth Van Os (54) en Christof Decoster (52). “We zijn hier al zeven jaar aan de slag en zetten zo een familietraditie verder”, legt Liesbeth uit.

Liesbeth Van Os van brasserie Lizzie’s: “Stille dagen kennen we hier niet. Winter of zomer, weekdag of zondag, slecht weer of hittegolf: volk is er altijd.
Liesbeth Van Os van brasserie Lizzie’s: “Stille dagen kennen we hier niet. Winter of zomer, weekdag of zondag, slecht weer of hittegolf: volk is er altijd. © Kurt Desplenter

“Mijn oma én overgrootmoeder hadden hier een café, mijn mama is voor de liefde naar België verkast. Maar ik ben teruggekeerd. Waarom hier? Sluis is met niks te vergelijken. Stille dagen kennen we hier niet. Winter of zomer, weekdag of zondag, slecht weer of hittegolf: volk is er altijd. Behalve tijdens corona. Dat was de hel.”

Eén volk

Of er ook nadelen aan Sluis verbonden zijn, willen we weten. “Eerlijk: ik kan er geen bedenken. 95 procent van onze klandizie bestaat uit Belgen. En dan vooral West-Vlamingen. De rest zijn Duitsers en andere toeristen van aan de Belgische of Zeeuwse kust. Maar de Zeeuws-Vlaming zelf zien we hier amper. Neem de Belgen hier weg en Sluis verandert in een vingerknip in een slaapdorp. Al zie ik dat niet snel gebeuren. De ambiance die hier in de straten hangt, vind je nergens anders.”

Het laatste woord geven we aan Miep, onze sympathieke Zeeuwse met een hart voor West-Vlamingen. “We zijn toch gewoon met elkaar versmolten? We worden dan wel toevallig door een grens gescheiden, maar Vlamingen en Zeeuwen zijn één volk.”

“Ik vóel me ook deels Vlaming. Al heb ik tijdens het EK voetbal wel eerst voor Oranje gesupporterd. Dan pas voor de Rode Duivels. Maar noem ons vooral geen Hollanders. Want dat zijn we niet!”

© Kurt Desplenter

Dit zijn de West-Vlaamse zaken in Sluis

Sluis telt minstens een twintigtal zaken die in handen zijn van (West-)Vlamingen. Die zijn ook aangesloten bij de Middenstands Vereniging Sluis.

Bakkerij St. Paulus op het Walplein.

Lingerie Topskin in de Nieuwstraat.

Schoenenzaken Stapper 1 en Stapper 2 in de Nieuwstraat en Kapellestraat.

Optiek Sluis in de Oude Kerkstraat.

Moeder Babelutte in de Oude Kerkstraat.

Schoenenzaak Ralet in de Oude Kerkstraat.

– Modewinkel Di Classe in de Oude Kerkstraat.

Caroline Biss in de Kapellestraat.

Videogame- en gadgetwinkel Cubyx in de Meerminnestraat.

Brasserie Lizzie’s in de Oude Kerkstraat.

Modezaak Printemps Riva op de Kaai.

Modezaak Riva Printemps in de Oude Kerkstraat.

Modezaak Inka’s in de Kapellestraat.

Rock & Rolls Candyshop in de Nieuwstraat.

Vier schoenenzaken van New Paris Londres in de Kapellestraat.

Info:www.sluisonline.nl

© Kurt Desplenter
Jantje van Sluis, hoog in het belfort.
Jantje van Sluis, hoog in het belfort. © Kurt Desplenter