Volkscafé de Relais: “Noem dit gerust een heel grote groep vrienden”

Sylvie Jacobus met een verse pint. “Maar het is veel meer dan pintjes tappen en leute maken, hoor.” © Peter MAENHOUDT
Dany Van Loo

Een interieur uit vervlogen tijden, op een unieke locatie in de stad, met alle ingrediënten die van een horecazaak een gezellige bruin café maken: de Relais aan Petit Paris heeft het allemaal. Het overwegend vast cliënteel vindt gemakkelijk zijn weg naar de warme gezelligheid van de zaak en het luisterend oor van cafébazin Sylvie Jacobus. “Dat je als cafébazin een halve psycholoog moet zijn, is misschien een cliché maar ligt echt niet ver van de waarheid.”

Het prototype van een populair, ongekunsteld volkscafé: die beschrijving doet brasserie De/Le Relais, gelegen pal aan het iconische kruispunt Petit Paris, alle eer aan. Het gebouw op de hoek met de Nieuwpoortsesteenweg herbergt al zo’n honderd jaar een café, maar over die vroegere tijden is nog maar weinig geweten.

De 43-jarige Sylvie Jacobus, al van heel jong gepokt en gemazeld in de horeca, ging er tien jaar geleden aan de slag en kon de zaak al na vier jaar overnemen van de toenmalige uitbaters. En dat vindt ze een van de beste beslissingen die ze ooit heeft genomen. Aan het bruine interieur is al een eeuwigheid niets veranderd en dat is bewust gebeurd, vertelt Sylvie. Tafels en stoelen uit de tijd van toen sieren de zaal. Een indrukwekkende toog met bijpassende barkrukken ontbreekt natuurlijk niet, evenmin als andere klassieke caféornamenten, zoals de vogelpik en een bingo gokkast.

Hecht team

“Over het verleden van het café weet ik niet veel”, gaat Sylvie van start. “Het blijft een van de weinige onvervalste volkscafés in deze buurt. Ik weet wel dat de zaak ooit failliet is gegaan, maar in tegenstelling tot andere cafés in de buurt nooit verdwenen is. We mogen wel gerust spreken van een unieke locatie, hier op Petit Paris. Het is en blijft een plaats waar veel volk passeert.” Het plein onderging enkele jaren geleden een metamorfose en daarmee was Sylvie best tevreden. “Ik vond de verbouwing geslaagd. We konden voortaan een mooi terras uitzetten en dat maakte het allemaal gezelliger.”

De Relais is zeven dagen op zeven open, van 9.30 uur tot middernacht. Hard werken is dus de boodschap.

“Maar ik doet dit met heel veel passie. Ik ben heel jong in de horeca gerold en ken dus het klappen van de zweep, en kan rekenen op een hecht team van vijf parttimers, die ervoor zorgen dat alles op rolletjes loopt. 95 procent van onze klanten zijn bovendien vaste gasten. Jong en oud, uit alle lagen van de bevolking: iedereen kent hier iedereen, en dat is het fijne eraan. Hier heeft ook een petanqueclub haar onderkomen en natuurlijk is de vogelpik heel populair. We geven zelfs feestjes voor de klanten, leggen samen voor een geschenk als daar een gelegenheid voor is. Kortom, ik mag gerust spreken van een heel grote groep vrienden.”

“Dat je als cafébazin een halve psycholoog moet zijn, is misschien een cliché maar ligt echt niet ver van de waarheid. Je luistert naar het verhaal van de mensen, je steunt en helpt waar je kan: het behoort eigenlijk ook tot mijn taak en ik doe dat met heel veel plezier. Veel mensen denken dat een café openhouden de gemakkelijkste zaak van de wereld is, maar niets is minder waar. Het gaat om veel meer dan alleen maar een pintje tappen en leute maken. En dan heb ik het nog niet gehad over de administratieve rompslomp die erbij komt kijken. Ik zit iedere dag twee tot drie uur aan mijn bureau. Leuk is anders. Ik woon bewust niet boven het café. Na het werk trek ik naar huis om wat rust te krijgen.”

Hoofdpijn

In de Relais kan je kiezen uit een ruim aanbod aan bieren, waarvan liefst negen soorten van het vat.

“En daar is wel iets bijzonders mee”, vertelt Sylvie. “We waren het eerste café in Oostende dat zogenaamd ‘tankbier’ verkocht. In de kelder staan namelijk drie biertanks van niet minder dan duizend liter elk. Het gaat om wel heel bijzondere exemplaren, waarbij om de pintjes te tappen geen CO₂ te pas komt. Dat scheelt dus op de hoofdpijn achteraf, want die komt er voornamelijk door de CO₂”, knipoogt Sylvie.

“Eten serveren we niet. We hebben geen plaats om een keuken te installeren, maar dat doet niets af aan de gezelligheid van de Relais. Ik ben trouwens van plan om hier nog lang te blijven. Ons handelscontract waarborgt dat. Daardoor moeten we niet onmiddellijk vrezen dat een projectontwikkelaar de boel opkoopt om er een of ander woonproject neer te poten.”

Direct aanvaard

Voor Nora Rotty (42), die tien jaar geleden in Oostende kwam wonen, is de Relais al die hele tijd haar stamcafé. “Ik ben hier als buitenstaander binnengekomen en werd direct aanvaard”, vertelt ze. “Omzeggens iedere dag spring ik na het werk even binnen om goededag te zeggen en een babbeltje te slaan. Een beetje me-time, als je wil, en iets dat ik niet kan missen. Sylvie is een fantastische madam, die er voor iedereen staat. Een perfect einde van de dag”, glimlacht Nora breed.