Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) lanceert binnenkort een tweede oproep tot vrijwillige stopzetting van varkensstallen. In een eerste ronde dienden 236 Vlaamse landbouwers een aanvraag in, nu krijgen nog eens ruim 2.700 landbouwbedrijven – het gros uit West-Vlaanderen – die kans. Varkenshouder Marnix Dejaeghere tekende alvast in, maar heeft het over een gedwongen keuze. “Er wordt ons geen alternatief voorgesteld.”
In het kader van het stikstofakkoord biedt de Vlaamse regering varkenshouders de kans om een aanvraag in te dienen om hun activiteiten vrijwillig stop te zetten. Daar zet de overheid een financiële compensatie – met stopzetting- en sloopvergoedingen – tegenover die op maat van elk bedrijf opgesteld wordt.
In een eerste ronde, die van 3 april tot 17 juni liep, konden landbouwers met een impactscore van 0,5 procent hun interesse kenbaar maken. Dat resulteerde in 236 aanvragen op ongeveer 900 bedrijven die in aanmerking kwamen. (lees verder onder de kaart)
Nu is groen licht gegeven voor een tweede ronde, waarbij de instapdrempel wordt uitgebreid naar varkenshouders met een score van 0,5 tot 0,025 procent. Goed voor nog eens 2.713 bedrijven, waarvan het leeuwendeel in West-Vlaanderen te vinden is: 1.704. Het grote doel: de stikstofneerslag in Vlaanderen doen dalen en de varkensstapel tegen 2030 met dertig procent te verkleinen.
Fors investeren
“Ik noem het een gedwongen keuze”, zegt Marnix Dejaeghere (53). De veehouder uit Zillebeke bij Ieper runt al sinds 1994 een gesloten varkensbedrijf met driehonderd zeugen en vormt de derde generatie op de familiehoeve, in de schaduw van Bellewaerde. Hij diende in de eerste ronde een aanvraag in en krijgt ten laatste op 15 oktober van de Vlaamse Landmaatschappij een financieel voorstel.
“Iemand die zijn varkensbedrijf wil overlaten, zal geen kandidaten vinden”
“Op papier ben ik op vlak van stikstofwaarden nog een groen bedrijf, ik mag dus verder werken. Maar ik kijk ook naar het bredere plaatje. Mijn stallen zijn verouderd: op termijn zou ik fors moeten investeren om mijn activiteiten verder te zetten. En dan heb ik het niet over renoveren, maar alles slopen en nieuwe stallen bouwen. Een miljoenenverhaal. Bovendien heb ik geen directe opvolging en door de uitblijvende wetgeving moet ik mijn vergunning elk jaar opnieuw aanvragen. Iets wat telkens duizenden euro’s kost. Zo kan je niet op lange termijn werken en een visie uitzetten.”
“Er is ook nog zoiets als geuremissie”, gaat hij verder. “Geen enkele buur heeft hinder van mijn bedrijf, maar officieel voldoe ik niet meer aan de normen. Tel daar nog eens bij dat onze sector al vijftien jaar op prijsvlak door erg zwaar weer moet navigeren... Daarom wil ik het voorstel van de Vlaamse regering op zijn minst bestuderen. Ik ben nieuwsgierig naar wat ze te bieden hebben. Binnen het jaar moet ik dan een beslissing nemen.”
Foute perceptie
Nu is hij nog een van de weinige varkenshouders die een aanvraag heeft ingediend, maar de tweede ronde zal voor een kleine tsunami zorgen, denkt Marnix. “Vlaanderen telt nog zo’n drie- à vierduizend varkensbedrijven. Weet je hoeveel procent daarvan een zaakvoerder jonger dan veertig heeft? Amper tien procent. Dan weet je het wel. Onze stiel is langzaam maar zeker aan het uitsterven. Iemand die vandaag zijn varkensbedrijf wil laten overnemen, zal geen kandidaten vinden. We zijn niet sexy genoeg.”
“De landbouwwereld wordt vandaag onterecht met de vinger gewezen”, vindt Marnix. “Wij zijn zogezegd de grote schuldige in het stikstofverhaal, terwijl de industrie veertig keer meer mag blijven uitstoten en ongemoeid wordt gelaten. Zo creëer je een foute perceptie. Ga je de grens met Frankrijk of Wallonië over, dan bestáát het stikstofdossier zelfs niet. Wanneer ik daar onze situatie uit de doeken doe, zetten ze grote ogen op.”
Zijn aanvraag indienen was geen evidente beslissing, geeft Marnix toe. “Op rationeel vlak is het de logica zelve, maar mijn hart zegt iets anders. Dit gaat over mijn levenswerk. En dat van mijn ouders en grootouders. Ik stel me ook de vraag wat ik hierna moet doen, mocht ik ingaan op het voorstel. Ik heb veel ideeën, ben best handig...”
“Ik zou zeker iets nieuws kunnen opstarten, maar ik mag mijn gebouwen enkel voor landbouwdoeleinden gebruiken. Als ik effectief gebruik zou maken van de stopzettingsregeling, moet op termijn ook mijn woning weg...”
“Van Brussel moeten we niet meer boeren, maar een degelijk alternatief krijgen we niet.”
“Van Brussel moeten we niet meer boeren, maar een degelijk alternatief krijgen we niet. Dat steekt. Als een grote fabriek de deuren sluit, zal de overheid mee alles op alles zetten om de werknemers om te scholen en hen nieuwe kansen op de arbeidsmarkt te geven. Wij worden gewoon aan ons lot overgelaten.”
Bloedbad
Marnix vreest dat de huidige plannen het de landbouw in Vlaanderen nog moeilijker zullen maken. “Er wordt te vaak vergeten dat we een economische levensader van dit land zijn. Hoeveel mensen en bedrijven werken al dan niet rechtstreeks met en voor landbouwers? Ik hoop dat we geen economisch bloedbad voor onze neus zien uitrollen.” (lees verder onder de kaart)
De tweede oproepronde leeft onder zijn collega-landbouwers, zegt Marnix. “Maar met gezonde argwaan. Ik hoop dat er voldoende boerenverstand aan de dag wordt gelegd, want Vlaanderen heeft een eigen sterke landbouwsector nodig. Ik blijf intussen mijn dieren verder verzorgen. Want ondanks alles is dit nog altijd de mooiste stiel ter wereld.”
Wanneer de tweede oproep opengesteld wordt, zal de komende weken door de Vlaamse Landmaatschappij gecommuniceerd worden. “Die komt er trouwens op vraag van de landbouwsector zelf”, geeft Vlaams minister Zuhal Demir nog mee. “Dit is opnieuw een belangrijke stap om zowel varkensboeren uit de nood te helpen, als de stikstofneerslag in Vlaanderen te doen dalen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier